Tussen 2014 en 2017 stond de Iraakse stad Mosul onder gezag van Islamitische Staat (IS). Nadat IS in een verwoestende strijd werd verslagen, zijn sjiitische en veelal aan Iran gelieerde milities in het machtsvacuüm gesprongen dat in de overwegend soennitische stad was ontstaan. De toegenomen sjiitische invloed ligt gevoelig in soennitische delen van Irak, omdat deze bevolkingsgroep zich sinds de val van Saddam Hoessein sterk gemarginaliseerd voelt. Deze nieuwe realiteit in Mosul sinds 2017, waarin PMU-milities zoals Badr, Kata’ib Hezbollah, Asa’ib Ahl al-Haqq, Brigade 30 en Brigade 50 een belangrijke rol spelen in de veiligheid, politiek en economie, kan een voedingsbodem zijn voor nieuw sektarisch gemotiveerd conflict. Het is mogelijk dat IS deze ontwikkeling gebruikt door (opnieuw) in te spelen op onvrede onder Iraakse Soennieten.

Hoewel Islamitische Staat (IS) in 2019 zijn laatste grondgebied in Irak en Syrië kwijtraakte, zijn de gevolgen van de activiteiten van IS in de regio nog iedere dag voelbaar. Dit artikel zoomt in op de Iraakse stad Mosul en de omringende Nineveh-provincie, waar sinds de herovering van de stad op IS in 2017 aanzienlijke veranderingen hebben plaatsgevonden. Sjiitische milities die destijds hielpen om IS te verslaan, zijn in deze overwegend soennitische regio actief gebleven en hebben hun invloed steeds verder uitgebouwd. Dit artikel brengt de opkomst en activiteiten van sjiitische milities in en rond Mosul in kaart en analyseert de gevolgen daarvan voor de veiligheidssituatie in de regio, in het bijzonder in relatie tot de (blijvende) dreiging van IS. Gebaseerd op onder andere veldwerk en interviews met betrokken partijen wordt eerst ingegaan op de toenemende invloed van milities in Mosul, waarna de gevolgen voor het veiligheidsdomein in relatie tot IS worden geduid.

Met zo’n twee miljard aanhangers is de islam wereldwijd de op één na grootste religie, na het christendom.[1] Ongeveer 80 tot 90 procent van alle moslims behoort tot de soennitische stroming. In Irak, Iran en Bahrein vormt de sjiitische gemeenschap echter de meerderheid, en er zijn ook aanzienlijke sjiitische gemeenschappen in onder andere Libanon, Jemen en Saoedi-Arabië. Na het overlijden van de profeet Mohammed in 632 ontstond er binnen de moslimgemeenschap een debat over de opvolging. In de kern draait deze discussie om de vraag of de opvolger van Mohammed als leider van de moslimgemeenschap al dan niet uit zijn eigen bloedlijn moest komen. De sjiieten zijn van mening dat de opvolger van Mohammed een directe afstammeling van de profeet moet zijn, terwijl de soennieten menen dat dit een gekozen leider moet zijn, ongeacht de bloedlijn, zolang hij maar in staat is om de gemeenschap te leiden. Vandaag de dag spelen dergelijke theologische meningsverschillen tussen soennieten en sjiieten een minder grote rol en hebben tegenstellingen tussen beide gemeenschappen vooral een historisch, cultureel en politiek karakter.

De opkomst van milities in Mosul

Mosul, gelegen in de noordoostelijke Nineveh-provincie, is met rond 1,8 miljoen inwoners de tweede stad van Irak. In juni 2014 werd de stad tot verrassing van velen binnen enkele dagen ingenomen door IS en in de drie daaropvolgende jaren zou het de grootste en voornaamste plaats zijn binnen het zelfbenoemde ‘kalifaat’ van de groepering. In de zomer van 2017 werd de stad bevrijd door het Iraakse leger met daarin verschillende milities, gesteund door een internationale coalitie.

De Amerikaanse luitenant-generaal Paul Funk met Iraakse collega's op weg naar overleg in Mosul: sinds de bevrijding in 2017 is een sterk toenemende invloed van sjiitische en door Iran gesteunde milities in de stad en de omgeving waarneembaar. Foto DVIDS   

Sinds de strijd om Mosul in 2017 is een sterk toenemende invloed van sjiitische en door Iran gesteunde milities in Mosul en omgeving waarneembaar. Deze kwamen met name naar voren onder de paraplu van de Hashd al-Sha’abi, de Popular Mobilization Units (PMU); een overkoepelend netwerk van voornamelijk sjiitische, maar ook enkele soennitische, christelijke en Yezidi-milities met verschillende en soms tegenstrijdige doelen en loyaliteiten.[2] De PMU werden formeel opgericht in 2014 na een fatwa (juridisch advies) van Grootayatollah Ali al-Sistani, de belangrijkste sjiitische geestelijk leider in Irak, waarin hij Irakezen opriep om zich te verenigen in de strijd tegen IS. Deze fatwa resulteerde in de registratie van tienduizenden vrijwillige strijders vanuit verschillende milities bij de nieuwgevormde PMU.[3] In november 2016 werd de Hashd al-Sha’abi-wet goedgekeurd door het Iraakse parlement, waardoor de PMU officieel werden ingelijfd in het Iraakse leger. Hierdoor verkregen ze een officiële status en kwamen ze op de loonlijst van het ministerie van Defensie te staan.

