Met het terugtrekken van westerse troepen uit Afghanistan in 2021 en de Russische inval van Oekraïne in 2022 lijkt een nieuw tijdperk te zijn aangebroken. Westerse landen verschuiven hun aandacht van irreguliere oorlogvoering, met name counterinsurgency, naar grootschalig, conventioneel conflict. In Nederland is deze verschuiving zichtbaar door de aandacht op hoofdtaak 1. Het opschalen en voorbereiden van de krijgsmacht op grootschalig conflict is noodzakelijk, maar ondertussen dreigen de ervaringen en lessen van de afgelopen twintig jaar naar de achtergrond te verdwijnen. Dit leidt tot een kwetsbaarheid die tegenstanders kunnen en zullen exploiteren. Dit artikel illustreert de verschillende manieren waarop irreguliere oorlogvoering zich manifesteert in de huidige tijd van strategische competitie.
Aandacht voor irreguliere oorlogvoering en de ervaringen en opgedane lessen uit de afgelopen periode van expeditionaire inzet in het kader van stabilisatie- en crisisbeheersingsoperaties staan onder druk. Met de Russische inval van Oekraïne in 2022 keerde een grootschalige interstatelijke oorlog terug op Europees grondgebied. Beelden van loopgraven, gewonde of gedode burgers en militairen, tankgevechten, massale vluchtelingenstromen en verwoeste gebouwen en infrastructuur herinnerden het Westen, en vooral Europese landen, aan de verschrikkingen en kosten van conventionele oorlogen. De bondskanselier van Duitsland, Olaf Scholz, noemde dit moment ‘eine Zeitenwende in der Geschichte’.[1] Deze nieuwe realiteit zorgde voor een verschuiving in het denken van westerse landen over defensiebeleid. Defensiebudgetten worden opgeschroefd, Zweden en Finland zijn toegetreden tot de NAVO, de doctrines van afschrikking en verdediging worden opnieuw beoordeeld, de concepten total defence en maatschappelijke veerkracht worden vaak aangehaald en de lessen uit Oekraïne worden gebruikt om militaire doctrines, onderwijsprogramma’s en de aanschaf van materiaal aan te passen.[2] De boodschap is volgens NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte duidelijk: ‘We are not at war. But we are certainly not at peace either.’[3] De recente trans-Atlantische ontwikkelingen hebben de noodzaak voor Europa om assertief te reageren alleen nog maar meer benadrukt.

Nederlandse troepen in Mali. De lessen van irreguliere oorlogvoering mogen niet in de vergetelheid raken, omdat ze ook relevant zijn voor het moderne grootschalig conflict. Foto MCD, Gerben van Es
Deze strategische heroriëntatie, zichtbaar in Nederland door de prioriteit van hoofdtaak 1, ofwel de verdediging van het eigen en NAVO-grondgebied, is logisch gezien de huidige Russische dreiging en het algehele verslechterde veiligheidsklimaat. Echter, het risico bestaat dat de ervaringen en de kennis van irreguliere oorlogvoering, opgedaan in de voorgaande twee decennia, worden vergeten, mede door de ‘traditionele’ voorkeur van westerse krijgsmachten voor conventionele oorlogen.[4] De afgelopen twintig jaar werden gekenmerkt door irreguliere oorlogvoering, waaronder stabilisatie-operaties, counterinsurgency-campagnes, contraterrorisme en crisismanagement. Westerse legers hadden een expeditionaire focus en waren betrokken bij militaire campagnes in zowel Afrika als het Midden-Oosten.[5] Het voorbereiden van strijdkrachten op een continentale, conventionele oorlog wordt beschreven als ‘well-received by those who see the return of “visceral, high-intensity land warfare” as an opportunity to begin an “institutional recuperation” and jettison two decades of counter-insurgency doctrine.’[6]
Een nauwe focus op een mogelijke conventionele oorlog creëert een kwetsbaarheid die tegenstanders kunnen en zullen uitbuiten. Na de val van Saigon in 1975 verwierp het Amerikaanse leger de Vietnam-ervaring en verlegde daarmee de focus naar conventionele oorlogvoering voor de rest van de duur van de Koude Oorlog. Deze conventionele capaciteiten werden vervolgens in de jaren negentig ingezet bij stabilisatieoperaties maar deze betroffen een breder scala aan conflicten dan het leger-tegen-legergevecht. Ondanks de successen in Operation Desert Storm en Operation Iraqi Freedom in de jaren 90 en begin 2000 werden de VS en zijn bondgenoten geconfronteerd met moderne en gewelddadige opstandelingen in Irak en Afghanistan en bleken de vergeten lessen uit de Vietnamtijd weer relevant. Als reactie op de uitdagende operationele omgeving van deze landen werd de VS gedwongen na te denken over Vietnam en moest het land de lessen trekken die het eerder had verworpen.[7] Door de prominente rol van irreguliere oorlogvoering in de internationale veiligheidsomgeving van vandaag te illustreren, benadrukt dit artikel de boodschap van de Amerikaanse generaal David Petraeus in 2013: ‘we do need to preserve the intellectual understanding and skills gained from the wars of the last decade.’[8]
Einde van een tijdperk
De aanvallen van Al-Qaida op het World Trade Center op 11 september 2001 markeerden het begin van een ‘Global War on Terror’. De invasie van Afghanistan in 2001 en de daaropvolgende invasie van Irak in 2003 veranderden ondanks initieel militaire successen in langdurige irreguliere oorlogen. Niet alleen in het Midden-Oosten maar ook in verschillende Afrikaanse landen werden westerse legers geconfronteerd met irreguliere oorlogen en oorlogvoering. Irreguliere oorlog kan op verschillende manieren worden gedefinieerd, zoals ‘a violent struggle involving non-state actors (including violent armed groups acting as state proxies) and states with the purpose of establishing power, control and legitimacy.’[9] Irreguliere oorlogen zijn inherent politiek en om bevolkingsgroepen te overtuigen en de macht van de tegenstander te ondermijnen, worden naast geweld meestal ook niet-kinetische middelen gebruikt.[10] Westerse legers hebben moeite met irreguliere oorlogvoering, omdat ze een voorkeur hebben voor het voeren van industriële, conventionele oorlogen tegen legers met vergelijkbare capaciteiten.[11] Tegenstanders zijn zich hiervan bewust en proberen daarom deze conventionele oorlogvoering te omzeilen.[12]

Geniemilitairen zoeken in Afghanistan naar Improvised Explosive Devices (IED’s). COIN-operaties bestaan al langer, maar in Irak en Afghanistan moesten westerse krijgsmachten zich aanpassen aan nieuwe tactieken zoals het gebruik van IED’s. Foto MCD, Arnoud Schoor
