‘In a world full of geopolitical uncertainties, building resilience in society is crucial. This requires not only military readiness but also a strong, prepared society. The Security and Safety Campus Assen (“Campus”), a unique concept based in the north of the Netherlands, aims to address these challenges.’[1] 

Nederland staat door de geopolitieke ontwikkelingen van de laatste jaren en de verplichting zich te committeren aan de 5% NAVO-norm voor een grote uitdaging: de ambities om ook in Nederland Defensie te versterken én snel te laten groeien met zowel beroepsmilitairen en reservisten. Er worden streefgetallen genoemd voor 2030 van honderdduizend of zelfs tweehonderdduizend beroepsmilitairen en reservisten. Dit eerste lijkt al een hele grote opgave en het laatste schier onmogelijk of zelfs een utopie gezien de krapte op de arbeidsmarkt, nog afgezien van de organisatorische uitdagingen die met een dergelijke groei gepaard gaan en de vraag of hiervoor in de samenleving voldoende draagvlak bestaat. Vooralsnog ontbreekt het in ieder geval aan de politieke wil om een dergelijke opschaling gepaard te laten gaan met een meer verplichtend karakter van het beroep dat op mensen in het algemeen en jongeren in het bijzonder wordt gedaan. Tegelijkertijd groeit in de samenleving door alle hybride dreigingen het besef van kwetsbaarheid, de noodzaak dat we weerbaarder moeten worden en dat iedereen hier aan moet bijdragen. De cijfers uit Stand van Defensie/Jaarverslag 2024 geven in ieder geval aan dat het aantal reservisten bij Defensie is gestegen met 9,6%.[2]

In Noord-Nederland is de handschoen opgepakt en bundelen instellingen hun krachten in een Veiligheidscampus met een heel scala aan opleidingen om de opschaling van de krijgsmacht, de maatschappelijke weerbaarheid en versterking van de civiele veiligheidspartners in Nederland mogelijk te maken. In dit artikel wordt de achtergrond en context van de oprichting geschetst, waarna wordt beschreven wat er concreet al gebeurt op de campus, welke ambities er zijn en hoe dit initiatief aansluit bij de Brusselse veiligheidsagenda. Allereerst zal het concept Veiligheidscampus kort worden geduid.

Wat is de ‘Veiligheidscampus Noord-Nederland’? 

De Veiligheidscampus van de Universiteit van het Noorden omvat een samenwerkingsverband in Noord-Nederland waar instellingen van drie onderwijsniveaus – middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) – samenkomen en samenwerken met publieke en private actoren in het veiligheidsdomein.[3]

Hybride onderwijs- en onderzoekvormen staan centraal op de campus: theorie en praktijk worden vanaf het mbo tot en met de universiteit geïntegreerd aangeboden. Zo wordt kennisontwikkeling gekoppeld aan toepassing in realistische scenario’s. De campus stimuleert hiermee niet alleen klassieke vakvaardigheden, maar wil ook bijdragen aan maatschappelijk leiderschap – het vermogen van studenten en professionals om verantwoordelijkheid te nemen in het versterken van de weerbaarheid van samenleving en organisaties. Er is tevens veel aandacht voor praktijkgericht onderzoek: de betrokken instellingen zetten hun onderzoek, onderwijs en netwerken in ten behoeve van de veiligheid in Noord-Nederland, Nederland en Europa.

Wat de Veiligheidscampus Assen bijzonder maakt is de intensieve samenwerking tussen uiteenlopende partners. De gemeente Assen, Rijksuniversiteit Groningen (RUG), NHL Stenden hogeschool (Thorbecke Academie) en mbo-instituut DCTerra vormen de kern, maar ook ministeries zoals Defensie, Binnenlandse Zaken en Justitie & Veiligheid, de Veiligheidsregio Drenthe, de Nationale Politie, justitiële diensten en bedrijven, expertisecentra en niet-gouvernementele organisaties zijn aangesloten of tonen belangstelling. Overheden op lokaal, regionaal en nationaal niveau werken zo samen met onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven en andere stakeholders aan moderne veiligheidsuitdagingen. De multidisciplinaire opzet sluit aan bij de zogeheten whole of government- en whole of society-benadering van de overheid: ‘De regie voor versterking van de nationale veiligheid ligt bij de overheid. Maar voor een veilig en weerbare samenleving is de inzet van iedereen nodig: niet alleen van de overheid in al haar geledingen, maar ook van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Samen zijn we verantwoordelijk om onze veiligheid te beschermen. Iedereen draagt daar een steentje aan bij. Het is daarom van belang dat publieke en private partners, maatschappelijke organisaties en burgers weerbaar zijn tegen dreigingen tegen de nationale veiligheid’.[4]