In de daaropvolgende maanden namen de PMU als onderdeel van het Iraakse leger deel aan de strijd om Mosul. De exacte rol van de PMU in de bevrijding van Mosul is echter niet helemaal duidelijk. Verschillende onderzoeken laten zien dat hun rol in de stad zelf mogelijk beperkt was, onder andere vanwege de angst voor sektarische conflicten – het betroffen immers grotendeels sjiitische milities in een overwegend soennitische regio.[4] Achteraf kregen de PMU echter veel lof voor hun rol in de bevrijding, die ze zelf ook graag benadrukten. Zo gaf een woordvoerder van het PMU Nineveh-hoofdkwartier in Mosul in een interview aan dat de PMU een cruciale rol speelden bij de bevrijding en in het veilig houden van de stad en de omliggende gebieden in de periode daarna.[5]

Direct na de bevrijding kwamen de eerste verhalen naar buiten van pro-Iraanse milities die zich begonnen te vestigen in en rondom Mosul. Sindsdien is hun aanwezigheid in Nineveh aanzienlijk gegroeid en zijn ze steeds machtiger spelers geworden in onder andere economische aangelegenheden, waaronder de miljoenenbusiness van de wederopbouw.[6] De PMU zetten meer politieke kantoren op in de regio en zijn in toenemende mate checkpoints en daarmee dus de toegang tot Mosul gaan controleren, waar ze ook illegale belastingen heffen. Ook zijn ze (gevraagd en ongevraagd) de beveiliging van internationale ngo’s gaan verzorgen en zorgen ze dat contracten en financiële middelen naar projectontwikkelaars gaan die goede relaties met de PMU onderhouden.[7] De woordvoerder van de PMU in Nineveh vertelde tijdens een interview dat de stad veilig is voor ngo’s en buitenlandse investeerders dankzij de PMU.[8] Een woordvoerder van Hezbollah in Irak bevestigde het beeld over de economische invloed van de groepering. In een interview gaf hij aan dat de groep een grote rol speelt bij het toekennen van contracten voor grote bouwprojecten, zoals de (wederop)bouw van bruggen, tunnels, overheidsgebouwen en ziekenhuizen.[9]

Kortom, de milities die in en rond Mosul actief werden in de strijd tegen IS bleven in de regio aanwezig nadat IS was verslagen en breidden hun invloed zelfs verder uit. Als rechtvaardiging voor hun blijvende aanwezigheid in de regio wijzen ze op hun taak om hier de vrede en ze nog steeds moeten optreden tegen IS in en rondom Mosul.[10]

Momenteel maken de PMU deel uit van de zogeheten ‘As van Verzet’, een overkoepelende term voor (veelal militaire) groepen die trouw zijn aan, en/of worden gesteund door Iran. Andere groepen die onderdeel zijn van de As van Verzet zijn onder meer Hezbollah in Libanon, de Houthis in Jemen en verschillende Palestijnse groepen, zoals Hamas en Palestijnse Islamitische Jihad. Pro-Iraanse milities in Irak zijn recentelijk verenigd onder de noemer ‘Het Islamitische Verzet in Irak’ en vallen sinds het begin van de oorlog in Gaza in oktober 2023 regelmatig Amerikaanse militaire doelen aan in zowel Irak als de buurlanden. Daarnaast voert het Islamitische Verzet in Irak in toenemende mate aanvallen uit op Israëlische doelen met drones en raketten.[11]

De PMU in Mosul

De milities die onder de paraplu van de PMU in en rond Mosul actief zijn bestaan voornamelijk uit drie zogeheten ‘kernmilities’: Badr, Kata’ib Hezbollah en Asa’ib Ahl al Haqq. Deze milities bestonden allemaal al ruim voor de formele oprichting van de PMU in 2014.[12] Hiernaast zijn er vele kleinere, minder machtige milities actief, die veelal zijn opgericht om tegen IS te strijden.

De Badr-organisatie is een belangrijke machtsfactor binnen de PMU in Mosul. Badr is de oudste PMU-militie in Irak en werd in 1982 tijdens de Irak-Iranoorlog opgericht om Khomeini’s Islamitische Revolutie te verspreiden.[13] Sinds 2003 is Badr ook een politieke partij in Irak.[14] Zo komt bijvoorbeeld de voormalige minister van Binnenlandse Zaken en huidig nationaal veiligheidsadviseur, Qasim al-Araji, voort uit de organisatie. Vanaf 2005 heeft Badr haar macht uitgebreid naar het veiligheidsapparaat van Irak en staat aan het roer van onder andere de politie en het Directoraat van Algemene Veiligheid. Ook het vliegveld van Bagdad wordt door Badr gecontroleerd.[15]

Voormalig minister van Binnenlandse Zaken en huidig nationaal veiligheidsadviseur Qasim al-Araji (midden) komt voort uit de Badr-organisatie. Foto DVIDS

