Elyse Grahams Book and Dagger. How Scholars and Librarians Became the Unlikely Spies of World War II biedt een populair-wetenschappelijke kijk op de rol van academici en open bronnen in de ontwikkeling van de Amerikaanse inlichtingencapaciteit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor lezers die al bekend zijn met dit onderwerp, biedt het boek weinig nieuwe inzichten, maar wel een toegankelijke samenvatting van bestaande kennis.

Kernthema

De eerste vijf hoofdstukken van Book and Dagger vormen de kern van de studie en behandelen onder meer de inlichtingencarrières van Joseph Curtiss, Adele Kibre en Sherman Kent. Graham beschrijft hun rekrutering vanuit de academische wereld naar de Office of Strategic Services (OSS) en hun daaropvolgende missies. Deze hoofdstukken laten zien hoe in korte tijd een inlichtingencapaciteit uit de grond werd gestampt die vervolgens de basis vormde voor de oprichting van de CIA na de oorlog.

Het tweede hoofdstuk, dat de training van deze academici in spionagetechnieken behandelt, leunt sterk op SOE-cursusmateriaal uit het Brits nationaal archief.[1] Dit  hoofdstuk geeft een interessante inkijk in de voorbereiding van deze onwaarschijnlijke rekruten in het inlichtingenwerk, hoewel het voor ingewijden in het veld wellicht weinig nieuwe informatie biedt.

De hoofdstukken 3, 4 en 5 beschrijven vervolgens respectievelijk de opdrachten van Curtiss in Istanbul, Kibre in Stockholm en Kent in Washington. Deze secties geven een goed beeld van de diverse rollen die academici speelden binnen de OSS, maar missen soms diepgang in de analyse van hun impact.

Fictieve scènes

Graham voegt voor de continuïteit van het verhaal fictieve scènes toe. Hoewel ze in de introductie van het boek haar keuze hiervoor toelicht en expliciet deze passages introduceert met een ‘we can imagine…’, roept de vermenging van feit en fictie vragen op over de historische integriteit van het werk. Sommige van deze fictieve passages zijn behoorlijk uitgebreid en een voorbeeld daarvan is een beschrijving van Curtiss’ overpeinzingen terwijl hij zich voorbereidt op het doden van een vijandelijke agent - een moordopdracht die hem was toegewezen. Het blijft echter onduidelijk of deze ooit is uitgevoerd. Juist de details over hoe zaken wel of niet werkten, kunnen historisch inlichtingenonderzoek zo belangrijk maken en om op dat punt dan feit en fictie met elkaar te verweven doet afbreuk aan het onderzoek.

Een sterke kant van Book and Dagger is dat Graham het belang benadrukt van informatie uit open bronnen – OSINT –  voor inlichtingendiensten. Ze illustreert dit treffend met de beschrijving van hoe Sherman Kent en zijn team erin slaagden het spoorwegnetwerk in Marokko grotendeels in kaart te brengen op basis van open bronnen ter voorbereiding van Operatie Torch, de geallieerde operatie om in Marokko te landen. Graham reconstrueert hoe Kents team gepubliceerde treinschema’s, toeristische brochures en zelfs ansichtkaarten gebruikte om een gedetailleerd beeld van onder andere het Algerijnse en Marokkaanse spoornet te construeren.

Dit voorbeeld toont de waarde van informatie uit open bronnen, maar laat ook de beperkingen ervan zien. Graham vertelt namelijk dat voor de laatste cruciale details toch een menselijke bron nodig was – een ingenieur die recentelijk in Marokko had gewerkt. Dat benadrukt de noodzaak van een all-source-benadering voor het krijgen van een volledig beeld.

Helaas beschrijft Graham in een pagina lange imaginaire dialoog (blz. 118) hoe Kent een sceptische generaal zou hebben geconfronteerd die aanvankelijk zijn inlichtingenwerk met open bronnen afwees. Hoewel het toenmalig gebruik van informatie uit bijvoorbeeld Marokkaanse telefoonboeken geen fictie is, en soortgelijke discussies over de waarde van open bronnen in het (militaire) inlichtingendomein 80 jaar later ook nog worden gevoerd,[2] wordt de fictie op dit punt wel storend.

Losse essays?

Na de eerste vijf hoofdstukken over de rol van academici en open bronnen in de ontwikkeling van de Amerikaanse inlichtingendiensten, wijkt een significant deel van het boek (hoofdstukken 6-9) vervolgens af van het hoofdonderwerp. Hoofdstuk 6 behandelt de oorsprong van het Manhattan-project, hoofdstuk 7 gaat in op vluchtelingen in de OSS en hun bijdragen aan de inlichtingenoperaties. Hoofdstuk 8 beschrijft Operatie Mincemeat, de beroemde Britse misleidingsoperatie, maar ook zonder duidelijke connectie met de rol van academici en open bronnen. Hoofdstuk 9 gaat over Operatie Overlord en de D-Day landingen, waarbij Graham wel uitgebreid het optreden van het Franse verzet belicht, maar opnieuw weinig aandacht besteedt aan de academici die centraal zouden moeten staan.

Pas in hoofdstuk 10 keert Graham terug naar het hoofdthema van het boek, waardoor de structuur gefragmenteerd aanvoelt. Samen met de – soms vrij letterlijke – herhalingen van beschrijvingen op verschillende plekken in het boek, geeft dit de indruk dat het boek mogelijk is samengesteld uit een aantal essays die los van elkaar zijn geschreven.

Ten slotte

Samenvattend is Book and Dagger een toegankelijke introductie over het werk van academici en het gebruik van open bronnen in de ontwikkeling van de Amerikaanse inlichtingencapaciteit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek biedt levendige beschrijvingen die voor een groot deel gebaseerd zijn op uitgebreid onderzoek.

Voor degenen die al zijn ingelezen in het onderwerp, is het wellicht een beperking dat Graham zwaar leunt op Robin Winks die meer dan dertig jaar geleden, wellicht minder toegankelijk maar met veel detail, hetzelfde thema behandelde.[3] Hoewel Graham nieuwe bronnen raadpleegt, waaronder persoonlijke geschiedenissen en gederubriceerde OSS-bestanden, biedt haar boek weinig echt nieuwe inzichten. Ook de afwijking van het hoofdthema in bijna de helft van de hoofdstukken, de herhalingen, en ten slotte de vermenging van feit en fictie, verminderen de waarde voor een ingelezen publiek.

Desondanks slaagt Graham erin om het belang van de academici en de kracht van open bronnen in inlichtingenwerk te benadrukken in een soepel lezend werk. Haar centrale stelling dat de oorlog ‘werd gewonnen in bibliotheken’ is wellicht een overdrijving, maar ook wel een herinnering aan de blijvende waarde van academische vaardigheden in de wereld van inlichtingen en nationale veiligheid.

Dr. Ludo Block – research fellow Nederlandse Defensie Academie en lecturer bij het Instituut of Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden

Book and Dagger

How Scholars and Librarians became the Unlikely Spies of World War II

Door Elyse Graham

New York (HarperCollins) 2024

374 blz. - ISBN 9780063280847

[1] SOE group B training syllabus, British National Archives, HS 7/52.

[2] Zie: J. Pulju, ‘Debating How the IC Should Approach Open Source Intelligence. A Roundtable Discussion’, Studies in Intelligence Vol. 68, No. 3 (2024).

[3] R. Winks, Cloak & Gown. Scholars in the Secret War 1939-1961 (New Haven, Yale University Press, 1989).

Over de auteur(s)

Dr. Ludo Block

Ludo Block is research fellow aan de Nederlandse Defensie Academie en lecturer bij het Instituut of Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden.