Eind 2020 richtte de Koninklijke Landmacht het ‘Wapen van de Informatiemanoeuvre’ op. Dit Wapen bestaat uit het Korps Inlichtingen & Veiligheid (I&V) en het Korps Communicatie & Engagement (C&E). De naam Communicatie & Engagement leidt weleens tot verwarring. Dit artikel maakt het vakgebied van C&E beter inzichtelijk. Het beschrijft hoe de beschikbare middelen binnen dit vakgebied bijdragen aan de NAVO-strategie en aan de visie en de gevechtskracht van de Nederlandse krijgsmacht. Militaire organisaties moeten verder kijken dan kinetische oorlogsvoering en erkennen hoe belangrijk informatie en gedragsbeïnvloeding bij oorlogvoering zijn.
In militaire operaties verandert de manier van vechten voortdurend. Partijen vechten conflicten tegenwoordig niet alleen uit op het fysieke slagveld, maar ook in de virtuele wereld. Het gaat om meer dan alleen het gewapende conflict; het betreft ook activiteiten die onder de grens van fysiek geweld blijven, zoals beïnvloedingscampagnes via sociale media of het hacken van IT-systemen. Een strakke afbakening tussen oorlog en vrede vervaagt hiermee en zorgt ervoor dat verschillende partijen continu in competitie zijn en beïnvloeding overal plaatsvindt. De partijen bestaan niet meer alleen uit staten, maar ook uit niet-statelijke spelers.
De North Atlantic Fella Organization (NAFO) is een voorbeeld van een social media-beweging die zich toelegt op het bestrijden van Russische propaganda en desinformatie over de invasie in Oekraïne. Een ander voorbeeld is de invloed die de grote techbedrijven en hun eigenaren proberen uit te oefenen. In deze categorie speelt de satellietconstellatie ‘Starlink’ van SpaceX bijvoorbeeld een belangrijke rol in de oorlog in Oekraïne door daar te voorzien in internetverbinding.
In moderne conflicten waar de rol van informatie steeds belangrijker wordt, draait het steeds vaker om het beïnvloeden van gedrag. Dit is ook een speerpunt van het strategisch concept van de NAVO.[1] Hierin benadrukt het bondgenootschap het belang van het strategische gebruik van informatie. Het hoogste (politiek-strategische) niveau ontwikkelt hierbij een verhaallijn die richting geeft aan alle activiteiten en communicatie op alle niveaus van de NAVO. De strategische verhaallijn stuurt het gedrag van al het NAVO-personeel, zowel individueel als in groepen.
De boodschap is duidelijk: militaire organisaties moeten verder kijken dan kinetische oorlogsvoering en erkennen hoe belangrijk informatie en gedragsbeïnvloeding bij oorlogvoering zijn.[2] Gedragsbeïnvloeding sluit kinetische oorlogsvoering niet uit: het toepassen van fysiek geweld zoals het gooien van een bom is ook een vorm van beïnvloeden. Dit leidt immers tot bepaald gedrag, bijvoorbeeld vluchten of overgave. Zowel kinetische als niet-kinetische aspecten van oorlogvoering moeten daarom gecoördineerd en geïntegreerd worden uitgevoerd.
Ook de Nederlandse krijgsmacht is zich bewust van deze ontwikkelingen. In de afgelopen jaren zijn de Nederlandse Defensie Doctrine, de Defensievisie 2035 en de Beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden gepubliceerd.[3] Deze documenten positioneren informatie steeds nadrukkelijker als strategisch middel voor de gevechtsvoering. Een van de resultaten hiervan is dat de Koninklijke Landmacht eind 2020 het ‘Wapen van de Informatiemanoeuvre’ heeft opgericht.[4] Dit Wapen bestaat uit het Korps Inlichtingen & Veiligheid (I&V) en het Korps Communicatie & Engagement (C&E). Hierbij richt het Korps C&E zich specifiek op het bereiken van veranderingen in houding, attitude, percepties en de besluitvorming van groepen. Dit worden ook wel cognitieve effecten genoemd. Hoewel het Korps C&E organisatorisch onder de landmacht valt, kunnen alle krijgsmachtdelen gebruik maken van de capaciteiten van dit korps. De moedereenheid van het Korps C&E is het 1 Civiel en Militair Interactie Commando (1 CMI Co) in Apeldoorn.
De naam Communicatie & Engagement leidt weleens tot verwarring. Beide termen kunnen op verschillende manieren worden uitgelegd, wat het begrijpen van de rol en mogelijkheden die C&E biedt lastig maakt. Daarnaast bestaat er geen consensus over de interpretatie van overkoepelende concepten zoals Informatiegestuurd Optreden (IGO) en Informatie Manoeuvre (IM). Wij lichten beide concepten in de sectie ‘context’ verder toe.
Met dit artikel willen wij het vakgebied C&E beter inzichtelijk maken. We beschrijven hoe de beschikbare middelen binnen dit vakgebied bijdragen aan de NAVO-strategie en aan de visie en de gevechtskracht van de Nederlandse krijgsmacht. Eerst schetsen wij de context waarin C&E opereert. Daarna komen de kern van het vakgebied en de inzet ervan in het landdomein aan bod. Tot slot lichten we toe hoe C&E is geïntegreerd in bestaande militaire processen.
CIMIC richt zich op het opbouwen en onderhouden van netwerken in de civiele omgeving. Foto MCD, Maurits van Hout
Een aantal belangrijke aspecten die C&E raken vallen buiten de scope van dit artikel. Deze aspecten hebben te maken met het concept van Informatie Manoeuvre in combinatie met de term beïnvloeding en wat dat met zich meebrengt. Denk hierbij aan de juridische en ethische aspecten die bij beïnvloeding komen kijken. Dit roept vragen op als: wie mag je beïnvloeden? En hoe? Hoe verhoudt zich dit tot een democratische rechtsstaat? Ze slechts kort vermelden doet deze aspecten geen recht, aangezien elk van deze onderwerpen genoeg stof biedt voor een eigen artikel.
Context
Sinds de NAVO-top in Madrid in 2022 heeft de NAVO vier kernprincipes geïntroduceerd voor haar doctrine: de behaviour-centric approach, de manoeuvrist approach, de comprehensive approach en mission command. Samen sturen deze principes het denken, handelen en plannen binnen militaire operaties, ongeacht de omstandigheden of het operationele niveau.[5] Hoewel de principes relevant zijn voor elk optreden, zijn vooral de basisprincipes behaviour-centric, comprehensive en manoeuvrist approach sturend voor C&E.
Een behaviour-centric approach erkent dat houding en gedrag van mensen essentieel zijn om het gewenste einddoel te bereiken. Het benadrukt dat militaire organisaties verder moeten kijken dan alleen de vijand; het beïnvloeden van gedrag en percepties van verschillende doelgroepen staat centraal in zowel de planning als uitvoering van activiteiten.
Een comprehensive approach streeft naar een optimale samenwerking van politieke, militaire, en civiele capaciteiten en het informeren en beïnvloeden van doelgroepen om militaire doelen te bereiken.
Een manoeuvrist approach is de manier van denken die nodig is om effecten te bereiken die verandering van gedrag centraal stellen. Het richt zich op het verminderen van de wil om te vechten en het beïnvloeden van de besluitvorming van de tegenstander. Essentieel is het zelf nemen en houden van het initiatief. De eigen kracht en kwaliteiten zijn gericht op het vinden en uitbuiten van kwetsbaarheden van de tegenstander. Het vergt continu druk houden op de tegenstander en op onverwachte plekken en momenten toeslaan.
Het effectief inzetten van informatie is cruciaal om deze principes in de praktijk te brengen en militaire doelen te realiseren. De NAVO heeft daarom recentelijk verschillende doctrines op dit gebied herzien[6] en vernieuwt momenteel de onderliggende doctrines voor Civil Military Cooperation (CIMIC) en Psychological Operations (PsyOps).[7]
Informatie
In militaire context kan informatie naar verschillende aspecten refereren. Allereerst als een van de vier machtsmiddelen van de staat. Dit zijn diplomatie, informatie, militaire middelen en economie (DIME). Informatie in deze context benadrukt de rol en het belang van doelgroepen, de publieke perceptie, en de invloed van informatie op besluitvorming. Informatie maakt gebruik van narratieven. Een narratief is de centrale verhaallijn en de boodschap die, in dit geval, een staat wil vertellen. Een narratief wordt gebruikt om de inzet van de vier machtsmiddelen op elkaar af te stemmen.[8] Het politiek-strategische narratief geeft ook richting aan militaire acties en vormt de basis van strategische communicatie.
Ten tweede wordt het begrip informatie binnen het joint function framework van de NAVO gebruikt.[9] Dit raamwerk combineert acht functies (middelen) binnen militair optreden om de manoeuvrist approach te operationaliseren en het gedrag en de houding van doelgroepen te beïnvloeden. Informatie is een van deze acht functies en ondersteunt commandanten in hun besluitvorming en operaties en daarnaast in het begrijpen en beïnvloeden van de informatieomgeving, zodat zij de percepties, het gedrag en de besluitvorming van doelgroepen kunnen sturen.[10]
Ten slotte kan informatie ook gebruikt worden als doel, middel en effector (iets wat een beoogd effect bereikt).[11] Informatie wordt als doel op zichzelf gebruikt als bron voor het inlichtingenproces, ten behoeve van voorspellend vermogen, beeldvorming en oordeelsvorming. Dit helpt bij het begrijpen van de omgeving waarin militaire operaties plaatsvinden. Informatie als middel wordt gebruikt ter ondersteuning van de commandovoering, zowel in de voorbereiding van als tijdens operaties. Informatie als effector, ten slotte, gaat om het inzetten van informatie om effecten te bereiken in de fysieke, cognitieve en virtuele dimensie gecombineerd met kinetische activiteiten. Deze drie pijlers vormen de bouwstenen voor Informatiegestuurd Optreden (IGO). De Defensievisie 2035 en Defensienota 2022 pleiten voor een gezaghebbende informatiepositie, geïntegreerde Command & Control, en het gebruik van informatie als een wapen binnen het concept van IGO.[12]
Informatie Manoeuvre
Binnen de context van IGO is Informatie Manoeuvre een deelaspect. De term wordt momenteel alleen in het Verenigd Koninkrijk en Nederland gebruikt.[13] Het combineert de termen informatie en manoeuvre en omvat het gebruik van informatie, naast kinetische middelen, om een tegenstander te beïnvloeden.[14] Binnen Informatie Manoeuvre treedt C&E op als sensor (informatieverzamelaar), force multiplier (versterkt door het gebruik van informatie de inspanningen en effecten van andere eenheden) en (non-letale) effectenbrenger (die of datgene die het effect bereikt).