Een bekende verschijningsvorm van irreguliere oorlogvoering is counterinsurgency (COIN). Verschillende Europese landen hebben ervaring met dit type oorlog. Zo voerden Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland in de negentiende en twintigste eeuw koloniale counterinsurgency-campagnes. De aanpak van counterinsurgency is echter niet consistent geweest. In Irak en Afghanistan werden westerse legers gedwongen zich aan te passen vanwege tactische uitdagingen zoals vijandelijke tactieken (opgaan in de burgerbevolking) en nieuwe technologieën (geïmproviseerde explosieven).[13] Dit resulteerde in, onder andere, de publicatie van de Amerikaanse Field Manual 3-24: Insurgencies and Countering Insurgencies. Deze publicatie was de katalysator voor een verschuiving naar een ‘populatiegerichte benadering’ met daarin directe – ‘shape, clear, hold, build’ – en indirecte – ‘security force assistance’ en beïnvloeding – benaderingen van counterinsurgency.[14] De eerste fase, shape, bevat het begrijpen van de omgeving en het identificeren van de aard en omvang van de dreiging. De clear-fase richt zich op het actief wegnemen van de geïdentificeerde dreigingen. De hold-fase is gericht op het behoud van de controle en het voorkomen dat de dreiging zich opnieuw voordoet, met name door de aanwezigheid van politionele of militaire eenheden. De build-fase richt zich op het creëren van een duurzaam stabiele en veilige omgeving door het ontwikkelen van veiligheidsstructuren en infrastructuur, zoals het ontwikkelen van basisvoorzieningen en het bevorderen van economische ontwikkeling. Deze benadering werd ook op grote schaal overgenomen door Europese legers. In 2007 stelde de Britse Brigadier Mackay, commandant van de 52ste Brigade in Helmand, beïnvloedingsoperaties centraal in zijn campagne.[15] Bovendien werd er geïnvesteerd in de ontwikkeling van human-terrain specialisten, inlichtingenanalyse, Special Operations Forces (SOF) en betere integratie tussen nationale contingenten.[16]
Ter ondersteuning van counterinsurgency voerden westerse legers stabilisatieactiviteiten uit om lokale sociaal-economische ontwikkeling te bevorderen. In Afghanistan werd deze taak toegeschreven aan de Provincial Reconstruction Teams (PRT’s) bestaande uit gemengde civiel-militaire eenheden.[17] Daarnaast verleenden westerse legers Security Force Assistance (SFA) aan partnereenheden zoals de Iraqi Armed Forces (IAF) en het Afghan National Army (ANA) om de legitimiteit van de regering van het gastland te vergroten en deze in staat te stellen om voor haar eigen veiligheid te zorgen. Het verlenen van assistentie aan partnereenheden was aanvankelijk alleen voorbehouden aan Special Forces maar vanwege de grote vraag voerden reguliere eenheden ook SFA-inspanningen uit. De Operational Mentoring and Liaison Teams (OMLT’s) van de International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan zijn een voorbeeld daarvan. Ook deze OMLT’s pasten de manieren aan waarop zij hun Afghaanse partners trainden, adviseerden en assisteerden vanwege operationele uitdagingen en veranderingen.[18]
Ondanks deze inspanningen bleek de insurgency moeilijk te verslaan. In 2014 stortte de IAF in tijdens de strijd tegen Islamitische Staat. Hetzelfde gebeurde met het ANA tijdens het Talibanoffensief in de zomer van 2021. Een jaar later trok Frankrijk zijn troepen terug uit Mali, waar het sinds 2014 een mislukte counterinsurgency-operatie uitvoerde. De bereidheid voor langdurige expeditionaire oorlogen, zoals die in Afrika en het Midden-Oosten, nam af onder westerse landen. Tegelijkertijd bewoog de internationale veiligheidsomgeving langzaam richting geopolitieke interstatelijke competitie, regelmatig benoemd in termen als ‘strategic competition’ of ‘great power competition’. De Russische annexatie van de Krim in 2014 en vooral de Russische invasie van Oekraïne in 2022 keerden het tij voor Europese landen ten aanzien van Rusland. De tweede termijn van de regering-Trump deed er nog een schepje bovenop door het onderlinge vertrouwen in de Noord-Atlantische alliantie als hoeksteen van Europees veiligheidsbeleid te ondergraven.[19]
De perceptie heerst dat aandacht voor counterinsurgency ten koste gaat van vaardigheden en capaciteiten die zijn gericht op grootschalige conventionele oorlogvoering. Er zijn inderdaad enkele tekenen die erop duiden dat westerse legers al bezig zijn de kennis en ervaringen die ze hebben opgedaan tijdens de counterinsurgency-campagnes in Irak en Afghanistan te verwerpen.[20] Martijn van der Vorm richtte zijn onderzoek op de counterinsurgency-ervaringen van de Nederlandse en Britse troepen in Afghanistan en stelt dat de geleerde lessen zijn verdrongen door bijvoorbeeld financiële beperkingen en de verschuiving naar grootschalige conventionele oorlogvoering.[21] Daarnaast stelt Ivor Wiltenburg in zijn onderzoek, met betrekking tot de praktijk van SFA, dat de Britse krijgsmacht het enige voorbeeld is waarbij ervaringen zijn geïnstitutionaliseerd. Blijkbaar ontbreekt het andere staten aan een strategische noodzaak om zich net zoals de Britse krijgsmacht aan te passen.[22] Dit waargenomen ‘gebrek aan een strategische noodzaak’ is problematisch, zoals de volgende sectie beschrijft.
Irreguliere oorlogvoering in een nieuw tijdperk
Irreguliere oorlogvoering is niet meer weg te denken in de huidige tijd van verschuivende internationale betrekkingen en militaire ontwikkelingen. Irreguliere oorlogvoering kan op verschillende manieren worden gedefinieerd.[23] De verscheidenheid aan definities kan grofweg worden onderverdeeld als militair-centrisch, populatie-georiënteerd, of gericht op interstatelijke rivaliteit en competitie. De militaire focus slaat op de negatieve definitie van irreguliere oorlogvoering als een fenomeen anders dan reguliere of traditionele oorlogvoering. Ook staat het strikte onderscheid tussen vrede en oorlog in deze focus centraal. Deze twee aspecten komen terug in het denken omtrent de grijze zone vóór een gewapend conflict en bij activiteiten die geen duidelijke oorlogsdaad zijn, ook wel hybride dreigingen. De populatie-georiënteerde focus op irreguliere oorlogvoering benadrukt het belang van de bevolking en daaraan gerelateerde legitimiteit van actoren en activiteiten. Beïnvloeding staat hierin centraal en kan worden ingezet voor het opbouwen van de eigen legitimiteit of die van een partner, maar ook voor het ondergraven van de legitimiteit van de vijand en het verzwakken van diens wil om te vechten. Dit is de traditionele vorm van irreguliere oorlogvoering die het meest weg heeft van de ervaringen in Afghanistan en Irak.
