Het zijn vaak de kleine berichten die het belangrijkste nieuws bevatten. De afgelopen maanden hebben we intensief de vorderingen van de VN op weg naar democratische verkiezingen in Libië gevolgd. Dat grote politieke nieuws domineerde de krantenkoppen. Af en toe waren er ook wel berichten van blackouts, watertekorten en aanvallen gericht op de infrastructuur in Libië: aanvallen op waterleidingen, pompstations, de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuur van de National Oil Company.

Enkele voorbeelden: ‘Sabha [een stad in het zuiden van Libië] and most other southern districts are suffering from water shortages due to two days of electricity cuts resulting in inactive water-pumps’, een berichtje dat door Afrigate werd opgepikt. ‘Rolling summer blackouts weigh on Libya’s struggling traders’, opgemerkt door Reuters in Benghazi en Tripoli. ‘An armed group attacked at dawn, this morning, a main drink water well, south of Jalu town and seized seven cars, supplies and medicines, No human casualties reported’, geregistreerd door de Libya Herald. ‘On its Facebook page, the Man Made River Authority said that it had discovered the vandalism of four wells during maintenance work conducted by its team in the northern field of the Hasawneh System. The administration warned of an interruption of water supplies to residents of cities and areas near the Al-Hasawneh system due to repeated attacks on the system's wells, calling on the security authorities in the areas of Hasawneh and Al-Shati to move with all seriousness to hold the aggressors accountable’, aldus de Libya Observer.

Die nieuwsberichten lijken lokaal, random en verspreid: let's see when we connect the dots.

De watervoorziening in Libië is gebaseerd op één van de grootste infrastructuurprojecten ter wereld. In 1983 is begonnen met wat nu bekend staat als de Great Man-Made River, een even eenvoudig als ambitieus plan: de ondergrondse watervoorraden in het diepe zuiden oppompen en dat water vervolgens via een netwerk van ondergrondse pijpleidingen naar grote reservoirs aan de kust transporteren. Momenteel wordt ongeveer één miljoen kubieke meter water per dag getransporteerd van de Fezzan-regio naar de kust, waaronder Tripoli in het westen en Benghazi in het oosten. De Great Man-Made River voorziet in de dagelijkse drinkwaterbehoefte van de meerderheid van de 6,3 miljoen Libiërs en het water dat nodig is voor de landbouwsector.

Voordat de Great Man-Made River in bedrijf werd genomen, was Libië afhankelijk van relatief dure ontziltingsinstallaties aan de kust. Verschillende installaties zijn na de revolutie in 2011 in onbruik geraakt, mede vanwege gebrek aan onderhoud. Daarnaast hebben veel mensen op hun eigen terrein een waterput geslagen. Maar dit water en het oppervlaktewater zijn onvoldoende om in de waterbehoefte te voorzien.

Onder voormalig leider Gaddafi was er rondom de watervoorziening een soort van kat-en-muis-spel gaande. Gaddafi gebruikte de waterinfrastructuur als een tactisch drukmiddel om zaken gedaan te krijgen of om mensen koest te houden. Lokale stammen op hun beurt dreigden met het afsluiten van pompen of sabotage van pijpleidingen om lokale belangen zeker te stellen. Dat was in zekere zin een overzichtelijk spel, want onder Gaddaffi was het onderhoud van de infrastructuur gegarandeerd. Dat is nu grotendeels weggevallen. De meeste internationale bedrijven die verantwoordelijk waren voor het onderhoud van de kritieke infrastructuur hebben het land in 2011 verlaten.

De elektriciteitsvoorziening in Libië wordt geplaagd door een ander soort probleem. Omdat elektriciteit zwaar gesubsidieerd is en het betalen van je elektrarekening niet wordt afgedwongen, staat er nauwelijks een rem op de consumptie. Hoewel er allerlei plannen zijn om de capaciteit te vergroten, is er een structureel tekort aan elektriciteit. Gedurende de gehele zomer hebben de burgers in Tripoli en de rest van het land geleden onder de hitte, mede als gevolg van de nagenoeg dagelijkse stroomonderbrekingen die, afhankelijk van het district, tussen de vijf en tien uur duurden.

Daarnaast vormen de voortdurende gevechten een constante bedreiging voor het kwetsbare elektriciteitsnetwerk. Begin september, vrij snel na het sluiten van een staakt-het-vuren in Tripoli, werd de stad urenlang in duister gehuld. Woordvoerders van de General Electricity Company of Libya bevestigden een totale blackout in het westen en zuiden van Libië. De gevechten in Tripoli leidden tot schade aan het netwerk en de reparatieteams konden de beschadigde krachtstations in de gebieden waar gevochten werd niet bereiken, waardoor het netwerk moest worden afgesloten.

Connecting the dots zien we een redelijk alarmerend beeld. De problemen met de elektriciteit zijn het gevolg van een combinatie van een kwetsbaar netwerk en de structurele overbelasting. Achterblijvend onderhoud zorgt voor een structurele degradatie van het netwerk. Bij uitblijven van onderhoud zal het netwerk ineenstorten. Inmiddels zijn de Libiërs massaal generatoren gaan aanschaffen en is generator repair één van weinige bonafide specialismen waar meer werk voorhanden is dan de sector aankan. De catch is echter dat de generatoren op diesel lopen en dat Libië, omdat diesel moet worden ingevoerd, daar een groot tekort aan heeft.

Ook wat de watervoorziening betreft, is de situatie precair: de afhankelijkheid van Tripoli en Benghazi van het water dat via de Man-Made River wordt aangevoerd, is nagenoeg totaal. De ontziltingsinstallaties zijn in onbruik zijn geraakt en er is geen structurele backup voorhanden. Daarnaast speelt de kwetsbaarheid van de ondergrondse pijpleidingen en de pomp- en verdeelstations. Die hele infrastructuur ligt feitelijk onbeschermd in de Libische woestijn. De Libische politie en leger zijn niet bij machte om een basaal niveau van bescherming te bieden. Tevens is het systeem van watervoorziening geheel afhankelijk van de beschikbaarheid van elektriciteit: zonder elektra geen water.

Wat beangstigt is de omvang van deze potentiële crisis en de snelheid waarmee de crisis een nationale crisis kan worden. Op het moment dat het elektriciteitsnetwerk uitvalt, valt ook de watervoorziening stil en een week geen drinkwater in een stad als Tripoli is voldoende om de bevolking tot de rand van een volksopstand te brengen. Kortom, de kleine, ogenschijnlijk lokale en verspreide berichten over de aanslagen en problemen met de nationale infrastructuur vormen een patroon dat duidelijk in de richting van een sociale en nationale crisis wijst die voor onze ogen en onder onze handen ‘in de maak is’ en die mogelijk groter is dan dat wat vandaag en het afgelopen jaar de voorpagina’s van de kranten heeft gehaald.

Dit is de laatste column van Marcus Houben in de Militaire Spectator. Zijn eerste column werd geplaatst in december 2006. De redactie is hem zeer erkentelijk voor de waardevolle bijdragen die hij in de loop van de jaren heeft geleverd.
De hoofdredacteur

 

Over de auteur(s)

Dr. M.F.J. Houben

Marcus Houben is senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Defensie en heeft gewerkt als Head of the Support Team EU 2014 Presidency Contact Group on Piracy off the Coast of Somalia bij de European External Action Service.