Peter Pijpers en Paul Ducheine omschrijven Informatie Manoeuvre als ‘De capaciteit om een voordeel te behalen over tegenstanders door het gebruik van informatie als een bron om de tegenstander en zijn omgeving te beoordelen, om de tegenstanders informatieomgeving aan te grijpen en om informatie als een wapen te gebruiken om de cognitie van de doelgroepen te beïnvloeden. Dit alles met als doel om het denkproces en de autonome besluitvorming van de doelgroep te beïnvloeden.’[15] Volgens Marije Timmer en Ducheine draait het bij Informatie Manoeuvre om richting en uitvoering geven aan activiteiten in alle dimensies van de informatieomgeving.[16] In de volgende sectie leggen wij het begrip informatieomgeving verder uit.
De informatieomgeving en de drie dimensies
Om gedrag effectief te beïnvloeden, is een goed begrip van de informatieomgeving essentieel.[17] Alhoewel de naam anders doet vermoeden bestaat deze omgeving uit meer dan alleen informatie; het omvat ook de mensen, organisaties en systemen die informatie ontvangen, verwerken en verspreiden. Binnen de informatieomgeving zijn de cognitieve, virtuele en fysieke dimensie te onderscheiden.[18] Deze drie dimensies zijn weer onderverdeeld in zeven lagen. Figuur 1 illustreert de drie dimensies en de zeven lagen van de informatieomgeving.
Figuur 1 Drie dimensies en zeven lagen van de informatieomgeving
De cognitieve dimensie is waar mensen gedachten en ideeën vormen en besluiten nemen. Dit vindt plaats in een sociale omgeving die deze gedachten en ideeën beïnvloedt. Denk hierbij aan psychologische en sociologische processen en cultuur. De virtuele dimensie is de digitale ruimte waar doelgroepen met elkaar communiceren en informatie uitwisselen. Dit omvat onder andere software, sociale media en andere digitale kanalen, maar ook de virtuele verpersoonlijking van de gebruikers. De fysieke dimensie omvat de geografische locaties waar mensen en middelen zich bevinden, evenals de infrastructuur en fysieke objecten die daarbij horen.[19] Dit is ook de dimensie waar fysieke gevechten plaatsvinden. De fysieke dimensie is tastbaar in de fysieke wereld, de virtuele en de cognitieve dimensie niet.
Activiteiten die in de virtuele en fysieke dimensie plaatsvinden beïnvloeden altijd de cognitieve dimensie. Het omgekeerde geldt ook: veranderingen in de cognitieve dimensie leiden tot ander gedrag in de fysieke en virtuele dimensie. De kracht van een concept als Informatie Manoeuvre is dat door beter gebruik te maken van de informatieomgeving een militair voordeel wordt behaald.
In het essay ‘Identiteitscrisis: “Ik denk, dus ik ben”’ benadrukken Roel Samson en Gwenda Nielen dat ‘het noodzakelijk is om nu expertise, operationele concepten en capaciteiten te ontwikkelen die de cognitieve en virtuele dimensies benutten, van strategisch tot tactisch niveau.’[20] Dit is precies waar C&E zich mee bezighoudt.
Communication & Engagement
C&E opereert binnen de informatieomgeving, met een sterke focus op de cognitieve dimensie. Daarbij richt C&E zich zowel op het civiele als het militaire domein en maakt het gebruik van alle drie de dimensies (cognitief, virtueel en fysiek) om de perceptie, houding en gedrag van tegenstanders en andere relevante actoren te beïnvloeden. Dit draagt bij aan het behalen van politieke en militaire doelstellingen.
C&E bereikt dit allereerst door het plannen, integreren en uitvoeren van informatieactiviteiten.[21] De focus ligt hierbij op het creëren van cognitieve effecten. Daarnaast draagt C&E bij aan het begrijpen van de operatieomgeving. Dit gebeurt door analyses, assessments en producten die worden gebruikt in plannings-, operatie-, inlichtingen- en targetingprocessen. Als laatste integreert C&E civiele factoren in militaire operaties en maakt C&E civiel-militaire interactie ter ondersteuning van de militaire doelstellingen mogelijk.[22]
De Nederlandse krijgsmacht gebruikt de benaming C&E momenteel op drie manieren.[23] Het is de Nederlandse benaming van de functionele clustering van Strategische Communicatie (StratCom), Informatie Operaties (Info Ops), Psychologische Operaties (PsyOps), Militaire Public Affairs (MilPA) en Civiel-Militaire samenwerking (CIMIC). Daarnaast is het de aanduiding van het kennisdomein C&E waar acht materiedeskundigheidsgebieden onder vallen (zie kader en Figuur 2). Ten derde gaat het om Communication & Engagement als concept (C&E-optreden in militaire operaties).