De laatste benadering van irreguliere oorlogvoering vanuit interstatelijke rivaliteit en competitie focust op het verkrijgen van invloed of een relatief voordeel ten opzichte van een rivaliserende staat. Interstatelijke reguliere conflicten zijn een uiting van deze rivaliteit in het militaire domein, maar dergelijke rivaliteit uit zich ook op diplomatiek, economisch, financieel en juridisch vlak.[24] Vele conflicten tijdens de Koude Oorlog die ontsprongen uit dekolonisatie zijn een voorbeeld van hoe conflicten internationaliseren of worden uitgevochten op irreguliere wijze.[25] Denk daarbij aan de Cubaanse interventies met Sovjet-ondersteuning in Angola in 1975 of de crisis in de Hoorn van Afrika in 1977-78 tussen Ethiopië en Somalië.[26] Deze lenzen belichten aspecten uit de oorlog tussen Rusland en Oekraïne die laten zien dat irreguliere oorlogvoering niet onbeduidend is geworden, ondanks dat deze het karakter van een grootschalig conventioneel conflict heeft. De lessen van de afgelopen decennia die zijn geleerd in conflicten van een andere aard, zijn daarmee niet per definitie irrelevant geworden.
De volgende sectie beschrijft enkele vormen van irreguliere oorlogvoering die zichtbaar zijn in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Deze oorlog is een goed voorbeeld van hoe een mix van irreguliere en reguliere methoden door alle actoren wordt ingezet. Dit geldt voor zowel Rusland als Oekraïne maar ook voor de landen die ondersteuning leveren aan een van de partijen.
Irreguliere oorlogvoering in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne
Rusland, en in het bijzonder de GRU (Russische militaire inlichtingendienst), probeert door middel van verschillende irreguliere tactieken Oekraïne te destabiliseren. De belangrijkste functie van de GRU is ‘politieke oorlogvoering’ die geheime beïnvloeding en manipulatie behelst.[27] Volgens onderzoekers van RUSI blijven Ruslands onconventionele en irreguliere inspanningen centraal staan in zijn strijd tegen Oekraïne.[28] Deze hybride oorlogsactiviteiten zijn niet beperkt tot het targeten van Oekraïne. Rusland wordt ervan verdacht kritieke infrastructuur, zoals onderzeese kabels, aan te vallen en de Russisch-Orthodoxe Kerk te gebruiken voor inlichtingendoeleinden.[29] Dit zijn allebei activiteiten die terugkomen in beschrijvingen van hybride dreigingen als ‘activiteiten in het grijze gebied tussen vrede en oorlog, waarin subversieve, economische, informatie- en diplomatieke middelen, maar ook militaire middelen worden ingezet zonder de grens van gewapend conflict te overschrijden en aanwijsbaar te escaleren.’[30]

Oefening ter bescherming van onderzeese infrastructuur. Rusland bedient zich van onconventionele en irreguliere inspanningen, zoals de vermeende aanvallen op kritieke infrastructuur. Foto MCD, Henriette Guest
Op dezelfde manier gebruikt Oekraïne irreguliere tactieken in de oorlog tegen Rusland. Oekraïense Special Operations Forces (SOF) en inlichtingendiensten hebben campagnes gevoerd, samen met zowel Oekraïense als Russische partizanen, om de Russische spoorwegnetwerken te saboteren. Het Russische leger is logistiek afhankelijk van deze infrastructuur waardoor deze campagnes drastische gevolgen hebben voor operaties.[31] Oekraïne heeft ook verschillende innovatieve strategieën ingezet in de informatieomgeving.[32] Deze strategische communicatie-inspanningen zijn effectief gebleken, aangezien Oekraïne in staat is geweest brede steun te genereren van de Oekraïense bevolking en westerse landen.[33] Tot slot voert het Oekraïense verzet in bezette gebieden directe aanvallen uit en speelt het een belangrijke rol bij het verspreiden van informatie en het beïnvloeden van Russische strijdkrachten.[34] Dit voorbeeld laat het belang zien van het verkrijgen van steun van de bevolking, historisch een centraal aspect in irreguliere oorlogvoering. Samen laten deze voorbeelden zien dat de oorlog tussen Rusland en Oekraïne niet geheel conventioneel is en de kennis over irreguliere oorlogvoering relevant blijft.
De tegenstelling tussen conventionele en irreguliere oorlogvoering weerspiegelt daarom niet de werkelijkheid. Deze termen zijn door academici gebruikt om het karakter van oorlog te begrijpen, waarbij de eerste een gevecht tegen een ‘op dezelfde manier georganiseerde tegenstander’ aanduidt en de laatste een gewelddadige machtsstrijd tussen niet-statelijke actoren en staten.[35] Zoals de oorlog tussen Rusland en Oekraïne echter aantoont, kunnen statelijke actoren ook irreguliere tactieken gebruiken. Islamitische Staat voerde trouwens, als een typische niet-statelijke actor, ook conventionele operaties uit. Bovendien is moderne oorlogvoering volgens generaal Rupert Smith niet-lineair, waarbij burgers niet geïsoleerd zijn van het slagveld.[36] In plaats daarvan zijn ze directe doelwitten, zoals Russische informatieoperaties en bombardementen in Oekraïne aantonen. Oorlogvoering kan in die zin dus worden bekeken op een continuüm waarbij verschillende conventionele en irreguliere middelen kunnen worden gebruikt.[37]
Hoewel de NAVO-lidstaten de mix van irreguliere en conventionele tactieken hebben erkend via de bekende concepten van hybride oorlogsvoering en ‘grijze zone’-activiteiten, blijven westerse landen problemen hebben met het identificeren en inzetten van de juiste middelen om hierop te reageren.[38] Zoals David Ucko en Thomas Marks al in 2018 opmerkten: ‘though in doctrine and rhetoric, military institutions underline the need to prepare for full-spectrum operations, that is for both of these scenarios [irregular and conventional operations], the Western military still shows through its resource allocation and force structure a clear predilection for conventional combat, over and above all contingencies.’[39] Dit roept vragen op over de waarde van termen als ‘hybride oorlogvoering’ en de relatie met de oorspronkelijke doctrine van irreguliere oorlogvoering.