Kata’ib Hezbollah werd in 2007 opgericht door Abu Mahdi al-Muhandis en heeft zich ontwikkeld tot een van de machtigste milities van Irak. Evenals de Badr-organisatie is deze groep pro-Iraans. Na de Amerikaanse drone-aanval in 2020 waarbij Muhandis en een generaal van de Iraanse Revolutionaire Garde, Qasem Suleimani, om het leven kwamen, heeft Kata’ib Hezbollah geregeld gewapende aanvallen op Amerikaanse doelen in Irak uitgevoerd.[16] In de lokale politieke context van Mosul wordt Kata’ib Hezbollah vertegenwoordigd door Hezbollah in Iraq. Kata’ib doet naar eigen zeggen (nog) niet mee met lokale verkiezingen, maar heeft wel een politiek kantoor in Mosul geopend.[17]

De derde kernmilitie in Mosul is Asa’ib ahl al Haqq (AAH). Deze militie is in 2005-2006 afgesplitst van Muqtada al-Sadr’s voormalige Mahdi-leger (nu Saraya al-Salam).[18] Onder andere de ministeries van cultuur en hoger onderwijs staan onder controle van AAH. Op militair gebied werkt AAH af en toe samen met Kata’ib Hezbollah. Tijdens de burgeroorlog die volgde op de Amerikaanse inval in Irak in 2003 voerde AAH duizenden aanvallen uit op Amerikaanse coalitietroepen. Ook hebben ze politici en demonstranten vermoord en zijn ze ook in recente jaren aanvallen op Amerikaanse militaire en diplomatieke doelen uit blijven voeren. In 2017 richtte AAH een politieke partij op met dezelfde naam. De partij heeft  een politiek kantoor in Mosul en in het straatbeeld zijn posters van de leider Qais al-Khazali  prominent aanwezig.

Naast deze drie kernmilities zijn er ook kleinere PMU-milities met lokale wortels in de regio aanwezig. Deze kleinere milities zijn inmiddels echter veelal uit de stad Mosul verdreven door de kernmilities en zijn momenteel vooral vertegenwoordigd in de gebieden rondom de stad. Een voorbeeld van een dergelijke militie is Kata’ib Babiliyun, oftewel de 50e Brigade: een militie van de christelijke minderheid. Deze militie heeft ook sjiieten gerekruteerd uit andere delen van Irak en de leider, Rayan al-Kildani, heeft nauwe banden met AAH en wordt ook gelinkt aan Badr en de Iraanse Revolutionaire Garde. Na de verkiezingen van 2021 won de politieke partij van Babiliyun vier van de vijf zetels die in het parlement voor christenen waren gereserveerd.[19] Deze brigade is vooral actief in de Vlakte van Nineveh ten noordoosten van Mosul. In Mosul zitten wel politieke kantoren van Kildani’s National Identity Party. De brigade was eerst prominent aanwezig in Mosul, maar werd steeds meer naar de buitengrenzen verdreven door de grotere en machtigere milities. De politieke tak probeert via verkiezingen invloed in de lokale politiek te verkrijgen.[20]

Een ander voorbeeld van een militie met lokale wortels is Brigade 30, ook wel bekend als de Hashd al-Shabak. Deze militie vertegenwoordigt de Shabakken, een etnische minderheid die vooral in de dorpen rondom Mosul woont. Tijdens het bewind van IS werden de Shabakken bijzonder zwaar getroffen; veel mensen werden gedood en religieuze gebouwen werden vernietigd.[21] Momenteel is deze brigade machtig in gebieden rondom Mosul waar van oudsher christenen en Shabakken wonen. Ze hebben een aantal grote checkpoints in handen en worden politiek vertegenwoordigd door de Shabak Democratic Assembly. Shabakken zijn onderling verdeeld, maar de meerderheid is sjiitisch. Volgens een woordvoerder van de Shabak Democratic Assembly werden veel Shabakken in 2014 door IS uit Mosul verdreven. Velen trokken naar de zuidelijke, voornamelijk sjiitische gebieden in Irak, waar ze beïnvloed werden door de lokale religieuze gebruiken. Toen de PMU werden opgericht, richtten de Shabakken Brigade 30 op, en met die brigade keerden ze terug naar Mosul, waar ze volgens de woordvoerder de veiligheid bewaken in de Vlakte van Nineveh samen met het reguliere leger. Ook controleren ze een aantal hoofdwegen, wat ze geld oplevert.[22] Op het moment wordt deze brigade grotendeels gecontroleerd door Badr.

Iraanse invloed en sektarische spanningen

Voorgaand overzicht laat zien dat milities sinds 2017 meer invloed hebben verworven in en rond Mosul. Deze ontwikkeling ging gepaard met toenemende invloed van Iran in het gebied. Iran was al in 2017 een belangrijke partner in de strijd tegen IS. Dit vertaalde zich met name in Iraanse financiële en militaire steun voor de PMU.[23] Veel van de in Nineveh actieve milities, waaronder de drie kernmilities Badr, Kata’ib Hezbollah en AAH, zijn dan ook loyaal aan, of worden gesteund door, Iran. Ze zijn echter meer dan Iraanse proxy’s alleen. De milities binnen het raamwerk van de PMU kunnen gezien worden als een ‘spectrum’,[24] waarbinnen  milities met conflicterende agenda’s en uiteenlopende loyaliteiten samenwerken. Bovendien zijn de milities veel meer dan gewapende groeperingen. Ze zijn steeds meer geïnstitutionaliseerd en hebben grote macht vergaard in de Iraakse politiek, economie en de veiligheidssector.