De definities van de acht materiedeskundigheidsgebieden van het kennisdomein C&E
Binnen de NAVO is StratCom verantwoordelijk voor het bedenken, plannen en uitvoeren van alle NAVO-activiteiten vanuit het besef dat informeren en het beïnvloeden van de perceptie, houding en gedrag van doelgroepen essentieel is.[24] StratCom richt zich op de verticale afstemming van narratieven en informatieactiviteiten, zodat eenheden op verschillende niveaus in de organisatie (strategisch, operationeel en tactisch) in samenhang werken aan gemeenschappelijke doelen. Info Ops richt zich op de horizontale afstemming van de informatieactiviteiten en narratieven. Horizontaal betekent hier binnen hetzelfde niveau, bijvoorbeeld een brigade(staf). Info Ops coördineert militaire informatieactiviteiten (inclusief kinetische acties), zodat deze elkaar versterken en het maximale effect bereiken. Binnen StratCom zijn PsyOps en MilPA de communicatiecapaciteiten waarvan Info Ops de activiteiten direct aanstuurt. Daarnaast omvat Info Ops ook het afstemmen van andere activiteiten, zoals die van CIMIC en acties van gevechtseenheden. Engagement is een militaire activiteit die zowel C&E-personeel als niet C&E-personeel kan uitvoeren. In het laatste geval heeft C&E een ondersteunende rol. Specialistisch personeel en analisten/onderzoekers op cultureel- en gedragsgebied spelen daarnaast een belangrijke rol. Zij verrichten onderzoek, analyseren en beoordelen deze informatie en adviseren commandanten en ander C&E-personeel.[25]
Figuur 2 Samenhang tussen materiedeskundigheidsgebieden C&E
C&E-optreden in het landdomein
De inzet van C&E-capaciteiten vindt Defensiebreed en in alle domeinen plaats (maritiem, land, lucht, cyber en space). In dit artikel ligt de focus op het landdomein, omdat de meeste doelgroepen zich op het land bevinden en dit domein daardoor het meest geschikt is om C&E-capaciteiten te illustreren. Bovendien is het C&E-optreden in het landdomein het meest uitgewerkt.
Operaties in het landdomein vinden plaats binnen verschillende operatiethema’s. Die omvatten een bundeling van militaire operaties met een gemeenschappelijk strategisch doel, binnen een specifieke tijd en geografische context.[26] Deze thema’s zijn warfighting, security, peace support en peacetime military engagement. Binnen elk thema vinden tactische operaties plaats, zoals offensieve, defensieve en stabilisatieoperaties. De operaties bestaan weer uit verschillende tactische activiteiten.[27]
Figuur 3 toont de relatie tussen operatiethema’s, tactische operaties en tactische activiteiten op een schaal van vrede tot oorlog. Het laat zien dat alle soorten operaties en activiteiten in elk operatiethema voorkomen, maar dat de focus verschilt per thema.[28] C&E speelt een rol bij alle operatiethema’s, tactische operaties en tactische activiteiten.[29]
Figuur 3 Relatie tussen de operatiethema’s, tactische operaties en tactische activiteiten op een continuüm van vrede tot oorlog
In het volgende deel beschrijven wij de inzet van C&E capaciteiten, met een focus op het operatiethema warfighting.
Strategic Communications (StratCom)
StratCom ondersteunt commandanten door een helder, onderbouwd verhaal te bieden voor het uitvoeren van een operatie. StratCom geeft richting aan militaire operaties door het formuleren van een narratief, bijbehorende boodschappen en doelgroepen. Daarnaast kan StratCom zich richten op het verminderen van steun voor tegenstanders en het behoud van eigen steun door eerdere successen te benadrukken of toekomstige operaties te legitimeren.[30]
Het StratCom-proces begint op het politiek-strategische niveau waarna een vertaling plaatsvindt naar operationeel-tactisch niveau. C&E-personeel zorgt ervoor dat de militaire activiteiten in lijn zijn met het narratief. Een voorbeeld is de NAVO-aanwezigheid in Litouwen, waar de boodschap Deterrence and Assurance centraal staat. De aanwezigheid van Nederlandse eenheden benadrukt NAVO’s eenheid en steun. C&E-personeel zorgt ervoor dat alle activiteiten in Litouwen consistent bijdragen aan de boodschap dat de NAVO het grondgebied van Litouwen kan en zal verdedigen, met als doel afschrikking van tegenstanders. De activiteiten bestaan uit het houden van oefeningen in het Baltische land, de (social) media posts richting Nederland en Litouwen, gesprekken met lokale overheden en bevolking, en advies over de Presence, Posture and Profile (PPP) van de NAVO-troepen. PPP is een belangrijk onderdeel van elke militaire operatie. Het gaat hierbij om de aanwezigheid (presence), de houding (posture), en het profiel van de militaire eenheid (profile). De aanwezigheid van troepen in een gebied vertelt iets over de hoeveelheid beschikbare middelen of over hoe belangrijk een gebied is. Hoe de troepen zich gedragen zendt ook een boodschap: hebben zij een agressieve houding of zijn ze benaderbaar? Zijn ze licht of zwaarbewapend? Dit kan tot uiting komen in wat voor en hoe zij hun wapen dragen of door het dragen van een zonnebril en helm. Het profiel gaat over welke troepen er worden ingezet en hoe zij bekend staan: zijn het elitetroepen of gewone infanterie? Wat is hun reputatie?
Combat Camera Teams vallen ook onder StratCom. Deze teams leggen beelden vast op foto en video. Deze content gebruikt PsyOps bijvoorbeeld om vijandelijke propaganda te ontkrachten en MilPA voor publieke communicatie.