Irreguliere oorlogvoering in de periferie van Europa
Grote mogendheden als Rusland gebruiken niet alleen irreguliere tactieken in Europa, maar concurreren ook met andere staten door irreguliere oorlogvoering in andere regio’s, met name Afrika en het Midden-Oosten. Door middel van proxies en andere niet-kinetische activiteiten vermijden grote mogendheden directe confrontaties. Met andere woorden: strategische competitie en ‘hybride oorlogvoering’ worden vertaald in irreguliere oorlogvoering in de periferie van Europa. Zo schrijft Elena Pokalova dat ‘Russia and China have demonstrated the rising significance of irregular warfare in the era of strategic competition.’[40] Deze observatie is zeker niet nieuw, aangezien irreguliere oorlogvoering een centraal kenmerk was van de Koude Oorlog.[41] De grote spelers in de Koude Oorlog waren betrokken bij veel irreguliere conflicten, waarbij ze de regering of rebellen steunden. ‘What this all implies is that in a world with competing great powers we should expect there to be multiple extended, brutal conflicts for which irregular warfare competency will be critical.’[42] Dit wijst niet alleen op het belang van het institutionaliseren van lessen die zijn geleerd in irreguliere oorlogvoering en het creëren en reserveren van capaciteiten om te reageren op irreguliere dreigingen, maar ook op de noodzaak voor westerse landen om aanwezig te zijn in de gebieden waar Rusland en China hun invloed uitbreiden.[43] Het blijven inzetten op ontwikkelingshulp en diplomatie is dus cruciaal. Of zoals James Mattis, voormalig US Secretary of Defense, zei, ‘the more we put into the State Department’s diplomacy, hopefully the less we have to put into a military budget as we deal with the outcome of an apparent American withdrawal from the international scene.’[44]
De Sahel is een goed voorbeeld om te laten zien hoe strategische competitie wordt uitgespeeld door middel van irreguliere oorlogvoering. De verslechterde relaties tussen het Westen en landen als Mali, Niger en Burkina Faso lieten een leegte achter die andere landen als Rusland en China konden uitbuiten.[45] Terwijl westerse troepen zich uit de regio terugtrokken, zoals de Franse troepen in Mali en Burkina Faso en de EU in Niger, versterkten Rusland, China en Turkije hun relaties met deze landen door irreguliere tactieken te gebruiken. Zo zijn deze drie landen een stap verder gegaan in termen van communicatie door de controle van mediakanalen.[46] Bovendien gebruikte Rusland de recente militaire staatsgrepen in Sahellanden om belangen te bevorderen door de militaire samenwerking te verbeteren.[47] Westerse landen reageren langzaam op deze ontwikkelingen.[48]
In deze regio spelen ook SFA-activiteiten een belangrijke rol. Door de professionaliteit en de operationele capaciteiten van lokale legers te verbeteren, bevorderen staten hun belangen zonder grote troepenaantallen in te zetten. Dit is door grote mogendheden, waaronder China, gebruikt als een instrument van buitenlands beleid.[49] In Afrika leveren zowel China als Rusland militaire training en uitrusting aan landen.[50] Achter deze activiteiten gaan mogelijk verschillende belangen schuil. Rusland probeert vooral strategische invloed uit te breiden, terwijl China SFA gebruikt als onderdeel van een economische ‘alignment strategy’.[51] Met andere woorden: ‘partner forces are as essential in strategic competition as they were in the counterinsurgency and counterterrorism fights of the last two decades.’[52] Het is belangrijk om te benoemen dat westerse legers ook aan dergelijke activiteiten doen. Sterker nog, ze gebruiken SFA zelfs als een instrument in de context van de Russisch-Oekraïense oorlog.[53] Zo worden Oekraïense militairen getraind in Operatie Interflex en de EU Military Assistance Mission in support of Ukraine. Westerse krijgsmachten leveren via SFA een bijdrage aan de verdediging van Oekraïne. Met andere woorden: ‘Training and equipping programs are also key means of deterring or intervening in conventional conflicts – yet require IW tools to implement.’[54]
De dreiging van gewelddadige niet-statelijke actoren
Ten slotte blijven gewelddadige niet-statelijke actoren een dreiging vormen voor Europese landen die niet met conventionele methoden kunnen worden bestreden. Zo heeft de Houthi-beweging in Jemen sinds 2023 verschillende aanvallen uitgevoerd op commerciële schepen in de Rode Zee, waardoor er grote verstoringen in de scheepvaart ontstonden. Dit is problematisch omdat de Rode Zee een belangrijke mondiale handelsroute is van Azië naar Europa.[55] Europese krijgsmachten, waaronder de Britse en Nederlandse marine, worden geconfronteerd met een dergelijke dreiging van opstandelingen, waartegen het gebruik van alleen conventionele militaire macht niet voldoende zal zijn. Volgens Adam Hadley is de Houthi-beweging ‘...a digitally savvy insurgent group. The Houthis are exploiting the internet to amplify their reach, recruit followers, and conduct illicit activities.’[56] Daarom zijn er ook niet-kinetische of irreguliere middelen nodig om deze dreiging te bestrijden.

Nederlandse militairen trainen Oekraïense mariniers in het kader van Operatie Interflex. Security Force Assistance, een begrip uit irreguliere oorlogvoering, is een hulpmiddel voor westerse krijgsmachten om bij te dragen aan de verdediging van Oekraïne. Foto MCD, Jasper Verolme
Zowel in Afrika als het Midden-Oosten zijn terroristische organisaties actief en vormen ze nog steeds een grote bedreiging voor de veiligheid van Europa. Ondanks de inspanningen van de VS en bondgenoten om Islamitische Staat te verslaan via Operation Inherent Resolve is deze transnationale terroristische organisatie niet volledig verslagen.[57] Momenteel controleert Islamitische Staat nog steeds een paar kleine gebieden in Syrië, Irak, Afghanistan en in diverse landen in Afrika.[58] Zo pleegt Islamitische Staat in de Grote Sahara (ISGS) op grote schaal geweld tegen burgers, maar ook tegen internationale veiligheidstroepen.[59] Op dezelfde manier zijn aan Al-Qaida gelieerde groepen, zoals Jama’at Nusrat Al-Islam Wa Al-Muslimeen (JNIM), actief in deze regio en vormen ze ook een bedreiging voor burgers en VN-troepen.[60] Volgens Nina Wilén breiden deze jihadistische groeperingen zich steeds verder uit. In combinatie met voedselonzekerheid en de recente militaire coups is deze ontwikkeling zorgwekkend. De gevolgen, zoals vluchtelingenstromen, zullen voelbaar zijn in Europa.[61]
In het Midden-Oosten zal de dreiging van IS volgens Vanda Felbab-Brown ook blijven sluimeren, aangezien detentiekampen kunnen leiden tot een broedplaats voor hernieuwde terroristische activiteiten, wat vervolgens een aanzienlijke bedreiging vormt voor Europa.[62] Als deze lokale jihadistische groepen hun invloed uitbreiden, kunnen internationaal georiënteerde groepen aanslagen in het buitenland aanwakkeren.[63] Dat gebeurde al in maart 2024 met de aanslag op Crocus City Hall in Moskou. Volgens journalist Frank Gardner laat de aanslag zien dat ‘IS can seize an opportunity to strike an enemy when it is distracted, in this case by the war in Ukraine.’[64] Het onlangs gepubliceerde ‘Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland’ van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid bevestigt de dreiging die uitgaat van gewelddadige niet-statelijke actoren. Volgens het rapport is het aantal onderschepte jihadistische aanslagen sinds oktober 2023 zo sterk toegenomen dat er sprake is van een nieuwe golf van jihadistische aanslagen.[65]
Terroristische organisaties zijn effectiever geworden in het uitvoeren van online propaganda campagnes, waardoor ze individuen in Europese landen mobiliseren en inspireren.[66] Hun militaire capaciteiten zijn aanzienlijk verbeterd door de beschikbaarheid van (dodelijke) technologieën.[67] Zoals David Kilcullen stelt, ‘[these actors] continuously evolved, adapting to a changing threat picture, the spread of conflict into new domains such as cyberspace, the urbanisation of war, the connectivity explosion, and a host of transformative technologies.’[68] Dit heeft ertoe geleid dat gewelddadige niet-statelijke actoren kunnen verdwijnen wanneer dat nodig is, verspreid kunnen vechten en in kleine groepen kunnen opereren met een grotere autonomie, zich kunnen verstoppen in elektronisch verkeer, systemen zoals GPS en Google Earth kunnen gebruiken die tegenstanders niet kunnen tegengaan, media kunnen manipuleren en daardoor aanhangers mobiliseren, en tegenstanders kunnen overtreffen in de ontwikkeling van technologische systemen.[69] Uiteindelijk vergroot dit de overlevingskans van deze actoren en leidt het ertoe dat ze effectiever zijn in de strijd tegen westerse landen. De dreiging van gewelddadige niet-statelijke actoren mag daarom niet worden onderschat.