Een Iraakse militair reikt voedsel uit aan een vrouw in de wijk al Intisar in Mosul, 2009: sjiitische groepen, waaronder milities, hebben de afgelopen jaren hun invloed en macht in de overwegendd soennitsche stad en de regio weten te vergroten. Foto DVIDS

Naast toenemende Iraanse invloed heeft de opkomst van milities in en rond Mosul geleid tot toenemende sektarische spanningen. Deze spanningen waren op nationaal niveau al sterk toegenomen sinds de Amerikaanse inval in 2003. Saddam Hoessein, die decennialang zijn eigen voornamelijk soennitische achterban had bevoordeeld, werd afgezet waarna een nieuw politiek systeem werd ingevoerd dat grotendeels langs sektarische lijnen was georganiseerd. In het huidige systeem is de macht verdeeld over de verschillende religieuze en etnische groepen: Arabische sjiieten, Arabische soennieten, Koerden en minderheden zoals christenen en Yezidi’s. Het systeem is echter vatbaar gebleken voor corruptie en op nationaal en lokaal niveau zijn politieke groepen vaak meer bezig met het uitbreiden van hun eigen macht dan dat ze handelen in het landsbelang.[25] Bovendien zijn religieuze en etnische identificaties prominenter geworden en is er een systeem ontstaan waarin politieke identiteiten en geschillen veelal op sektarische manier worden ingevuld. Dit heeft in de afgelopen twee decennia geleid tot maatschappelijke polarisatie en verschillende (burger)oorlogen.[26] In deze context hebben sjiitische groepen, waaronder milities, hun invloed en macht weten te vergroten. Dit resulteerde in toenemende onvrede onder de soennieten, die zich gemarginaliseerd voelden en zorgen hadden over de toenemende sjiitische en Iraanse invloed.[27]

Deze bredere ontwikkelingen zijn in Mosul in versterkte vorm terug te zien sinds 2014. Waar de meerderheid van de Irakezen sjiitisch is, zijn de meeste inwoners van Mosul soennitisch, terwijl in de omliggende Nineveh-provincie traditioneel meer etnisch en religieus diverse gemeenschappen wonen. Tijdens de IS-jaren zijn veel niet-soennitische inwoners gevlucht of gedood, wat bijvoorbeeld gold voor Yezidi’s en christenen. Dit heeft de demografie van het gebied veranderd en mogelijkheden gecreëerd voor groepen van buitenaf. Sjiitische milities hebben van deze ontwikkeling geprofiteerd, maar deze in de periode na 2017 ook actief versterkt. Zo komen er al sinds 2014 berichten naar buiten over PMU milities die oorlogsmisdaden plegen tegen de soennitische bevolking in onder meer de gouvernementen Diyala en Salah al-Din.[28] Ook worden de PMU ervan beschuldigd demografische veranderingen door te voeren in de regio ten gunste van sjiitische Irakezen. Zo zouden ze verhinderen dat christenen die waren gevlucht voor IS kunnen terugkeren naar hun dorpen en huizen.[29] Ook zouden ze duizenden publieke en private gebouwen van lokale autoriteiten en inwoners hebben ingenomen.[30] Hierbij zouden sjiitische milities uit het zuiden toestemming hebben gekregen om land en ondernemingen te bezitten in Mosul en Nineveh, waardoor ontheemden niet terug konden keren en sjiitische nederzettingen zijn gecreëerd in voornamelijk soennitisch gebied.[31]

Deze ontwikkelingen hebben geleid tot zorgen onder de lokale soennitische gemeenschap, die zij al tijdens de bevrijding van Mosul naar voren brachten. Het vertrouwen in de landelijke overheid in het serieus nemen van deze zorgen is echter laag. Hoewel toenmalig premier Haider al-Abadi zich bewust was van de slechte reputatie van de PMU onder soennieten, stemde hij bijvoorbeeld toch in met de eerder genoemde integratie van de milities in het veiligheidsapparaat.[32] Een onderzoek onder jonge mannen uit Mosul uit 2018 liet dan ook zien dat de angst voor toenemende sektarische spanningen en Iraanse invloed breed gedragen was: 94 procent van de ondervraagden gaf aan te geloven dat Iran en de VS samenspannen tegen Irak in het algemeen en de soennieten in het bijzonder. Zij framen IS als een Amerikaans en/of Iraans construct dat erop gericht is om verdeeldheid in de soennitische gemeenschap te zaaien. Het einddoel hiervan is volgens de ondervraagden de vernietiging van de soennitische islam. Turkije, Israël, Qatar en Saoedi-Arabië worden ook (zij het in mindere mate) genoemd als landen die IS gesteund zouden hebben bij dit doel.[33] Dit roept de vraag op in hoeverre de ontwikkelingen in Mosul na 2017 een nieuwe voedingsbodem kunnen vormen voor de opkomst van militante soennitische bewegingen in de regio. In het vervolg van dit artikel wordt deze vraag beantwoord door in te zoomen op de rol van IS, die nog altijd de voornaamste representant van dergelijke bewegingen in de regio vormt.