Info Ops
Info Ops-personeel bedenkt beïnvloedingscampagnes die bijdragen aan het bereiken van de te behalen effecten van de militaire operatie. Zij synchroniseren en monitoren de bijbehorende informatieactiviteiten tijdens de plannings- en uitvoeringsfase van operaties. Daarnaast adviseren zij in het targetingproces over kinetische en non-kinetische doelen.
Stel dat een brigade een vijand in een dorp wil aangrijpen, maar dat er nog burgers aanwezig zijn. Een eerste stap is dan om te kijken of het fysiek aangrijpen van de vijand de enige en beste manier is om militair voordeel te behalen. Een tweede stap is om te bezien welke alternatieve methoden, zoals demoralisatie of deceptie, effectief zijn om de vijand te neutraliseren zonder schade aan burgers of infrastructuur. Andere opties zijn de bevolking bewegen het dorp te verlaten of om ze goed voor te bereiden op de aanval.
CIMIC
CIMIC richt zich op het opbouwen en onderhouden van netwerken in de civiele omgeving. Liaisonofficieren onderhouden contact met overheidsinstanties (zoals politie en burgemeesters), civiele organisaties, internationale organisaties en hulporganisaties. Binnen deze netwerken kan er informatie gedeeld worden zodat de partijen in staat zijn om effectief te reageren op situaties. Bijvoorbeeld het voorbereiden van burgers op gevechtsacties, het evacueren van bevolkingsgroepen, of het inventariseren welke middelen er beschikbaar zijn binnen civiele organisaties, bijvoorbeeld transportcapaciteit voor goederen- en/of personenvervoer, medische hulp of voedsel. Hierbij houdt CIMIC uiteraard rekening met de operationele veiligheid.
Na gevechtsacties kunnen CIMIC-teams Battle Damage Assessments opstellen om inzicht te krijgen in schade aan infrastructuur, burgerslachtoffers en de benodigde basisbehoeften in het gebied. Ze bekijken de invloed hiervan op de militaire operatie, maar ook de mogelijkheden voor andere civiele partijen om hierop te handelen. CIMIC kan ook zelf bijdragen aan wederopbouw. Hiervoor beschikken zij over Functional Specialists – militairen met expertise op gebieden zoals techniek of economie – die een waardevolle rol spelen in operaties.[31] In NAVO-landen zoals Litouwen ondersteunt CIMIC ook Host Nation Support of Nationale Operaties.
PsyOps
PsyOps voert communicatieactiviteiten uit die gericht zijn op het demoraliseren van vijandelijke troepen, het inzetten van deceptie en het beïnvloeden van doelgroepen. Voor het beïnvloeden van specifieke doelgroepen is in NAVO-verband vooraf toestemming nodig vanuit de North Atlantic Council (NAC). De NAC is het hoogste politieke bestuursorgaan van het bodngenootschap. PsyOps stemt via Info Ops-activiteiten af met andere effectenbrengers, zoals Cyber (en) Elektromagnetische Activiteiten (CEMA). De PsyOps-teams maken gebruik van zowel klassieke methoden als moderne technologieën. Traditionele middelen omvatten persoonlijke gesprekken, radio-uitzendingen, dummies (zoals opblaasbare tanks), leaflets en luidsprekeroperaties. Meer moderne technieken zijn drones, sociale media en internet.
Een voorbeeld is het gebruik van drones of vliegtuigen om leaflets te verspreiden boven vijandelijke linies met informatie over hoe troepen zich kunnen overgeven. Ook kunnen drones en vliegtuigen burgers in bezette of vijandelijke gebieden bereiken. Dit kan ook met pushberichten via internet of gsm’s. Verder kan PsyOps luidsprekers inzetten om de vijand te misleiden over troepenbewegingen of om burgers te informeren, bijvoorbeeld door aanwijzingen te geven over evacuatieroutes of noodmaatregelen. PsyOps speelt daarnaast een cruciale rol in het tegengaan van vijandelijke propaganda, desinformatie en misinformatie.[32]
MilPA
MilPA richt zich op communicatieactiviteiten om de steun van het thuisland te behouden en verschillende doelgroepen in het operatiegebied te informeren, in lijn met de communicatiestrategie van de operatie. MilPA ontwikkelt diverse Public Affairs-producten, zoals nieuwsberichten, social media posts en achtergrondartikelen, en verspreidt deze via beschikbare middelen. Bovendien coördineert MilPA-personeel externe communicatie door het opstellen van soldiers cards en media lines voor militairen. Ze begeleiden ook journalisten en adviseren commandanten over mediabeleid of treden op als woordvoerder.
Militairen op patrouille kunnen Soldier-Level Engagement uitvoeren, bijvoorbeeld informele gesprekken met de lokale bevolking. Foto MCD, Eva Klijn
MilPA draagt bij aan het uitleggen en verantwoorden van militaire activiteiten, het benutten van successen, en het informeren van civiele doelgroepen over toekomstige gebeurtenissen in hun omgeving. Vaak gebeurt dit in samenwerking met lokale media, zoals televisie en radio. De uitvoering van MilPA is afgestemd op het StratCom-raamwerk en gesynchroniseerd met Info Ops.[33]
Engagement
Engagement heeft twee aspecten: Key Leader Engagement (KLE) en Soldier-Level Engagement (SLE). KLE is zorgvuldig gepland en gericht op hoge of invloedrijke functionarissen die controle hebben over gebieden die van strategisch belang zijn. Dit gebeurt vaak op nationaal niveau. Bij deze gesprekken bereidt een C&E-functionaris de inhoud voor, inclusief achtergrondinformatie over de betrokken persoon, gedragsanalyses en gewenste effecten. Meestal voert een hogere commandant deze gesprekken.
