Toen de Engelse associate professor Matthew Ford in 2008 promoveerde op een studie over de politiek van wapenontwikkeling in het Britse leger, analyseerde hij hoe bureaucratische belangen, industriële invloed en militaire doctrine de ontwikkeling en aanschaf van Britse infanteriewapens in de 20e eeuw bepaalden. Ruim vijftien jaar later richt hij zijn aandacht opnieuw op technologie, zij het in een andere gedaante. In het boek War in the Smartphone Age analyseert Ford hoe de smartphone, een alledaags communicatiemiddel, de relatie tussen strijdkrachten en burgers ingrijpend heeft veranderd. Waar zijn proefschrift draaide om staal en productie, staan in zijn nieuwste boek data en connectiviteit centraal.
Het boek gaat verder dan een oppervlakkige beschrijving van de smartphone als een alomtegenwoordige gadget. Ford richt de aandacht op wat erachter schuilgaat: de onderliggende infrastructuur, de zogenoemde stack, die vergelijkbaar is met de informatieomgeving met haar fysieke, virtuele en cognitieve dimensies. Deze reikt van onderzeese kabels en zendmasten tot de digitale lagen waar bedrijven en overheden beslissen wie toegang krijgt tot data, welke berichten zichtbaarder worden en hoe surveillance wordt toegepast.
Een sterke kant van het boek is de internationale reikwijdte. Ford beperkt zich niet tot de Russisch-Oekraïense oorlog, die vaak als standaardcasus in hedendaagse analyses dient, maar analyseert conflicten in Ethiopië, Israël, de Palestijnse Gebieden, Mali en Somalië. Daarmee laat hij zien dat de logica van digitale oorlogvoering wereldwijd herkenbare patronen vertoont. Hij beschrijft hoe sociale media de context van conflict vervormen, een collapsing context, waarin gebeurtenissen losraken van tijd en plaats. Zo konden gebruikers in de eerste dagen van de invasie van Oekraïne live meekijken via straatcamera’s en Telegramgroepen, waardoor het slagveld volledig transparant leek, zelfs voor wie het conflict slechts via een smartphone volgde. In werkelijkheid haalden algoritmen beelden en berichten uit hun verband, waardoor feiten, interpretatie en fictie in elkaar overvloeiden en elke gebruiker zijn eigen waarheid construeerde.
Civiele participatie en kwetsbaarheid
Een centraal thema in het boek van Ford is hoe burgers via hun smartphones deelnemen aan oorlogvoering, een fenomeen dat hij participative warfare noemt. In Oekraïne uploaden burgers posities van Russische troepen of melden zij drones die luchtalarmen activeren. Deze digitale mobilisatie versterkt de informatiepositie van de strijdkrachten, maar maakt burgers en netwerken mogelijk tot militaire doelwitten.
Ook een belangrijk punt in het betoog van Ford is de kwetsbaarheid van de communicatie-infrastructuur. Hij laat zien hoe Hamas bij de aanval op 7 oktober 2023 op Israël gericht Israëlische militaire surveillance-technologie uitschakelde om de reactie van het Israëlische leger te vertragen en hoe communicatiemiddelen daarna zelf werden ingezet als wapens. Een voorbeeld is het moment waarop Hamasstrijders de smartphone van een Israëlische vrouw gebruikten om haar executie via haar eigen Facebook-pagina live te streamen, een extreme illustratie van hoe civiele technologieën worden ingezet als wapens in psychologische oorlogvoering. Ford gebruikt dit voorbeeld om te benadrukken dat in het smartphonetijdperk niet alleen informatie, maar ook de ervaring van geweld wordt gemanipuleerd.
Hij beschrijft verder hoe de Israëlische strijdkrachten en inlichtingendiensten na 7 oktober reageerden door de communicatie-infrastructuur in Gaza naar hun hand te zetten: internettoegang werd beperkt, maar 2G-telefoongesprekken werden toegestaan, deels om gesprekken te kunnen monitoren voor signals intelligence (SIGINT) doeleinden. De verzamelde data gebruikten de Israel Defence Forces (IDF) voor targeting. Zo laat Ford zien dat controle over communicatienetwerken even belangrijk is als controle over terrein.
Een ander voorbeeld dat Ford bespreekt is een gevecht in maart 2022 in Brovary, een voorstad van Kyiv. Een Russische colonne van tanks en pantservoertuigen komt daar onder artillerievuur te liggen en wordt aangevallen met antitankraketten. Een Russische regimentscommandant, kolonel Andrei Zakharov, komt bij deze aanval om het leven. Deze gebeurtenis is meer dan een schermutseling: de Oekraïners weten op dat moment de opmars vanuit het noordoosten richting Kyiv te stoppen. Opvallend is dat de aanval begon met een burger die met een hobbydrone de Russische eenheid lokaliseerde en via een WhatsApp-groep het Oekraïense leger waarschuwde, waarna het vuur werd geopend.
Dit incident laat zien hoe digitale infrastructuur burgerinitiatieven direct met militaire operaties kan verbinden. De onderliggende communicatienetwerken maakten de aanval mogelijk, maar roepen tegelijk vragen op over de juridische status van burgers die op deze manier bijdragen aan gevechtshandelingen. Daarmee illustreert Ford hoe civiele technologieën niet alleen voordelen bieden, maar ook de grens tussen combattant en niet-combattant vervagen.
Het boek sluit af met een blik op de toekomst, die zich in feite al voor onze ogen ontvouwt. Ford waarschuwt voor de opkomst van kunstmatige intelligentie. In wat hij accelerated war noemt, verkort de snelheid van dataverwerking de tijd tussen detectie en aanval, waardoor menselijke besluitvorming onder druk komt te staan. Hij wijst ook op de beperkte betrouwbaarheid van de technologie. Deze snel voortschrijdende, maar soms haperende AI-systemen roepen vragen op over ethiek en juridische verantwoordelijkheid.
Interdisciplinair
De grote verdienste van War in the Smartphone Age ligt in de manier waarop Ford digitale infrastructuur en menselijke ervaring samenbrengt. Hij toont overtuigend aan hoe het smartphone-ecosysteem burgers heeft betrokken bij oorlogvoering. Zijn interdisciplinaire aanpak, waarin technologie, mediastudies en militaire analyse elkaar overlappen, maakt het boek waardevol voor een breed publiek.
Tot slot is War in the Smartphone Age een detailrijk boek dat duidelijk maakt hoe diep alledaagse civiele technologie in oorlogvoering is doorgedrongen. De kracht van Ford is zijn vermogen om de smartphone neer te zetten als een knooppunt van informatie. Zijn analyse biedt een scherpe waarschuwing: wie de oorlogen van de 21e eeuw wil begrijpen, moet de smartphone en de onderliggende technische infrastructuur niet zien als randverschijnsel, maar als een belangrijk deel van het slagveld. De uitdaging voor krijgsmachten is de digitale dimensie van oorlog niet alleen te observeren, maar ook te beheersen zonder daarbij de eigen legitimiteit te verliezen.
Lkol Peter Schrijver, PhD researcher NLDA
War in the Smartphone Age
Conflict, Connectivity and the Crisis at Our Fingertips
Door Matthew Ford
Londen (Hurst) 2025
291 blz. – ISBN 9781911723998