IS en Mosul

Hoewel IS zich sinds het uitroepen van het kalifaat in juni 2014 verspreid heeft over grote delen van de moslimwereld, ligt de historische basis van de organisatie in Irak. Hier werd een jaar na de door de VS geleide invasie van 2003 al-Qaida in Irak (AQI) opgericht; de Iraakse tak van de moederorganisatie in Afghanistan. AQI riep in 2006 een islamitische staat uit en veranderde zijn naam in De Islamitische Staat van Irak (ISI). Na enige veroveringen in voornamelijk soennitische regio’s in het land, werd ISI echter teruggedrongen door gezamenlijke inspanningen van de regering in Bagdad, Amerikaanse troepen en soennitische stammen. Het vertrek van de Amerikaanse troepen uit Irak in 2011 en het uitbreken van de opstand tegen het Assad-regime in buurland Syrië in datzelfde jaar leidden echter tot een spectaculaire wederopstanding van de organisatie. Onder de nieuwe naam De Islamitische Staat van Irak en de Levant (ISIS) wist de organisatie grote gebieden in het Iraaks-Syrische grensgebied te veroveren, met de inname van Mosul in juni 2014 als belangrijkste trofee.[34]

Het belang van Mosul voor de groepering werd al snel duidelijk. Gesterkt door zijn successen riep ISIS kort na de verovering van de stad de wederoprichting van het kalifaat uit, waarbij het zichzelf hernoemde tot De Islamitische Staat (IS). Enkele dagen later koos de leider van IS, de Irakees Abu Bakr al-Baghdadi (1971-2019), de al-Nuri moskee in Mosul uit voor het eerste publieke optreden in zijn nieuwe rol: hier aanvaardde hij zijn ambt als kalief. In de jaren die volgden was Mosul niet alleen de grootste stad onder IS-bewind, maar vervulde ook een centrale rol in de staat die de groepering probeerde vorm te geven. Het was de thuisbasis van verschillende ‘ministeries’ en functionarissen van het kalifaat, maar ook bijvoorbeeld de plaats die het meest prominent figureerde in het uitgebreide propaganda-apparaat van IS.[35] Het is dan ook niet verbazingwekkend dat IS juist Mosul het felst verdedigde toen de organisatie werd teruggedrongen. Na een strijd van ruim negen maanden, die gepaard ging met enorme verwoestingen, moest IS de stad uiteindelijk in juli 2017 prijsgeven.

De toenmalige Iraakse premier Haider al-Abadi (rechts) zei eind 2017 dat IS volledig verslagen was, maar de groepering bleef actief in het land. Foto DVIDS

Hoewel de toenmalige Iraakse premier Haider al-Abadi eind 2017 verklaarde dat IS volledig verslagen was, bleef de groepering actief in het land. IS keerde terug naar zijn wortels als ondergrondse verzetsorganisatie die regelmatig guerrilla-operaties, bomaanslagen en liquidaties uitvoerde. Afgaand op de (doorgaans vrij betrouwbare) claims van IS zelf, pleegde de groepering in 2018 gemiddeld nog ruim boven de honderd aanslagen per maand in Irak.[36] In de daaropvolgende jaren nam het aantal geclaimde operaties echter sterk af. Terwijl IS juist actiever werd in onder andere West- en Centraal-Afrika en de Sahelregio, daalde het aantal geclaimde operaties in Irak tot slechts enkele per maand in de eerste helft van 2024.[37] Ondanks het belang van Mosul voor IS in de periode 2014-2017, werden in de Nineveh-provincie in de afgelopen jaren nog slechts enkele aanslagen geclaimd.

Een van de mogelijke verklaringen voor deze afname in het aantal claims is het feit dat IS zijn activiteiten is gaan ‘onderraporteren’: gepleegde aanslagen worden niet altijd geclaimd vanwege veiligheidsrisico’s of vanuit de strategie zwakker te willen lijken dan de beweging feitelijk is.[38] Dit suggereert dat het afnemende aantal claims misleidend is, wat aansluit bij recente observaties van onder andere het U.S. Central Command dat IS juist weer sterker lijkt te worden in de soennitische delen in Syrië en Irak.[39] De meest voor de hand liggende verklaring voor het feit dat IS zijn activiteiten in Irak heeft afgeschaald is echter dat de groepering het vertrek van Amerikaanse troepen uit het land afwacht. Gesprekken hierover tussen de VS en de Iraakse regering zijn al enige tijd gaande en nemen steeds concretere vormen aan.[40] Zoals de woordvoerder van IS in augustus 2023 al suggereerde, lijkt IS de uitkomst af te wachten om vervolgens toe te kunnen slaan en hoopt het zo de geschiedenis van de jaren na het Amerikaanse vertrek in 2011 te kunnen herhalen.[41]

IS en sektarisme

Ondanks de (schijnbaar) verminderde activiteiten van IS in Irak is de dreiging van IS dus geenszins verdwenen. Integendeel, de toenemende sjiitische invloeden en daarmee gepaard gaande spanningen zoals in Mosul, zouden een vruchtbare voedingsbodem kunnen vormen voor de beweging.

