Special Operations Forces (SOF) maken een belangrijk deel uit van moderne militaire operaties. In welke context is dit middel te plaatsen? De jaarlijkse conferentie van de Euro-Atlantic Conflict Studies Working Group ging uitgebreid in op de rol van SOF-eenheden. Onder de titel ‘Special operations in past and present. Implications for policy makers’ gaven historici uit heel Europa een kijkje achter de schermen van hun onderzoek. De Militaire Spectator woonde enkele panels bij van de conferentie, die dit jaar plaatsvond op het terrein van de Poolse marineacademie in Gdynia.
Als opening van de conferentie schetste dr. Zbigniew Kołakowski, zelf voormalig lid van de Poolse marine-SOF, een beeld van de aanval in 1969 door Israëlische speciale eenheden op het door Egypte bezette Green Island in de Rode Zee, vlakbij het Suezkanaal. Green Island is een strategisch gelegen kunstmatig eilandje van ongeveer 145 meter lang en 50 meter breed. Egypte had hier radarinstallaties en andere detectieapparatuur geplaatst, omringd met sterke verdedigingswerken. Israël had deze hardware kunnen uitschakelen met een luchtaanval, maar door een aanval met SOF-eenheden uit te voeren wilde het land een boodschap afgeven aan Egypte. De aanval moest bewijzen dat geen enkele Egyptische positie veilig was , hoe moeilijk te bereiken of sterk verdedigd die ook was. Daarmee zou het moreel van de Egyptisch troepen een flinke deuk moeten oplopen. De Israëlische SOF slaagden erin de installatie op Green Island volledig te verwoesten en doodden hierbij 80 Egyptische militairen, ongeveer het hele garnizoen. Zelf leden ze echter ook relatief zware verliezen: 6 doden en 11 gewonden, een ratio van ongeveer 50 procent.
De CSWG-conferentie vond plaats bij de Poolse marineacademie in Gdynia. Foto Polish Naval Academy
Met deze schets wilde Kołakowski een aantal kenmerken van SOF-inzet duidelijk maken. Zo gaat het vaak om operaties midden in vijandelijk gebied, met een hoger risico tot gevolg. SOF zijn daarnaast strategische middelen, die effecten moeten bereiken op operationeel of strategisch niveau. In het voorbeeld van de Israëlische operatie op Green Island ging het immers niet alleen om het eilandje zelf, maar breder om het moreel van alle vijandelijke troepen. Het succes van speciale operaties, ten slotte, hangt af van de efficiëntie van individuele operators of kleine groepjes, en hun vindingrijkheid. De Israëlische operatie liep niet geheel volgens plan, omdat de overtocht per boot en later zwemmend door onverwachte stromingen langzamer verliep dan gedacht. Sommige wapens werkten niet naar behoren omdat de SOF door hun zware uitrusting dieper zwommen dan waar ze op rekenden. Met de snelheid van opeenvolgende aanvalsgolven en aanpassingsvermogen aan de daadwerkelijke situatie op het eiland konden de Israëliërs de aanval toch tot een succes brengen, aldus Kołakowski. Hoewel al meer dan 50 jaar geleden, droeg de aanval op Green Island volgens Kołakowski alle aspecten van moderne SOF-operaties in zich: het was een combinatie van maritieme en landeenheden, met vuursteun door artillerie en luchtstrijdkrachten, en ondersteund door search&rescue-middelen.
Politieke gemakzucht
De panels werkten vervolgens als het ware terug in de tijd, moderne vraagstukken kwamen als eerste aan bod. Rikke Haugegaard, PhD-onderzoeker aan het Institute for Strategy and War Studies in Denemarken, maakte duidelijk waarom specifiek military assistance door SOF zo’n goed middel is voor de politiek, in ieder geval in Denemarken: het is een relatief goedkope manier van inzet, met slechts kleine aantallen eenheden die ook nog eens vrij korte uitzendingen verrichten. In Denemarken kan de Chef Defensiestaf dit soort operaties goedkeuren zonder toestemming vooraf door het parlement. Het is dus ook een snel proces dat flexibele oplossingen levert voor een relatief kleine krijgsmacht als de Deense. Behalve politiek voordelig is de inzet van SOF voor military assistance voor Denemarken een manier om inlichtingen te verzamelen: speciale eenheden zitten dan immers al dicht bij het vuur in voor Europa relevante regio’s.
