Vijfentachtig jaar geleden executeerden de Sovjets in opdracht van Jozef Stalin ongeveer 22.000 Poolse krijgsgevangenen – militaire- en politieofficieren, grenswachten en leden van de intelligentsia – op brute wijze in de bossen van Katyn en begroeven hen in massagraven. Het bloedbad van Katyn is niet alleen een van de gruwelijkste moorden in de geschiedenis van Polen, maar tegelijk ook het begin van een schokkende desinformatiecampagne van de communisten, met het doel het bloedbad van 1940 helemaal uit te wissen. Zij hebben daarvoor een desinformatieapparaat gebruikt dat al in 1923 onder Stalin werd bedacht. Stalin noemde het instrument om leugens te verspreiden ‘desinformatsija’, een naam met een Frans sausje, opzettelijk gepresenteerd als een westerse uitvinding.

De gruwelen van Katyn zijn des te schrijnender als ze in de bredere geopolitieke context geplaatst worden. De massamoord vond plaats nadat zowel Duitsland als de Sovjetunie in september 1939 Polen binnenvielen; Duitsland op 1 september vanuit het westen, gevolgd door de Sovjets 16 dagen later vanuit het oosten. Dit was het directe gevolg van een geheime clausule in het Molotov-Ribbentrop-pact tussen de twee dictaturen, die Polen in tweeën deelde en de Sovjets carte blanche gaf om andere landen zoals Litouwen, Letland, Estland, Finland en delen van Roemenië te annexeren. De gevolgen waren desastreus: deportaties, massamoorden, etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid in de door de Sovjets bezette gebieden. Na hun aanval op Rusland ontdekten de nazi’s de massagraven in Katyn in 1943, waarop de Sovjet-desinformatiemachine op volle toren begon te draaien. De Sovjets ontkenden niet alleen de waarheid, maar wezen de Duitsers als de schuldigen aan. Moskou heeft het Poolse volk zijn geschiedenis voor vele jaren afgenomen. ‘Wie de controle heeft over het verleden, heeft de controle over de toekomst; wie de controle heeft over het heden, heeft de controle over het verleden’, waarschuwde George Orwell. Katyn laat zien hoe waar die woorden zijn.

De misdaad werd gedurende de gehele communistische periode in Polen systematisch uit het collectieve geheugen gewist. Onderdrukking van informatie, vervalsing van feiten en censuur waren de middelen waarmee de waarheid over Katyn werd geblokkeerd. Boeken werden gecensureerd, documenten verdwenen en wie zich hardop uitsprak tegen de officiële lezing riskeerde vervolging. Het was een angstcultuur waarin de waarheid zelf de grootste vijand werd.

Het Russische propagandablad Pravda (de waarheid) werd opgericht op initiatief van Stalin en vormde samen met Izvestia (het nieuws) het belangrijkste desinformatiewapen van de Sovjets. Maar in Pravda en Izvestia stond geen nieuws en geen waarheid. Desinformatie werd een strategisch wapen binnen de actieve maatregelen – de term die de Sovjets gebruikten voor geheime operaties zoals spionage, sabotage en propaganda. Het doel was invloed uitoefenen op de wereldpolitiek, vooral op de westerse democratieën, en verdeeldheid zaaien binnen allianties. Zo werd desinformatsija niet alleen een belangrijk instrument in de Sovjetpropaganda, maar ook een geopolitiek wapen.

Zelfs na de val van de Sovjet-Unie bleef erkenning uit. Rusland gaf in 1990 toe dat zij de moorden hebben gepleegd, maar in 2021 degradeerde het Russische ministerie van Cultuur het monument van Katyn naar ‘regionale betekenis’ – een diplomatiek eufemisme voor collectieve vergetelheid.

In de digitale wereld van nu heeft dit Sovjet-erfgoed een ongekende kracht gekregen. De waarheid heeft een snelheidsprobleem en leugens verspreiden zich sneller dan feiten kunnen worden gecontroleerd. Desinformatie is opnieuw een dodelijk geopolitiek wapen. Sociale media zijn de nieuwe Pravda. Feiten en waarheid worden steeds vaker vervormd. Wat de Sovjets ooit als desinformatsija definieerden, is nu een krachtig instrument geworden in de moderne politieke strijd, zelfs voor wereldleiders. Valse informatie wordt opzettelijk gebruikt om publieke opinie te beïnvloeden, verdeeldheid te zaaien en conflicten te voeden.

Katyn is nu meer dan ooit relevant: het herinnert ons aan de verwoestende gevolgen van leugens die regeren en aan de geschiedenis die door de overwinnaar wordt herschreven. Katyn is geen afgesloten hoofdstuk: het is een spiegel. Wat we daarin zien, hangt af van onze bereidheid om de ongemakkelijke waarheid onder ogen te blijven zien – zelfs wanneer die ons niet uitkomt. De slachtoffers verdienen geen stilte, maar herinnering, erkenning en waarheid. Altijd.

Over de auteur(s)

Beata Bruggeman-Sękowska

Beata Bruggeman-Sękowska is bestuurslid van het Europees Instituut over de Communistische Onderdrukkingen en hoofdredacteur van het Midden- en Oost-Europa Centrum.