IS en zijn voorgangers hebben gedurende hun hele geschiedenis geprofiteerd van sektarische spanningen en waar mogelijk geprobeerd deze te versterken. Vanuit ideologisch oogpunt zijn sjiieten volgens IS geen moslims, maar ‘afgodendienaars’ (mushrikun). Ze houden zich niet aan het strikte monotheïsme dat IS voorstaat, maar doen volgens IS aan ongeoorloofde heiligenverering van bijvoorbeeld hun imams. Ze weigeren bovendien de gezaghebbende eerste kaliefen van de islam te erkennen, wat ze de oneervolle bijnaam ‘verwerpers’ (rafida) heeft opgeleverd. Hun status als niet-moslims legitimeert volgens IS een jihad tegen sjiieten in onder andere Irak, Iran en Syrië. Vanuit dit gedachtegoed heeft IS zijn strijd tegen sjiieten gelegitimeerd.

Al in de jaren na 2003 waren sjiieten het voornaamste doelwit van IS: door aanvallen te plegen op sjiitische autoriteiten en gezagsdragers, burgers en heiligdommen droegen ze bij aan het aanwakkeren van de (sektarische) burgeroorlog in Irak. In de periode van het zelfbenoemde kalifaat werd deze strijd voortgezet en probeerde IS het grondgebied te zuiveren van sjiitische invloeden, bijvoorbeeld door sjiitische pelgrimsplaatsen, moskeeën en graven te verwoesten.

Deze vijandschap tegenover sjiieten is niet in de eerste plaats een gevolg van de strikte ideologie van IS, maar komt vooral voort uit de historische context in Irak. Zoals eerder geschetst waren sektarische spanningen in Irak na de val van Saddam Hoessein sterk toegenomen en voelden soennieten zich steeds meer gemarginaliseerd in het door sjiieten gedomineerde politieke landschap. Na een korte verbetering van de relaties tussen soennitische stammen en de Iraakse overheid na 2005, was in de jaren na 2011 een vergelijkbare ontwikkeling zichtbaar. In beide periodes wist IS te profiteren van de onvrede onder Arabische soennieten. AQI en later IS wierpen zich op als de beschermers van de soennieten in Irak tegen de uitbuiting en onderdrukking door sjiieten. IS beweerde zich altijd in woord en daad tegen sjiieten te hebben verzet en zich in te spannen om een veilige en waardige thuisbasis te creëren voor de ware gelovigen in het kalifaat. Het was juist deze boodschap die in situaties van toenemende sektarische spanningen aantrekkelijk kon zijn voor ontevreden en gemarginaliseerde soennitische jongeren.[42] Gezien deze historische achtergrond, zijn de recente ontwikkelingen in Irak in het algemeen en Mosul in het bijzonder zorgwekkend.[43]

Mosul: vruchtbare grond voor een comeback van IS?

Ondanks de relatieve stabiliteit in Irak in de afgelopen jaren verkeert het land in een moeilijke situatie. Conflicten en spanningen in de regio beïnvloeden de veiligheidssituatie in het land, zoals werd geïllustreerd door verschillende incidenten rondom pro-Iraanse groeperingen in de afgelopen jaren. De economische situatie van Irak is problematisch en het land wordt nog altijd geteisterd door corruptie.[44]

Tijdens de gevechten van 2017 raakten veel gebouwen in Mosul zwaar beschadigd: cultureel erfgoed wordt met hulp van internationale partijen hersteld. Foto DVIDS

In Mosul is de situatie zo mogelijk nog slechter. Tijdens de gevechten in 2017 is de stad zwaar beschadigd geraakt, wat met name gold voor de oude stad ten westen van de rivier de Tigris. De wederopbouw vordert slechts langzaam. Waar cultureel erfgoed met behulp van internationale partijen wordt hersteld, zijn grote delen van de stad nog verwoest, liggen er nog veel explosieven en stoffelijke overschotten en is het voor veel inwoners nog altijd niet mogelijk naar hun huizen terug te keren.[45] In de stad heerst armoede en hoge werkloosheid, terwijl onderwijs en sociale voorzieningen slechts beperkt toegankelijk zijn. Verschillende onderzoeken onder de bevolking laten dan ook zien dat de inwoners van Mosul zich zorgen maken over toenemende sjiitische en Iraanse invloeden en zich als Arabische soennieten bedreigd voelen in hun positie. Veiligheid, armoede, corruptie en sociale voorzieningen worden als grootste punten van zorg aangemerkt, maar het vertrouwen in de autoriteiten is laag.[46] Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door de toenemende invloed van sjiitische milities die in het eerste deel van dit artikel is geschetst. Deze ontwikkeling versterkt de sektarische spanningen in de regio, waarbij de slechte leefomstandigheden ten dele worden toegeschreven aan de door sjiieten gedomineerde regering in Bagdad en sjiitische milities die in de stad zelf de dienst uitmaken.

Zoals de geschiedenis sinds 2003 herhaaldelijk heeft laten zien vormen dergelijke omstandigheden een vruchtbare bodem voor groeperingen als IS. Zo waren het juist sektarische spanningen, gevoelens van marginalisering onder de lokale bevolking en corruptie door autoriteiten die in 2014 leidden tot de snelle verovering van de stad door IS.[47] Gecombineerd met het op handen zijnde vertrek van de Amerikaanse troepen uit Irak en de instabiliteit in de bredere regio, vormt de huidige situatie dus een veiligheidsrisico voor Irak in het algemeen en de stad Mosul in het bijzonder.