Tactische lessen uit COIN voor grootschalig conflict
Buiten de drie waargenomen trends – irreguliere oorlogvoering tussen Rusland en Oekraïne, irreguliere oorlogvoering buiten het slagveld in Oekraïne en de voortdurende dreiging van irreguliere actoren zoals criminele organisaties, rebellen en terroristen – zijn er ook concrete lessen relevant en toepasbaar in grootschalig conflict. Al in 2019 identificeerde Nick Reynolds enkele trends in Brits militair optreden tijdens de Afghanistan COIN-inzet, zoals verspreid optreden, die nu zichtbaar zijn in het conflict in Oekraïne. Volgens Reynolds beweren sommigen dat counterinsurgency ten koste gaat van vaardigheden die behoren tot de conventionele oorlogsvoering.[70] Hij weerlegt dit argument door te laten zien dat geleerde lessen uit de counterinsurgency-context ook relevantie hebben voor grootschalige oorlogvoering met hoge intensiteit.
Reynolds beschrijft dat Britse infanterie-eenheden in Helmand verspreid optraden door de grote omvang van het gebied dat onder hun verantwoordelijkheid viel. Daardoor konden ze niet overal permanent aanwezig zijn en de veiligheid garanderen. Dit gaf de Taliban bewegingsvrijheid om de verspreide statische Britse posities en de aanvoerroutes in het Britse ‘achtergebied’ aan te vallen. Reynolds voorzag al dat toekomstig militair optreden in het hoogste geweldsspectrum met hetzelfde probleem zou gaan kampen. Dit komt doordat het concentreren van massa haaks staat op de noodzaak om militair vermogen te spreiden om dit te beschermen tegen precieze luchtaanvallen of artillerievuur. De ontwikkeling en ingebruikname van drones en observatiemiddelen tot op het kleinste tactische niveau heeft in Oekraïne het gevechtsveld dusdanig transparant gemaakt dat beide partijen moeite hebben met het concentreren van massa om een doorbraak in de frontlinie te kunnen forceren.[71] In Afghanistan moesten de Britten verspreid optreden omdat er simpelweg te weinig troepen waren om heel het toegewezen gebied te bestrijken.
Reynolds benoemt vier consequenties van verspreid optreden.[72] Ten eerste laat verspreiding ruimte vrij voor de vijand om te manoeuvreren en vijandig gebied te penetreren met kleine elementen. Ten tweede, het risico van vijandelijk optreden in het eigen achtergebied creëert de noodzaak om combat support en combat service support beter te beschermen tegen vijandelijke aanvallen. Ten derde vergroot verspreiding in kleinere elementen de noodzaak om vuurkracht en tactische escalatiedominantie voor de eigen eenheden organiek in te regelen omdat ondersteuning van neveneenheden niet meer vanzelfsprekend is. Ten slotte moeten eenheden hun mobiliteit behouden en daarmee voorkomen dat zij gebonden raken en worden aangegrepen door precisievuur of vijandelijke eenheden.
In Oekraïne wordt er, door beide partijen, verspreid opgetreden door het risico om te worden aangegrepen door precisievuur wanneer eenheden zich concentreren. Dit geldt niet alleen voor de eenheden aan de frontlinie maar in de diepte binnen het bereik van alom beschikbaar artillerievuur of aanvalsdrones waardoor combat support en combat service support-eenheden met hetzelfde probleem worden geconfronteerd wanneer zij zich zouden concentreren op een plek.[73] Bovendien is het de verwachting dat de meeste capaciteiten van luchtmachten zullen worden gericht op het onderdrukken, verstoren en vernietigen van vijandelijke luchtverdediging om bewegingsruimte en controle over het luchtruim te verkrijgen. In een grootschalig conflict zal die taak niet alleen bij luchtstrijdkrachten liggen maar is het waarschijnlijk dat landgebonden langeafstand- en precisie-(raket)artillerie bijdraagt aan het vernietigen van vijandelijke anti-access/area denial (A2/AD)-wapensystemen.[74] Landeenheden zullen in een dergelijke situatie niet meer kunnen terugvallen op close air support of fire support zoals zij dat de afgelopen decennia gewend waren. Deze ontwikkeling dwingt landeenheden dus om meer vuurkracht en tactische escalatiedominantie organiek op te nemen zonder daarbij serieus aan mobiliteit te verliezen.

