U zult er waarschijnlijk niet bij stilstaan, maar op het moment dat u deze column onder ogen krijgt staan we aan de vooravond van het nieuwe decennium. Lekker belangrijk, zult u denken. Ware het niet dat over de periode 2020-2030 ooit één van de grootste Nederlandse strategische studies is uitgevoerd. Drie jaar lang rekenden en analyseerden ambtenaren, academici en militairen vanuit Defensie, Buitenlandse Zaken, Justitie en Financiën aan een lijvige strategische blik in de toekomst. Waar gaat het heen in de wereld en hoe moet Defensie daarnaar handelen? Het 318 pagina’s tellende Eindrapport Verkenningen. Houvast voor de krijgsmacht van de toekomst werd in 2010 gepresenteerd.

Weet u nog wel, het jaar 2010? We hadden toen het kabinet Balkenende IV, Eimert van Middelkoop (CU) was minister van Defensie. De gevolgen van de kredietcrisis drukten zwaar op de Rijksbegroting. Barack Obama zat nog in zijn eerste termijn als president van de VS. Osama Bin Laden keutelde nog vrij rond in Abbottabad (Pakistan) of omstreken.

Hoe werd er vanuit die tijd gekeken naar 2020? En hoe houdbaar zijn die strategische toekomstvoorstellingen achteraf gebleken?

Pogingen om de aard van toekomstige oorlogen te kunnen voorspellen zijn net zo oud als oorlog voeren zelf. Emeritus hoogleraar Lawrence Freedman (War Studies, Kingston College) schreef er een interessant boek over. In The Future of War. A History analyseert hij militaire toekomstvoorspellingen uit 150 jaar krijgsgeschiedenis en nuanceert hun bruikbaarheid voor de toekomst. Doortrekken van de geschiedenis via het heden naar de toekomst is meestal te mooi om te kunnen kloppen. De belangrijkste reden: oorlog gaat met te veel onzekerheden gepaard om er eenduidige toekomstvoorspellingen op los te laten. In een aantal gevallen waren het romanschrijvers zoals H.G. Wells (1866-1946) en Tom Clancy (1947-2013) die, gebruikmakend van hun fantasie, achteraf gezien dichterbij de waarheid zaten dan militairen en ambtenaren wiens voltijd taak het was om in lijvige rapporten de militaire toekomst te schetsen.

Dikwijls vormden de voorspellingen meer een spiegel voor de maatschappij en het krijgsbedrijf van toen, dan een waarachtige blik in de toekomst. Ook de Verkenningen ‘ruiken’ naar 2010. Het pessimisme van de kredietcrisis – daar hoorde je helemaal niemand meer over in 2019 – klinkt overal in door. ‘Terwijl de militaire uitgaven in de wereld als geheel blijven stijgen, bestaat er een gerede kans dat veel NAVO- en EU-lidstaten de komende jaren hun defensie-uitgaven – al dan niet tijdelijk – verlagen als gevolg van de door de financieel-economische crisis veroorzaakte begrotingstekorten.’[1] Nog geen jaar na publicatie van het rapport voerde de opvolger van Van Middelkoop, Hans Hillen (CDA), een monsterbezuiniging van 1 miljard euro door op de krijgsmacht. De landmacht raakte al haar tanks kwijt.

Maar hoe waarheidsgetrouw waren die voorspellingen voor de langere termijn? Dat NAVO-land Nederland inmiddels weer meer investeert in de krijgsmacht – al dan niet onder druk van de VS – werd in 2010 absoluut niet voorzien.