IS tracht in te spelen op deze ontwikkelingen: niet alleen door het vertrek van de Amerikanen af te wachten, maar ook door opnieuw sentimenten van onvrede onder Iraakse soennieten uit te buiten. Door aanslagen als die op de herdenkingsdienst van de (in Irak gedode) Iraanse generaal Qassem Soleimani in het Iraanse Kerman in januari 2024, laat IS zien het nog altijd voor soennieten te willen opnemen en de misdaden van sjiitische onderdrukkers te vergelden. Evenals in de jaren na 2003 en 2011 kan deze boodschap aantrekkelijk zijn voor Arabische soennieten die zich gemarginaliseerd en bedreigd voelen.[48] Hoewel de kans op een terugkeer van IS in de omvang van de periode 2014-2017 op korte termijn nihil is, laat deze analyse zien dat IS (of mogelijke varianten) nog altijd een aanzienlijke bedreiging vormt voor de regio. Het verdient dan ook aanbeveling deze dreiging serieus te nemen in afwegingen omtrent militaire operaties en vredesmissies, alsook ontwikkelingshulp en terrorismebestrijding.

[1]Muslim Population by Country 2024’, World Population Review.

[2] Crispin Smith en Jacques Singer-Emery, ‘Servants of Two Masters: The Risks Inherent in Iraq’s Hashd al-Sha’abi Legislation’, New York University Journal of International Law and Politics 52, No. 1 (2019) 168-72.

[3] Abdullah al Jbour, ‘The Popular Mobilization Forces in Iraq: Regional Dynamics and Local Variables’, Friedrich-Ebert-Stiftung (2021) 19.

[4]Iraq’s Paramilitary Groups: The Challenges of Rebuilding a Functional State’, International Crisis Group (30 juli 2018) 14. Kenneth M. Pollack, ‘The Evolution of the Revolution. The Changing Nature of Iran’s Axis of Resistance’, American Enterprise Institute (2020) 6; Shelley Culbertson en Linda Robinson, ‘Making Victory Count after Defeating ISIS’, RAND (2017) 25.

[5] Interview woordvoerder PMU Nineveh, 14 juni 2023.

[6] Zie onder andere Baria Alamuddin, ‘How Iran’s Malign Proxies Are Tearing A Nation Apart’, Arab News, 6 juni  2022; ‘Iraq’s Paramilitary Groups: The Challenges of Rebuilding a Functional State’, International Crisis Group (30 juli 2018) 10.

[7] Judith Neurink, ‘How Mosul’s Liberators Became Occupiers’, al-Monitor, 1 December 2021; Issadora Gotts, ‘PMU Economic Offices Undermine Fragile Stability in Mosul’, al-Monitor, 27 mei 2019. 

[8] Interview woordvoerder PMU Nineveh, 14 juni 2023.

[9] Interview woordvoerder Hezbollah in Irak, 25 oktober 2023.

[10] Interview woordvoerder PMU Nineveh, 14 juni 2023.

[11] Michael Knights, Ameer al-Kaabi en Crispin Smith, ‘Tripling of Iraqi Militia Claimed Attacks on Israel in October’, The Washington Institute For Near East Policy (2024). 

[12] Al Jbour, ‘Popular Mobilization Forces in Iraq’.

[13] Ofira Seliktar en Farhad Rezaei, Iran, Revolution, and Proxy Wars (Cham, Springer, 2020) 127-65.

[14] Guido Steinberg, ‘The Badr Organization: Iran’s Most Important Instrument in Iraq’, SWP Comments 26 (2017) 1-8.

[15] Michael Knights, Crispin Smith en Hamdi Malik, ‘Profile: Badr Organization’, The Washington Institute For Near East Policy (2021). 

[16] Massaab Al-Aloosy, ‘Ruling without Responsibility’: Badr Organization, Asa’ib Ahl al-Haq, and Kata’ib Hezbollah after defeating ISIS in Iraq’, in: Rebel Governance in the Middle East, red. Ibrahim Freihat and Abdalhadi Alijla (Singapore, Palgrave, 2023) 187-216.

[17] Interview woordvoerder Hezbollah in Irak, 25 oktober 2023.

[18] Knights, Crispin en Malik, ‘Profile’. Muqtada al-Sadr is een Iraakse geestelijke en politicus. Hij staat bekend om zijn anti-Iraanse houding en speelde een grote rol in het verzet tegen de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Irak na 2003. Hoewel Saraya al-Salaam geen grote aanwezigheid heeft in Mosul, hangen er wel posters van Muqtada al-Sadr en zijn vader in Mosul en in militaire winkels worden spullen met hun afbeelding verkocht (zoals sleutelhangers, buttons en t-shirts).

[19] Michael Knights en Yaqoub Beth Addai, ‘Profile: Kataib Babiliyun (50th PMF Brigade)’, The Washington Institute for Near East Policy (2023). 

[20] Interview woordvoerder National Identity Party, 24 oktober 2023.

[21] Benjamin Isakhan en Ali Akbar, ‘Problematizing Norms of Heritage and Peace: Militia Mobilization and Violence in Iraq’, Cooperation and Conflict 57, No. 4 (2022) 516-534.

[22] Interview woordvoerder Shabak Democratic Assembly, 13 juni 2023.