Door de ontwikkelingen rond het transparante gevechtsveld worden landeenheden gedwongen om meer vuurkracht en tactische escalatiedominantie organiek op te nemen. Foto MCD, Aaron Zwaal
De door Reynolds geschetste ontwikkelingen zijn alle vier ook zichtbaar in de oorlogvoering in Oekraïne ondanks dat zijn observaties voortkomen uit de Britse counterinsurgency-campagne in Helmand.[75] De Nederlandse krijgsmacht doet er daarom verstandig aan om de gevechtservaring van de voorbije decennia niet bij voorbaat uit te sluiten door een rigide onderscheid te maken tussen operaties, militairen en ervaringen voor hoofdtaak 1 en 2.[76]
Conclusie
Het terugtrekken van troepen uit Afghanistan in 2021 en de Russische inval in Oekraïne in 2022 hebben westerse krijgsmachten ertoe aangezet zich te richten op en te investeren in conventionele oorlogvoering in een grootschalig conflict. Maar zoals generaal Petraeus al eerder zei: ‘we do not always get to choose the wars we fight.’[77] Dit artikel laat zien dat irreguliere oorlogvoering nog steeds een centraal onderdeel is van strategische competitie en grootschalig interstatelijk conflict. Irreguliere oorlogvoering is daarmee absoluut geen verleden tijd, ook al vinden westerse krijgsmachten het een oncomfortabel gegeven. Daarom is het essentieel om de intellectuele kennis en vaardigheden die in de afgelopen twee decennia zijn opgedaan te behouden en te beschermen.[78]
De oorlog tussen Rusland en Oekraïne is niet enkel een conventioneel conflict en wordt ook op irreguliere wijze gevoerd door beide partijen door middel van hybride oorlogvoering, beïnvloedingsoperaties en verzet in bezette gebieden. Strategische competitie manifesteert zich onder andere door middel van irreguliere oorlogvoering in de periferie van Europa, zoals zichtbaar is in de Sahelregio waar Rusland en China hun relaties met deze landen versterken terwijl banden met westerse landen juist verslechteren. En gewelddadige niet-statelijke actoren blijven een bedreiging voor het Westen. Ook al krijgen deze dreigingen niet meer de aandacht in de actualiteit als voorheen, betekent dit niet dat deze dreiging is verdwenen. Integendeel, de instabiliteit in landen rondom Europa neemt toe en inlichtingendiensten signaleren juist een stijging in terroristische activiteiten in Europese landen.
De huidige strategische bijziendheid – een beperkte en kortetermijnvisie op voornamelijk de conventionele aspecten van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne – creëert een kwetsbaarheid die tegenstanders zullen uitbuiten. Hoewel het versterken van conventionele capaciteiten belangrijk is gezien de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en voor het afschrikken van Rusland, moeten Europese krijgsmachten voorkomen dat ze verstrikt raken in de cyclus die in de Verenigde Staten ontstond na de val van Saigon in 1975 toen het Amerikaanse leger de focus verlegde naar conventionele oorlogvoering, met een mogelijke toekomstige confrontatie tussen de NAVO en Warschaupact in het achterhoofd.[79] ‘A World War II veteran, Depuy [former Training and Doctrine Command (TRADOC) commander] looked to that conflict as being much more relevant to the modern army than their most recent distractions in Korea and Vietnam.’[80] Hoewel de meningen verschillen over de redenen waarom de Vietnamoorlog ‘vergeten’ werd, is het een feit dat er belangrijke lessen verloren gingen. Met alle gevolgen van dien voor de decennia na de Koude Oorlog.[81]
Hoe kan een dergelijke herhaling voorkomen worden? Ten minste door bewustwording, onderwijs en onderzoek naar irreguliere oorlogvoering in de krijgsmacht te blijven stimuleren.[82] De Nederlandse krijgsmacht heeft de gevechtservaring van de afgelopen decennia nodig om voorbereid te zijn op de huidige en toekomstige bedreigingen. Dit betekent dat de lessen en ervaringen in irreguliere oorlogvoering behouden moeten blijven. Daarom focust binnen de Faculteit Militaire Wetenschappen de vakgroep Irreguliere Oorlogvoering & Speciale Operaties zich op onderzoek en onderwijs op onderwerpen als COIN, contra-terrorisme, dekolonisatieoorlogen, Security Force Assistance, niet-statelijke actoren, speciale operaties en SOF, onconventionele oorlogvoering en verzet. In de woorden van Alexandra Chinchilla: ‘failure to understand Irregular Warfare equates to only preparing for the most dangerous form of conflict while underinvesting in a common, complicated and complex form of conflict.’[83]
[1] Bundesregierung, ‘Zeitenwende-Rede des Bundeskanzlers am 27.2.2022’. Zie: https://www.bundesregierung.de/breg-de/aktuelles/regierungserklaerung-von-bundeskanzler-olaf-scholz-am-27-februar-2022-2008356.
[2] Sandor Fabian, ‘The Illusion of Conventional War: Europe Is Learning the Wrong Lessons from the Conflict in Ukraine’, Modern War Institute, 23 april 2024. Zie: https://mwi.westpoint.edu/the-illusion-of-conventional-war-europe-is-learning-the-wrong-lessons-from-the-conflict-in-ukraine/; Sebastian Clapp, ‘Russia’s War on Ukraine: Reflections on European Security, Neutrality and Strategic Orientation’, European Parliamentary Research Service, mei 2022.
[3] NATO, ‘“To Prevent War, NATO Must Spend More” - Speech by NATO Secretary General Mark Rutte at the Concert Noble, Brussels’, NATO, 12 december 2024. Zie: https://www.nato.int/cps/en/natohq/opinions_231348.htm.
[4] Martijn van der Vorm, ‘Learning and Forgetting Counterinsurgency’, in: Rob Johnson, Martijn Kitzen en Tim Sweijs (red.), The Conduct of War in the 21st Century: Kinetic, Connected and Synthetic (1st ed., Abingdon, Oxon; New York, NY, Routledge, 2021) 189.
[5] Alessandro Marrone, ‘The War against Ukraine and Its Lessons for NATO Militaries: Food for Thought’, Istituto Affari Internazionali, februari 2023.
[6] Joseph Reilly, ‘“Perfidious Albion”? British Foreign Policy in an Age of Strategic Choice’, The RUSI Journal 168 (2023) (7) 52. Zie: https://doi.org/10.1080/03071847.2024.2307177.
[7] David Fitzgerald, Learning to Forget: US Army Counterinsurgency Doctrine and Practice from Vietnam to Iraq (Redwood City, US: Stanford University Press, 2013).
[8] David H. Petraeus, ‘Reflections on the Counter-Insurgency Era’, The RUSI Journal 158 (2013) (4) 82. Zie: https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/03071847.2013.826514.
[9] Martijn Kitzen, ‘Operations in Irregular Warfare’, in: Anders McD Sookermany (red.), Handbook of Military Sciences (Cham: Springer International Publishing, 2020) 5.
[10] Kitzen, ‘Operations in Irregular Warfare’, 5.
[11] Martijn Kitzen, ‘Westerse Militaire Cultuur en Counter-Insurgency’, Militaire Spectator 177 (2008) (3) 132.
[12] David Kilcullen, ‘Irregular and Unconventional Warfare’, in: Artur Gruszczak en Sebastian Kaempf (red.), Routledge Handbook of the Future of Warfare (1st ed., London: Routledge, 2023) 166–77.
[13] Theo Farrell, Frans Osinga, en James A. Russell, Military Adaptation in Afghanistan (Redwood City, US: Stanford University Press, 2013) 2.