Leden van militaire eenheden kunnen tijdens patrouilles of andere activiteiten zowel gepland als ongepland een SLE uitvoeren. Dit omvat bijvoorbeeld informele gesprekken met de lokale bevolking. Militairen kunnen hierbij gebruik maken van de soldiers cards die door MilPA zijn verstrekt, of advies inwinnen bij C&E-personeel.[34]
C&E in processen
C&E draagt bij aan verscheidene (kern)processen binnen de krijgsmacht, zoals het planningsproces, het operatieproces, inlichtingenproces en targeting (zie Figuur 4).
StratCom en Info Ops zijn volgens de doctrine vanaf het begin betrokken bij het planningsproces. Zij helpen bij het definiëren van gewenste effecten en vergroten de kans op succes voor het bereiken van deze effecten. Integraliteit is hierbij het sleutelwoord, hoewel dit in de praktijk nog niet altijd volledig is geborgd. Dit komt onder andere door verzuiling tussen diverse vakgebieden en specialismen. In de volgende secties bespreken wij de rol van C&E binnen het inlichtingenproces en targeting.
Figuur 4 Kernprocessen binnen de krijgsmacht. De gele cirkel geeft de positie van C&E weer. Deze overlapt met de andere processen en toont de integraliteit van C&E met deze processen
Inlichtingenproces en C&E
De manier waarop C&E- en inlichtingenpersoneel (Inlichtingen & Veiligheid, I&V) informatie verzamelen en gebruiken is verschillend. I&V richt zich op het verzamelen van gegevens om deze te analyseren en om te zetten in bruikbare inlichtingen die beslissingen ondersteunen. Voor hen is informatie zowel het doel als het middel. C&E verzamelt informatie echter om deze actief in te zetten als instrument om invloed uit te oefenen (als effector), bijvoorbeeld om de tegenstander te misleiden of gedrag te beïnvloeden. Bij C&E is informatie ook een wapen.
C&E levert waardevolle inzichten die bijdragen aan het algehele beeld van de operatieomgeving. C&E verzamelt andere informatie dan I&V waardoor een completer beeld ontstaat. Hoe completer het beeld, hoe beter commandanten en teams begrijpen wat er speelt in de omgeving en hoe zij hier op kunnen inspelen. Dit gezamenlijke beeld heet de Joint Intelligence Preparation of the Operating Environment (JIPOE). De Comprehensive Understanding of the Operating Environment (CUOE) gaat over het zo volledig mogelijk begrijpen van de context. C&E-specialisten leveren onder andere de volgende bijdragen:
- doelgroepanalyses. Deze helpen te begrijpen wie beïnvloed moet worden en hoe;
- analyse van de informatieomgeving. Hiermee onderzoekt C&E hoe informatie en communicatie in te zetten om de gewenste effecten te bereiken;
- inzicht in cultuur en gedrag. Door rekening te houden met culturele en gedragsfactoren zijn militaire operaties beter afgestemd op de dynamiek in het operatiegebied;
- CIMIC-analyses en assessments. Deze richten zich op de civiele omgeving en de impact daarvan op de militaire operatie en omgekeerd;
- assessment van de uitgevoerde beïnvloedingscampagnes. Dit draagt bij aan het beoordelen van de gehele operatie.
Om het beeld van de operatieomgeving zo volledig mogelijk te krijgen, is het cruciaal dat I&V en C&E hun informatie delen en meer samenwerken. Momenteel gebeurt dit niet altijd, omdat de verantwoordelijkheid voor de verschillende producten in het proces verdeeld is over beide vakgebieden.