[23] Beston Husen Arif, ‘Iran’s Struggle for Strategic Dominance in a post-ISIS Iraq’, Asian Affairs 50, No. 3 (2019) 344-45.

[24] Fanar Haddad, ‘Understanding Iraq’s Hashd al-Sha’bi: State and Power in Post-2014 Iraq’, The Century Foundation (2018) 5; Michael Knights, Shia Jihadist State Capture in Iraq (2024) 56.

[26] Toby Dodge, ‘Beyond Structure and Agency: Rethinking Political Identities in Iraq after 2003’, Nations and Nationalism 26, No. 1 (2020) 1.

[27] Kashif Mumtaz, ‘Shia Factor in Iran-Iraq Relations after Saddam’, Strategic Studies 25, No. 1 (2005) 14-15.

[29]Country Guidance: Iraq’ (European Union Agency for Asylum, 2022). 

[30] Nawzet Shamdin August, ‘The Story of the Real Estate Theft in Mosul: Armed Forces, Parties and Powerful People Possess More Than 20.000 Properties’ (Network of Iraqi Reporters for Investigative Journalism, 19 maart  2023). 

[31]A Thousand Hezbollahs: Iraq’s Emerging Militia State’ (Washington, D.C., New Lines Institute, 4 mei 2021). 

[32] Shahram Akbarzadeh, ‘Iran’s Uncertain Standing in the Middle East’, The Washington Quarterly 40, No. 3 (2017) 115-116.

[33] Scott Atran e.a., ‘The Islamic State’s Lingering Legacy among Young Men from the Mosul Area’, CTC Sentinel 11, No. 4 (2018) 16. De onderzoekers hebben 70 soennitisch-Arabische mannen uit Mosul geïnterviewd vlak na de bevrijding in 2017.

[34] Voor de geschiedenis van IS zie bijvoorbeeld Michael Weiss en Hassan Hassan, ISIS: Inside the Army of Terror, Revised&updated (New York, Regan Arts, 2016); William F. McCants, The ISIS Apocalypse: The History, Strategy, and Doomsday Vision of the Islamic State, First Picador edition (New York, Picador/St. Martin's Press,, 2016). 

[35] Pieter Nanninga, 'Branding a Caliphate in Decline: The Islamic State's Video Output (2015-2018)', ICCT Research Paper (Den Haag, International Centre for Counter-Terrorism, 2019).

[37] Aaron Y. Zelin en Ilana Winter, ‘One Year of the Islamic State Worldwide Activity Map’, The Washington Institute for Near East Policy (Washington, D.C., maart 2024). 

[38] In het geval van Syrië is dit aangetoond: Aaron Y. Zelin en Devorah Margolin, ‘The Islamic State’s Shadow Governance in Eastern Syria since the Fall of Baghuz’, The Washington Institute for Near East Policy (Washington, D.C., september 2023). 

[39] Jeff Seldin, ‘Worrying signs exist that IS growing stronger in Syria,’ VOA News, 5 april 2024. 

[40] Mustafa Salim, Missy Ryan en Abigail Hauslohner, ‘Iraq touts deal with U.S. to withdraw most of its troops by 2026’, The Washington Post, 12 september 2024. 

[41] Zelin en Margolin, ‘The Islamic State’s Shadow Governance’.

[42] Renad Mansour, ‘The Sunni Predicament in Iraq’, Beiroet, Carnegie Middle East Center, 3 maart 2016. 

[43] Omar Dhabian, ‘The Continuing Threat of ISIS in Iraq after the Withdrawal of the International Coalition’, Fikra Forum: the Washington Institute for Near Eastern Policy, 4 april 2024. 

[44] Abbas Kadhim, ‘ISIS fell, but the conditions that created the terrorist group still exist in Iraq’, The Atlantic Council, 10 juni 2024. 

[45] Lynn Meskell en Benjamin Isakan, ‘Deploying Destruction: Islamic State, international actors and public opinion in Mosul’, International Journal of Cultural Diplomacy (2023) Vol. 30, No. 7 (2024) 831-47. 

[46] Scott Atran e.a., ‘The Islamic State’s Lingering Legacy among Young Men from the Mosul Area, CTC Sentinel, Vol. 11, No. 4 (april 2018) 16; Meskell, ‘Deploying Destruction’.

[47] Jessica Stern en J.M. Berger, ISIS: State of Terror (Londen, William Collins, 2015) 45.

[48] Onderzoek van Atran e.a. uit 2018 laat zien dat veel jongeren in Mosul ook positief aankeken tegen een aantal ideologische kernwaarden van IS, zoals het invoeren van de sharia. Zie Atran e.a., ‘The Islamic State’s Lingering Legacy’.

Over de auteur(s)

Anna Bartelds MA

Anna Bartelds is lecturer/researcher Safety and Security Management aan de NHL Stenden University of Applied Sciences (Thorbecke Academie) en daarnaast verbonden aan het project Reconstructing Mosul van de Rijksuniversiteit Groningen.

Dr. Kiki Santing

Kiki Santing is universitair docent Midden-Oostenstudies aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Dr. Pieter Nanninga

Pieter Nanninga is universitair hoofddocent Midden-Oostenstudies aan de Rijksuniversiteit Groningen.