[14] De herziene versie van 2006 is: ‘FM 3-24 Insurgencies and Countering Insurgencies’ (US Army, May 2014), Hoofdstuk 9.
[15] Theo Farrell, Unwinnable. Britain’s War in Afghanistan (London: Vintage, 2017) 212.
[16] Ben Barry, Harsh Lessons: Iraq, Afghanistan and the Changing Character of War (Milton, UK: Taylor & Francis Group, 2017) 135.
[17] M. Grandia Mantas, ‘Provincial Reconstruction Teams. Symbool van NAVO-commitment in Afghanistan of meer?’, Militaire Spectator 179 (2010) (10).
[18] Ivor Wiltenburg, Adapting to Improve. The Odyssey of the Operational Mentoring and Liaison Teams of the United Kingdom, the Netherlands and Belgium (Universiteit Leiden, 2023) 255.
[19] Wolfgang Ischinger, ‘Europe’s Moment of Truth’, Foreign Affairs, 2 maart 2025. Zie: https://www.foreignaffairs.com/ukraine/volodymyr-zelensky-trump-europes-moment-truth.
[20] Martijn van der Vorm, The Crucible of War: Dutch and British Military Learning Processes in and beyond Southern Afghanistan (Proefschrift, Universiteit Leiden, 2023), 18.
[21] Van der Vorm, The Crucible of War, 394.
[22] Wiltenburg, Adapting to Improve, 253.
[23] Sandor Fabian en Gabrielle Kennedy, ‘The Conceptualization of Irregular Warfare in Europe’ (Irregular Warfare Center, april 2023). Zie: https://irregularwarfarecenter.org/publications/research-studies/the-conceptualization-of-irregular-warfare-in-europe/.
[24] In de Amerikaanse National Defense Strategy (2020) is irreguliere oorlogvoering gedefinieerd als ‘a struggle among state and non-state actors to influence populations and affect legitimacy. Irregular warfare favors indirect and asymmetric approaches, though it may employ the full range of military and other capabilities, in order to erode an adversary’s power, influence, and will.’ Dit wordt ook onderschreven door de recent uitgekomen DoD Instruction 3000.07 Irregular Warfare (29 september 2025).
[25] Daniel Byman, ‘Why States are Turning to Proxy War’, The National Interest, 26 augustus 2018. Zie: https://nationalinterest.org/feature/why-states-are-turning-proxy-war-29677; Slavko N. Bjelajac, ‘Unconventional Warfare: American and Soviet Approaches’, The Annals of the American Academy of Political and Social Science 341 (1962) (1) 78-80.
[26] Patrick J. Savage, ‘The Conventionality of Russia’s Unconventional Warfare’, Parameters 48 (2018) (2) 78-80; Roger E. Kanet, ‘The Superpower Quest for Empire: The Cold War and Soviet Support for “Wars of National Liberation”’, Cold War History 6 (2006) (3) 337-339.
[27] Kilcullen, ‘Irregular and Unconventional Warfare’, 170.
[28] Jack Watling, Oleksandr Danylyuk en Nick Reynolds, ‘The Threat from Russia’s Unconventional Warfare Beyond Ukraine, 2022–24’ 1 (London: Royal United Services Institute, 2024).
[29] ‘Russia’s Hybrid War in Europe Enters a Dangerous New Phase’, IISS, (26 november 2024). Zie: https://www.iiss.org/online-analysis/online-analysis/2024/11/russias-hybrid-war-in-europe-enters-a-dangerous-new-phase/.
[30] Mason Clark, ‘Russian Hybrid Warfare’ (Washington DC: Institute for the Study of War, september 2020) 8. Eigen vertaling van Clarks definitie.
[31] Doug Livermore, ‘Ukraine’s Railway Wars: How to Sabotage Russian Military Logistics’, Irregular Warfare Initiative, 22 oktober 2024. Zie: https://irregularwarfare.org/articles/ukraines-railway-wars-how-to-sabotage-russian-military-logistics/.
[32] Peter Schrijver, ‘Ukraine’s Fight on the Front Lines of the Information Environment’, Modern War Institute, 12 september 2023. Zie: https://mwi.westpoint.edu/ukraines-fight-on-the-front-lines-of-the-information-environment/.
[33] Ivar Ekman en Per-Erik Nilsson, ‘Ukraine’s Information Front – Strategic Communication during Russia’s Full-Scale Invasion of Ukraine’, Försvarsmakten, april 2023.
[34] Oleksandr V. Danylyuk, ‘Against the Odds: Lessons from the Ukrainian Resistance Movement’, RUSI, 9 juli 2023. Zie: https://www.rusi.org/explore-our-research/publications/commentary/against-odds-lessons-ukrainian-resistance-movement.
[35] Kitzen, ‘Operations in Irregular Warfare’, 3-4.
[36] Martijn Kitzen, ‘Conventional and Unconventional War Are Not Opposites’, War Room - U.S. Army War College (blog), 28 maart 2019. Zie: https://warroom.armywarcollege.edu/articles/conventional-and-unconventional-war-are-not-opposites/.
[37] Kitzen, ‘Conventional and Unconventional War’.
[38] David H. Ucko en Thomas A. Marks, ‘Violence in Context: Mapping the Strategies and Operational Art of Irregular Warfare’, Contemporary Security Policy 39 (2018) (2) 211. Zie: https://doi.org/10.1080/13523260.2018.1432922.
[39] Ucko and Marks, ‘Violence in Context’, 211.
[40] Elena Pokalova, ‘Teaching Irregular Warfare in the Era of Strategic Competition’, Modern War Institute, 7 november 2022. Zie: https://mwi.westpoint.edu/teaching-irregular-warfare-in-the-era-of-strategic-competition/.
[41] Jacob Shapiro en Liam Collins, ‘Great Power Competition Will Drive Irregular Conflicts’, War on the Rocks, 8 april 2024. Zie: https://warontherocks.com/2024/04/great-power-competition-will-drive-irregular-conflicts/.
[42] Shapiro en Collins, ‘Great Power Competition’.
[43] International Crisis Group, ‘Mapping Conflict: Russia’s growing influence in Africa’, 2 oktober 2025. Zie: https://www.crisisgroup.org/europe-central-asia/russia-internal/mapping-conflict-russias-growing-influence-africa; Ilaria Carrozza en Nicholas J Marsh, ‘Great Power Competition and China’s Security
Assistance to Africa: Arms, Training, and Influence’, Journal of Global Security Studies 7
(2022) (4). Zie: https://doi.org/10.1093/jogss/ogac027.
[44] Kevin Baron, ‘Brass tone down the ask for foreign aid’, Foreign Policy, 6 maart 2013. Zie: https://foreignpolicy.com/2013/03/06/brass-tone-down-the-ask-for-foreign-aid/.