Dat er weer wordt geïnvesteerd in Defensie, kan op het conto worden geschreven van twee gebeurtenissen die niemand echt zag aankomen. Ten eerste de annexatie van de Krim in 2014, waardoor Rusland zich weer als potentiële vijand van het NAVO-grondgebied presenteerde. Terug van weggeweest was de nadruk op conventionele oorlogvoering. Al werd die wel in een nieuw jasje gestoken: hybrid warfare. Die trend werd overigens wel gesignaleerd in 2010: ‘De komende twee decennia moet, naast de mogelijkheid van conventionele conflicten, vooral rekening worden gehouden met meer ‘hybride’ conflicten, dat wil zeggen conflicten waarin tegenstanders zowel reguliere als irreguliere strijdmethodes hanteren in een poging onze kwetsbare plekken te raken.’[2]

Een tweede totaal onverwachtse wending die de schrijvers van de Verkenningen niet zagen aankomen – en je kunt het ze moeilijk kwalijk nemen – was de verkiezing van Donald Trump tot president van de VS in 2016. Eenmaal geïnstalleerd in het Witte Huis maakte hij een draai in het buitenlandbeleid van de VS: NAVO-landen moesten zelf maar meer voor hun eigen veiligheid gaan zorgen. Ook zou de VS niet langer de politieagent van de wereld spelen. De Russische president Poetin is in dit vacuüm  gesprongen. Waar hij in eigen land stuit op toenemende impopulariteit, heeft Poetin het Midden-Oosten ontdekt als de plek waar de schaakstukken nog wel willen bewegen. Die tegenstelling tussen de Russische binnenlandse stagnatie versus buitenlandse ambities zagen de onderzoekers van de Verkenningen wel aankomen in 2010: ‘Hoewel Rusland zal blijven streven naar een vooraanstaande rol op het internationale toneel, heeft het te maken met een krimpende bevolking, separatistische krachten en een eenzijdige economie die dit streven kunnen ondermijnen. Een Russisch gevoel van miskenning en binnenlandse instabiliteit kunnen gevolgen hebben voor de veiligheid van de lidstaten van de NAVO en de EU.’[3] Dit zou zo maar een analyse in een krant uit 2019 kunnen zijn over Poetins optreden afgelopen jaar. Toch komt het uit 2010.

In algemene zin gaven de Verkenningen een aardig beeld van wat ons te wachten zou komen te staan. Verrassender is de manier hoe dit concreet is geschied, en welke implicaties dit heeft gekregen. Dat Poetin in 2014 de Krim annexeerde liet zich niet voorspellen. Dat Russisch-gezinde rebellen in datzelfde jaar vlucht MH17 neerschoten al helemaal niet. Nog een paar van die blinde vlekken: De Arabische Lente in 2011, de burgeroorlog in Syrië, de opkomst van Islamitische Staat en de vluchtelingencrisis van 2015. Wie van verrassingen houdt, zat helemaal in zijn element in het tweede decennium van de 21e eeuw.

Toekomstvoorspellingen moeten houvast bieden. Dat vormt het theoretische fundament om langetermijninvesteringen te kunnen doen: moet Defensie zich primair voorbereiden op het grootschalig conventionele conflict met bijbehorende zware wapens? Of met lichtere eenheden focussen op crisisbeheersingsoperaties en counterinsurgency? Welke wapensystemen en doctrines horen hierbij? De paradox is dat die toekomst inherent onvoorspelbaar is, terwijl een krijgsmacht alleen effectief kan functioneren als zij over een zeker voorspellend vermogen beschikt. Alleen zo kan zij anticiperen op potentiële dreigingen. Bovendien lijkt die onzekerheid alleen maar toe te nemen – zeker in de multipolaire wereld waar we nu in terecht lijken te komen.

Lawrence Freedman bestudeerde de future of warfare van de afgelopen 150 jaar. Aan het einde van zijn boek komt hij met een ontnuchterende conclusie. De toekomst van oorlogvoeren is zelden zo onzeker geweest als nu.

De militaire glazen bol wordt steeds waziger.

 

[1] Eindrapport Verkenningen. Houvast voor de krijgsmacht van de toekomst (Den Haag, mininsterie van Defensie, 2010) 63.

[2] Eindrapport Verkenningen, 92.

[3] Eindrapport Verkenningen, 60.

Over de auteur(s)

Jaus Müller MA

Jaus Müller MA is militair historicus en werkt bij het cluster Onderwijs van de afdeling Operationele Dienstverlening van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.