Een ijzige oostenwind, komend uit Belarus en het daarachter gelegen Rusland, blies afgelopen januari over de besneeuwde heuveltoppen in het grensgebied tussen Polen en Litouwen. Ik stond nabij het boerendorp Trumpalis met gezicht naar het noorden. Voor mij strekten de Baltische staten zich uit. Links van mij, in het westen, op nog geen 25 kilometer afstand, lag de grens met Rusland. Daar begon Kaliningrad. Keek ik naar rechts, dan lag daar op 45 kilometer afstand de grens met Belarus (Wit-Rusland). Ik stond precies in wat de Suwalki-corridor wordt genoemd, het stuk land dat is ingeklemd tussen deze twee ‘Ruslanden’.
De Russen spreken liever van de Suwalki-gap in plaats van corridor. Het steekt de Russische leider Vladimir Poetin dat het ene stuk Rusland (Kaliningrad) over land alleen bereikbaar is via NAVO-partners Polen en Litouwen. Niet gek dus dat de Litouwers de bui al zien hangen: Russische troepen die (dit deel van) Litouwen wellicht gaan bezetten, onder voorwendselen die we nu alvast kunnen verzinnen, zoals ‘Litouwen bedreigt de Russische bewegingsvrijheid’.
De Litouwers die ik sprak tijdens de ongeveer vijftien keer dat ik in het land was zeiden allen: het is geen vraag of de Russen Litouwen binnenvallen, maar wanneer. De Litouwers hoeven maar even de complexe Litouwse geschiedenis erop na te slaan om te weten hoe groot die kans is. De Russen kwamen in 1795, 1815, 1832, 1919, 1920, 1940, 1944 en voor het laatst in 1991, toen Russische tanktracks burgers in Vilnius vermorzelden, waarbij veertien ongewapende Litouwse demonstranten gedood werden toen die opkwamen voor de onafhankelijkheid van hun land.
Na 1991 leek de Russisch-Litouwse verhouding wat te verbeteren. Russische dreiging was er nog wel, maar vooral door energie-afsluitingen, politieke beïnvloeding en proberen de samenleving te ontwrichten. Vervelende acties van de eeuwige stokebrand Rusland, maar niet per se een dreiging die je met militaire middelen tegenhoudt.[1] Mede juist doordat die dreiging niet-militair leek besloot Litouwen begin 2014, als een van de laatste landen in Europa, de militaire dienstplicht op te schorten. De Litouwers hebben er maar kort van mogen profiteren: toen Rusland in 2014 de Krim binnenviel gingen alle alarmbellen af in Vilnius. Nog geen jaar later, in 2015, was de dienstplicht alweer terug van weggeweest.
Litouwen, met 2,8 miljoen inwoners, kan met moeite twee brigades op de been brengen voor zijn reguliere militaire verdediging. Zijn nieuwe veiligheidsstrategie uit 2021 gaat er dan ook vanuit dat niet alleen militairen het land verdedigen, maar feitelijk iedereen: burgerverzet is een van de belangrijkste verdedigingsprincipe van Litouwen, genaamd total defence. Sinds 2021 staat er in hun doctrine: ‘Lithuania’s defence is impossible without citizens who are determined to resist the aggressor in every possible way. Citizens’ preparation begins with the formation of will, the implementation of civic and patriotic values. Resistance to various modern threats – disinformation and propaganda, hybrid attacks – is also being strengthened. Citizens wishing to contribute to the defence of an armed state have access to a wide range of military training opportunities.’[2] Iedere burger, ongeacht leeftijd, moet bereid zijn om bij te dragen aan het voorkomen van bedreigingen en aan het verzet tegen agressie en bezetting. Burgers mogen geweld gebruiken bij de verdediging van hun land, maar wie dat niet wil wordt geacht op andere manieren bij te dragen: ‘Citizens defend the state with weapons and take part in unarmed civil resistance.’
Vergelijk dat eens met Nederland, waar we het idee hebben dat we als bevolking onze nationale veiligheid kunnen outsourcen aan een stel goedwillende, betaalde vrijwilligers: ons beroepsleger. Als er oorlog uitbreekt blijven ‘wij’ rustig onze havermelkcappuccino drinken, terwijl ‘zij’ van het leger het voor ons oplossen.
Dit ‘wij van de bevolking’ tegenover ‘zij in het leger’, zeg maar de inversie van total defence, kwam illustratief tot uitdrukking in het nieuwe EO-programma Dit is Tijs van Tijs van den Brink, uitgezonden op 25 januari.[3] Hierin stelde Van den Brink, in aanwezigheid van staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman, aan Defensie-dienjaarrekruten de vraag of zij wilden vechten – en zelfs sterven – voor ‘volk en vaderland’. Een van hen, keurig in gevechtstenue, antwoordde zonder aarzelen met ‘ja’. Waarop Tijs van den Brink op net iets te frivole toon afrondend concludeerde: ‘Zo, klinkt goed toch?’ De (onbedoelde) ondertoon: fijn dat er jongelui zijn die voor ‘ons’ willen sterven, dan hoeven wij in elk geval niks te doen. Een duidelijk voorbeeld van outsourcing van veiligheid dus. Van den Brink, per slot van rekening zelf burger van het te beschermen Nederland, plaatste zichzelf (en de rest van niet-militair Nederland) geheel buiten elke verantwoordelijkheid om Nederland te verdedigen. Dat is immers een taak voor anderen.
Achteraf schrok Van den Brink van de ophef die ontstond na dit item. ‘Sneuvelbereid zijn is iets heel groots, waar ik te gemakzuchtig over sprak. Dat had ik zorgvuldiger moeten doen’, schreef Van den Brink naderhand op de website van de EO.[4] Ook Gijs Tuinman zat er mee in zijn maag. Drie dagen na de uitzending liet hij op zijn socialmedia-accounts weten dat de term ‘sneuvelbereidheid’ de lading niet dekt. Sneuvelen is immers voor geen enkele militair een doel op zich. Liever sprak hij van ‘gevechtsbereidheid’, wat hij koppelde aan de vastberadenheid van militairen om hun taak te volbrengen, ‘want dat doet wel recht aan wat onze mannen en vrouwen in uniform dagelijks laten zien’, aldus Tuinman.[5]
Of wij in Nederland ook een op Litouwse leest geschoeide total defence-strategie moeten omarmen is maar de vraag. Maar de gehele (uit de bocht gevlogen) discussie bij Van den Brink liet wel zien hoever wij in Nederland verwijderd zijn van total defence.
Inzetten op versterken van de weerbaarheid van de samenleving is een goed begin. Maar vraag het aan de Litouwers in de kwetsbare Suwalki-corridor: zodra de Russen komen, dan heb je meer nodig dan alleen dat.
[1] D. Rogulis, ‘Understanding Lithuania’s total defence approach in the face of Russian threat through principal–agent theory’, Security and Defence Quarterly Vol. 49, No. 1 (2025).
[2] Lithuanian Ministry of National Defence, Strategic Provisions.
[3] ‘Dit is Tijs’, EO, 25 januari 2025. Zie: https://npo.nl/start/serie/dit-is-tijs/seizoen-2/dit-is-tijs_17/afspelen.
[4] Tijs van den Brink, ‘Sneuvelbereid zijn, is iets heel groots’, EO, 31 januari 20025.
[5] Gijs Tuinman, ‘Sneuvelbereid’, 28 januari 20025.