[45] Beatriz de León Cobo, ‘Shifting Alliances: The Sahel’s Geostrategic Evolution in a Multipolar Era’, 13 september 2024. Zie: https://www.rusi.org/explore-our-research/publications/commentary/shifting-alliances-sahels-geostrategic-evolution-multipolar-era.
[46] De León Cobo, ‘Shifting Alliances’.
[47] Watling, Danylyuk en Reynolds, ‘The Threat from Russia’s Unconventional Warfare beyond Ukraine, 2022-24’, 19, 22-25.
[48] De León Cobo, ‘Shifting Alliances’.
[49] Carrozza en Marsh, ‘Great Power Competition’.
[50] Carrozza en Marsh, ‘Great Power Competition’; Nina Wilén, Securitizing the Sahel. Analysing External Interventions and their Consequences (Oxford University Press, 2025) 193-224.
[51] Carrozza en Marsh, ‘Great Power Competition’, 8.
[52] Alexandra Chinchilla et al., ‘Irregular Warfare in Strategic Competition’, Defence Studies 24 (2024) (1) 150. Zie: https://doi.org/10.1080/14702436.2023.2279620.
[53] Vibeke Gootzen, Ivor Wiltenburg en Martijn Kitzen, ‘Operation Interflex: A Change in the Character of Security Force Assistance?', Defense & Security Analysis 41 (2025) (1).
[54] Chinchilla et al., ‘Irregular Warfare in Strategic Competition’, 150.
[55] Noah Berman, ‘How Houthi Attacks in the Red Sea Threaten Global Shipping’, Council on Foreign Relations, 12 januari 2014. Zie: https://www.cfr.org/in-brief/how-houthi-attacks-red-sea-threaten-global-shipping.
[56] Adam Hadley, ‘We Need to Move Beyond Bombs and Bullets to Counter Terrorism’, RUSI, 31 oktober 2024. Zie: https://rusi.org.
[57] ‘Violent Extremism in the Sahel’, Global Conflict Tracker. Zie: https://cfr.org/global-conflict-tracker/conflict/violent-extremism-sahel.
[58] Koen Aartsma, Liam Klein en Chiara Schrader, ‘Geopolitiek Changement Op Het Wereldtoneel. Een Foresightstudie’, Clingendael, januari 2025.
[59] Jared Thompson, ‘Examining Extremism: Islamic State in the Greater Sahara’, CSIS, 22 juli 2021. Zie: https://www.csis.org/blogs/examining-extremism/examining-extremism-islamic-state-greater-sahara.
[60] ‘Mapping Armed Groups in Mali and the Sahel’, European Council on Foreign Relations, mei 2019. Zie: https://ecfr.eu/special/sahel_mapping/jnim.
[61] Nina Wilén, ‘Silence in the Sahel does not equal stability’, Egmont Policy Brief 374, april 2025. Zie: https://www.egmontinstitute.be/app/uploads/2025/04/Nina-Wilen_Policy_Brief_374_vFinal.pdf?type=pdf.
[62] Vanda Felbab-Brown, ‘Nonstate Armed Actors in 2024: The Middle East and Africa’, Brookings, 16 januari 2024. Zie: https://www.brookings.edu/articles/nonstate-armed-actors-in-2024-the-middle-east-and-africa/.
[63] Ministerie van Justitie en Veiligheid, ‘Terrorist threat level raised to “substantial” - News item - National Coordinator for Security and Counterterrorism’, nieuwsbericht 12 december 2023. Zie: https://english.nctv.nl/latest/news/2023/12/12/terrorist-threat-level-raised-to-substantial.
[64] Frank Gardner, ‘IS: A Persistent Danger, 10 Years since Its Peak’, BBC, 29 juni 2024. Zie: https://www.bbc.com/news/articles/cv2g3gz08ylo.
[65] Ministerie van Justitie en Veiligheid, ‘Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland december 2024 - Publicatie - Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid’, 17 December 2024. Zie: https://www.nctv.nl/documenten/publicaties/2024/12/17/dreigingsbeeld-terrorisme-nederland-december-2024.
[66] Ministerie van Justitie en Veiligheid, ‘Terrorist threat level raised to “substantial”’.
[67] Andrea Beccaro, ‘Non-State Actors and Modern Technology’, Small Wars & Insurgencies 34 (2023) (4). Zie: 780, https://doi.org/10.1080/09592318.2022.2104298.
[68] David Kilcullen, The Dragons and the Snakes. How the Rest Learned to Fight the West (C. Hurst & Co Publishers Ltd, 2022) 66.
[69] Kilcullen, The Dragons and the Snakes, 83.
[70] Nick Reynolds, ‘Learning Tactical and Operational Combat Lessons for High-End Warfighting from Counterinsurgency’, The RUSI Journal 164 (2019) (7) 45. Zie: https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/03071847.2019.1700686.
[71] ‘The added dangers of fighting in Ukraine when everything is visible’, The Economist, 6 februari 2025. Zie: https://www.economist.com/europe/2025/02/06/the-added-dangers-of-fighting-in-ukraine-when-everything-is-visible.
[72] Reynolds, ‘Learning Tactical and Operational’, 48-53.
[73] Stacie L. Pettyjohn, ‘Drones are transforming the battlefield in Ukraine but in an evolutionary fashion’, War on the Rocks, 5 maart 2024. Zie: https://warontherocks.com/2024/03/drones-are-transforming-the-battlefield-in-ukraine-but-in-an-evolutionary-fashion/; Dwight Phillips, ‘Multi-Domain Operations: Passing the Torch’, The Hague Centre for Strategic Studies, november 2023, 7.
[74] Justin Bronk en Jack Watling, ‘Rebalancing European Joint Fires to Deter Russia’, RUSI Occasional Paper (april, 2025) 16.
[75] Reynolds, ‘Learning Tactical and Operational’, 48.
[76] Martijn Kitzen, ‘Hoofdtaak 2-militairen’, Carré 48 (2025) (3).
[77] Petraeus, ‘Reflections on the Counter-Insurgency Era’, 86.
[78] Ibidem, 82.
[79] Robert R. Leonhard, The art of maneuver. Maneuver-warfare theory and airland battle (Presidio, 1991) 136.
[80] Leonhard, The art of maneuver, 130.
[81] United States Army Training and Doctrine Command, ‘From Active Defense to AirLand Battle: The Development of Army Doctrine 1973-1982’, juni 1984, 2. Zie: https://www.tradoc.army.mil/wp-content/uploads/2020/10/From-Active-Defense-to-AirLand-Battle.pdf.
[82] Todd Greentree, ‘Teaching for Irregular Warfare Competencies’, War Room - U.S. Army War College, 25 oktober 2024. Zie: https://warroom.armywarcollege.edu/articles/competencies-4/.
[83] Chinchilla et al., ‘Irregular Warfare in Strategic Competition’, 150.