Deense SOF tijdens de NAVO-oefening Night Hawk 21. Deense SOF worden om politieke redenen veel ingezet voor military assistance. Foto NAVO
Haugegaard schat dat inmiddels 60-70 procent van de missies door de Deense SOF bestaat uit military assistance. Dat brengt misschien wel een probleem met zich mee, omdat dit soort operaties niet is waarvoor de operators zich hebben aangemeld bij de SOF. Zij rekenen op avontuur en directe actie, die bij military assistance van ondergeschikt belang zijn. Een concrete uitdaging waar de Denen tegenaan lopen is cultureel van aard: bijvoorbeeld bij de training van lokale SOF in Ghana verwachtten de cursisten snelle resultaten met veel actie, terwijl de Deense aanpak juist gericht is op herhaling en routine, om zo automatismen te creëren. Sommige onderzoekers wijzen erop dat lokale troepen niet noodzakelijkerwijs de westerse benadering hoeven over te nemen. Het belangrijkste is dat ze leren zich aan te passen aan waar een specifieke situatie om vraagt.
Ideologische frictie
Tijdens het tweede panel stonden de Koude Oorlog en de transitie daarna centraal. Zo vertelde dr. Matej Medvecký, onderzoeker bij het Institute of Military History Research in Bratislava, Slowakije, over de eerste eenheid voor speciale operaties in zijn land tijdens het communistische bewind. De wortels van de SOF van het vroegere Tsjechoslowakije lagen in de Tweede Wereldoorlog. De regering in ballingschap verbleef in het Verenigd Koninkrijk. In dat land werden de eerste parachute-eenheden opgezet, die in eerste instantie vooral inlichtingen gingen verzamelen in hun thuisland. Later in de oorlog organiseerden deze eenheden ook verzetsgroepen. De ervaring die hiermee werd opgedaan werd meegenomen in de taken van de SOF die na de oorlog werden opgezet. Het is aannemelijk dat officieren uit de Sovjet-Unie toezicht hielden op en actief bijdroegen aan de opleiding van SOF in Tsjechoslowakije, zei Medvecký. Hier is echter in de archieven nauwelijks iets van terug te vinden, waarschijnlijk omdat de sovjet-officieren mondeling instructies gaven en geen papierspoor achterlieten. Dat maakt het werk van historici buitengewoon moeilijk.
Omdat de SOF in Tsjechoslowakije werden aangestuurd door verschillende inlichtingendiensten ontstond er frictie. Daarnaast had het stalinistische regime zijn weerslag op alle onderdelen van de krijgsmacht, ook op de SOF. Eenheden die tijdens de oorlog met de westerse geallieerden hadden samengewerkt werden gewantrouwd. Opvallend genoeg stoelde de opleiding van nieuwe SOF in Tsjechoslowakije vrijwel volledig op de ervaringen van door de Britten geleide eenheden, en niet op die van hun collega’s die door de Sovjet-Unie gesteund werden. Ideologie was blijkbaar niet altijd dominant.
Dr. Petr Janoušek, verbonden aan het Military History Institute in Praag, richt zijn onderzoek op de periode na de Val van de Berlijnse Muur. In het onafhankelijke Tsjechië vond na de Koude Oorlog een snelle omslag plaats. Het was een van de drie voormalige Warschaupactlanden die in 1999 toetraden tot de NAVO. De krijgsmacht was altijd een van de steunpilaren van het communistische regime geweest, maar binnen tien jaar na de val van de Muur was dat dus volledig omgeslagen: de Tsjechische strijdkrachten integreerden in de commandostructuur van de voormalige ideologische vijand.
Tsjechische troepen bij een NAVO-oefening. In korte tijd onderging de Tsjechische krijgsmacht een transformatie van ideologische vijand naar NAVO-bondgenoot. Foto NAVO
Vóór 1989 kregen de elite-eenheden van de Tsjechoslowaakse krijgsmacht, waaronder en misschien vooral de SOF, te maken met volledige en voortdurende ideologische indoctrinatie. Na de Koude Oorlog moesten zij een nieuw doel en betekenis voor zichzelf vinden, hun identiteit moest opnieuw worden uitgevonden. Vervolgens was de Golfoorlog van 1990-1991 de eerste gelegenheid om samen te werken met de latere NAVO-partners. Het is vooral de jongere generatie militairen geweest die de snelle transformatie in Tsjechië mogelijk heeft gemaakt. Zij waren minder gericht op ideologische aspecten en meer op de praktische militaire vaardigheden.
Bundel
Andere lezingen gingen dieper in op operationele concepten en doctrines van SOF. Martijn van der Vorm MA, verbonden aan de Nederlandse Defensie Academie, sprak bijvoorbeeld over het institutionaliseren van operationele lessen door de Nederlandse SOF. De conferentie in Polen werd medegeorganiseerd door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en moet leiden tot een digitale bundel wetenschappelijke artikelen.