Een betere integratie van de beschikbare informatie zorgt ervoor dat informatie tijdiger en effectiever wordt gebruikt. De NAVO heeft stappen gezet om deze samenwerking te verbeteren. Ze combineert de analyse van de informatieomgeving (Information Environment Analysis) met traditionele inlichtingenprocessen, zodat alle kennis samenkomt. Dit gebeurt nu vooral op het niveau van NAVO-hoofdkwartieren. De NAVO raadt echter aan om deze aanpak ook op lagere niveaus, zoals brigades en divisies, in te voeren.[35]
Figuur 5 maakt zichtbaar hoe de diverse processen en producten zich tot elkaar verhouden en gezamenlijk leiden tot de CUOE.[36] De producten die Info Ops bijdraagt zijn rood omkaderd aangegeven. CIMIC-analyse en assessment ontbreekt in deze afbeelding doordat de NAVO CIMIC doctrinair niet binnen Info Ops plaatst. Dat neemt niet weg dat CIMIC-producten een substantiële bijdrage leveren aan de CUOE. Voorbeelden van zulke producten zijn het CIMIC Estimate[37] en informatie over Cross-Cutting Topics.[38]
Figuur 5 Overzicht processen en producten die leiden tot een CUOE
Targeting en C&E
Targeting is het proces van het selecteren en prioriteren van doelen om daar de geschikte actie op af te stemmen, hierbij rekening houdend met operationele vereisten en capaciteiten.[39] Binnen de NAVO is het een joint proces tot op het operationele niveau.[40] Nederland heeft dit proces ook op lagere niveaus ingevoerd, door het land tactical targeting process.[41] Targeting verbindt sensoren (informatieverzamelaars), doelen (objecten, personen of groepen waarop acties worden gericht) en effectenbrengers (middelen die de actie uitvoeren). De neiging bestaat om bij targeting alleen te denken aan kinetische acties zoals bombardementen, maar niet-kinetische acties maken hier een even groot deel vanuit. Hoe je informatie gebruikt binnen targeting laat zich het beste uitleggen met behulp van de basis van communicatie. Daar heb je een zender, een boodschap en een ontvanger. De zender is dan de effectenbrenger, de boodschap (informatie) is de effector, en de ontvanger is het doel. Denk bijvoorbeeld aan MilPA die een social media-campagne gebruikt om met een bepaalde boodschap een doelgroep te beïnvloeden. Dit vraagt om een bredere kijk op targeting, waarbij de focus ook ligt op het beïnvloeden van de percepties, houding en het gedrag van mensen en groepen.
Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende tijd- en ruimtefactoren die verschillende acties nodig hebben. Op tactisch niveau kan de targetingcyclus kort zijn, zoals bij de forward observer en de artillerie. Bij niet-kinetische acties, zoals PsyOps- of CIMIC-activiteiten, is er soms meer tijd nodig om het effect te bereiken. Dit kan om een aanpak vragen die de inzet en het operatiegebied van de tactische commandant overstijgt. Daarnaast komt het in dit digitale tijdperk vaker voor dat effecten niet te beperken zijn tot het operatiegebied alleen. Daarom moet C&E-personeel op hogere niveaus bepaalde informatieactiviteiten al ruim van te voren starten en afstemmen. Dat neemt niet weg dat C&E-personeel op tactisch niveau ook in staat is om in korte tijd effectief te zijn, zoals bij luidsprekersoperaties of gesprekken met de lokale bevolking. C&E draagt verder bij aan het proces door het toevoegen van doelen aan lijsten zoals de High Value Target List (HVTL), waarop doelen met strategisch belang staan, of de High Priority Target List (HPTL), die zich richt op doelen die direct invloed hebben op een operatie. Deze doelen komen voort uit doelgroepenanalyses. Ten slotte brengt C&E belangrijke civiele zaken in kaart. Het gaat hierbij niet alleen over zaken die het humanitair oorlogsrecht beschermt, maar ook om plekken en infrastructuur die een nadelig effect op de missie hebben wanneer ze beschadigd of vernietigd worden. Deze staan op de Non-Strike List (doelen die niet aangevallen mogen worden).[42]
C&E oefent PsyOps, onder meer met luidsprekers. Deze kunnen in korte tijd effectief zijn op tactisch niveau. Foto MCD, Aaron Zwaal
Ter afsluiting
Door het belang van de rol van informatie, gedragsbeïnvloeding en de middelen die C&E hiervoor ter beschikking heeft voor het hedendaagse conflict te benadrukken, beoogt dit artikel bij te dragen aan een juiste beeldvorming en beter begrip van het jonge vakgebied Communication & Engagement. Voor de toekomst is het essentieel dat het C&E-vakgebied zich verder professionaliseert. Dit kan onder meer door de samenwerking binnen de defensieorganisatie met capaciteiten zoals I&V en CEMA te intensiveren, samenwerking met partijen buiten de organisatie te versterken en voldoende C&E-capaciteit in te brengen op alle organisatieniveaus. Ondersteuning op beleidsniveau is nodig om deze integratie te borgen en voldoende middelen daarvoor beschikbaar te stellen. Daarnaast is het van belang dat de krijgsmacht de C&E-capaciteiten en informatieactiviteiten volledig integreert in de diverse (kern)processen binnen de militaire organisatie. Hierdoor kan C&E de slagkracht van de krijgsmacht verder vergroten en bijdragen aan het behalen van strategische en operationele doelstellingen in de complexe operationele omgevingen van nu.
De eerste stappen in deze richting zijn reeds gezet, maar er is nog werk aan de winkel. Eind 2024 is er een studie vanuit de Kwartiermakersgroep InfoMan afgerond.[43] Het onderzoek richtte zich op het ontwikkelen van een concept voor het effectief gebruik van informatie voor geïntegreerd optreden op tactisch niveau. Deze studie beoogt onder andere meer duidelijkheid te verschaffen over de inzet van C&E-capaciteiten. Zo beschrijft de studie op welke manier I&V, C&E en CEMA gecoördineerd en samenhangend effecten kunnen brengen.
[1] NATO, NATO 2022 Strategic Concept (2022).
[2] Zie bijvoorbeeld: L. Boswinkel, M. Rademaker, S. Romansky, ‘Information-based behavioural influencing in the military context’, The Hague Centre for Strategic Studies (2022).
[3] Ministerie van Defensie, Nederlandse Defensie Doctrine (Den Haag, 2019); Ministerie van Defensie, Defensievisie 2035 (Den Haag, 2020); Ministerie van Defensie, Beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (Den Haag, 2023).
[4] A. van Beveren, ‘KL creëert Wapen van de Informatiemanoeuvre’, Landmacht 70 (2020) (10) 2. Zie: https://magazines.defensie.nl/landmacht/2020/10/02_wapen-van-de-informatiemanoeuvre.
[5] NATO, AJP-01 Allied Joint Doctrine (2022), 77.
[6]NATO, The NATO warfighting capstone concept (2022); NATO, AJP-01 Allied Joint Doctrine (2022); NATO, AJP-10 Allied Joint Doctrine for Strategic Communications (2023); NATO, AJP-10.1 Allied Joint Doctrine for Info Ops (2023); NATO, AJP-10.3 Allied Joint Doctrine for Military Public Affairs (2024).
[7] NATO, AJP-3.19 Allied Joint Doctrine for Civil-Military Cooperation (2018, nieuwe versie verwacht in 2025); NATO, AJP-3.10.1 Allied Joint Doctrine for Psychological Operations (2014, nieuwe versie AJP-10.2 verwacht in 2025).
[8] NATO, AJP-01 Allied Joint Doctrine (2022) 11.
[9] Ibidem 105-106.
[10] NATO, AJP-10.1 Information Operations (2023) 10.
[11] Ministerie van Defensie, Beleidsvisie IGO, 3-4.
[12] Ministerie van Defensie, Defensievisie 2035, 12; Ministerie van Defensie, Defensienota 2022 (2022).
[13] M. Timmer, ‘Conceptual Manoeuvring: Examining the Interpretation of the Information Manoeuvre Concept within the Netherlands Ministry of Defence’, Master thesis Faculteit Militaire Wetenschappen, (2022) 14.
[14] Ministerie van Defensie, Beleidsvisie IGO, 17.
[15] P.B.M.J. Pijpers en P.A.L. Ducheine, ‘“If you have a hammer…” Reshaping the Armed Forces’ Discourse on Information Maneuver’, Amsterdam Center for International Law (2021) (12) 3.
[16] M. Timmer en P.A.L. Ducheine, ‘Conceptual manoeuvring: The interpretation of Information Manoeuvre within the Netherlands Ministry of Defence’, Militaire Spectator 192 (2023) (11).
[17] Joint Expertisecentrum Communication & Engagement, C&E doctrinebulletin 004 (2024), 23.
[18] NATO, AJP-10 Strategic Communications, 6-8.
[19] JEC C&E, C&E doctrinebulletin 004, 24-26.
[20] R. Samson en G. Nielen, ‘Identiteitscrisis: “Ik denk, dus ik ben”’, Militaire Spectator 189 (2020) (9) 7.
[21] De NAVO definieert informatieactiviteiten als: ‘Activities performed by any capability or means, focused on creating cognitive effects.’
[22] JEC C&E, C&E doctrinebulletin 004, 13.
[23] Ibidem, 12.
[24] NATO, AJP-10 Strategic Communications (2023), xvii.
[25] JEC C&E, C&E doctrinebulletin 004, 29-57.
[26] Land Warfare Centre, Handbook Tactical Operations LAND-CA-01, 1-10.
[27] LWC, Handbook Tactical Operations, 2-4.
[28] Ibidem, 2-5.
[29] JEC C&E, C&E doctrinebulletin 004, 72.
[30] Ibidem, 75-76.
[31] Ibidem, 81-83.
[32] Ibidem, 79-81.
[33] Ibidem, 77-79.
[34] Ibidem, 83-84.
[35] M. Iven, L. Jasper en M. Rademaker, ‘Cognitive effects in combined arms: a case-study of the division 2025’, The Hague Centre for Strategic Studies (2023), 19.
[36] NATO, AJP-10.1 Information Operations (2023) 49.
[37] Een CIMIC Estimate is een continu proces dat doorlopen wordt door CIMIC-stafpersoneel om een up-to-date database bij te houden. Deze database is de basis voor alle CIMIC-activiteiten en draagt bij aan andere stafprocessen en producten.
[38] CCT’s zijn overkoepelende onderwerpen die bijdragen aan het NAVO-narratief dat de gehele populatie minimaal wordt beïnvloedt door conflicten en rampen. Deze onderwerpen borgen een genderperspectief in de planning en uitvoering van alle operaties die het bondgenootschap onderneemt. De onderwerpen zijn: Protection of Civilians (PoC); Children and Armed Conflict (CAAC); Cultural Property Protection (CPP); Women, Peace and Security (WPS); Conflict-related Sexual Violence (CRSV); Combating Trafficking in Human Beings; Sexual Exploitation and Abuse; and Building Integrity. Bron: NATO, AJP-01 Allied Joint Doctrine (2022) 63-64, Annex A & B.
[39] LWC, Handbook Tactical Operations, 2-23.
[40] NATO, AJP-3.9 Allied Joint Doctrine for Joint Targeting (Edition B, Version 1, 2021).
[41] LWC, Handbook Tactical Operations, 2-26.
[42] NATO, ACO Manual 86-1-1 CIMIC TTPS (2022) 17.
[43] Kwartiermakersgroep InfoMan, Studierapport: ‘Effectief gebruikmaken van informatie voor geïntegreerd optreden op tactisch niveau LvO.121, “Denken en vechten in drie dimensies”’ (2024).