Achtergrond en context         

De Veiligheidscampus past in bovenstaande doelstelling uit de nationale Veiligheidstrategie van 2023. Initiatiefnemer is de gemeente Assen, die de verdere ontwikkeling van de campus ook politiek, bestuurlijk en financieel ondersteunt.[5] Ruim twee jaar geleden sloegen de gemeente Assen, de onderwijsinstellingen van het Noorden en maatschappelijke partners de handen ineen om de Veiligheidscampus op te richten. Deze campus bouwt voort op regionale expertise in crisismanagement en veiligheid en benut de bestaande netwerken. De provincie Drenthe heeft dit initiatief inmiddels ook omarmd. Gezien de weerbaarheidsopgave waar ook de overheid voor staat, zullen naar verwachting ook de andere noordelijke provincies en gemeentes zich aansluiten. De idee van een gemeenschappelijke, civiel-militaire hub, waar trainingen, opleidingen, conferenties, onderzoeks- en netwerkbijeenkomsten kunnen plaatsvinden, heeft inmiddels breed draagvlak in het Noorden. Met in de nabije toekomst ook een fysieke aanwezigheid op de Johan Willem Friso-kazerne is de campus bovendien verzekerd van commitment vanuit de landelijke overheid.

Assen heeft van oudsher een sterke militaire connectie en was lange tijd een garnizoensstad, met de Johan Willem Friso-kazerne als thuisbasis voor troepen die verantwoordelijk waren voor de verdediging van Noord-Nederland. Deze militaire aanwezigheid drukte een duidelijk stempel op de lokale samenleving – de kazerne fungeerde niet alleen als verblijfplaats voor militairen, maar ook als centrum voor training en operaties. Toen die rol  geleidelijk afnam (onder meer door de bezuinigingen van de afgelopen dertig jaar), ontstond de vraag hoe de stad haar band met veiligheid en defensie een nieuwe invulling kon geven.[6]

Ondertussen is het besef gegroeid – zowel lokaal als nationaal – dat de maatschappelijke weerbaarheid versterkt moet worden in een wereld vol nieuwe dreigingen. De COVID-19-pandemie en de oorlog in Oekraïne (2022) brachten een gevoel van urgentie. In een bredere context staat de Nederlandse samenleving voor acute uitdagingen: verder oplopende geopolitieke spanningen, groeiende polarisatie, meer desinformatie, disruptieve cyberaanvallen. Toekomstige rampen, bijvoorbeeld klimaat-gerelateerd, of nieuwe pandemieën zijn bepaald geen onrealistische scenario’s. Zulke uitdagingen vereisen zowel militaire paraatheid als een weerbare en veerkrachtige samenleving waarin overheid, hulpdiensten, krijgsmacht, bedrijven, organisaties en burgers zijn voorbereid op noodsituaties.

De Noordelijke regio heeft specifieke troeven die de Veiligheidscampus ondersteunen. Er zijn diverse militaire locaties in Noord-Nederland zoals de luchtmachtbasis Leeuwarden, het grote oefenterrein Marnewaard in Groningen, de kazernes in Assen en Havelte, en niet te vergeten de Marinehaven in Den Helder. Ook de Eemshaven heeft een militaire toepassing en wordt van steeds groter strategisch belang. Onderwijsinstellingen werken er van oudsher al samen met het praktijkveld, bijvoorbeeld met de Veiligheidsregio Drenthe op het gebied van crisisbeheersing en opleidingen voor hulpdiensten. De Veiligheidscampus kan zo voortbouwen op een stevige basis van regionale kennis en ervaring met rampenbestrijding, politiewerk en defensie.

Naast de regionale context en expertise speelt de Nederlandse en Europese context een rol. Nederlandse én Europese beleidsmakers erkennen dat geen enkel land op zichzelf alle crises de baas kan. In de nationale Veiligheidsstrategie, die in 2023 door de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie en Veiligheid namens de regering is opgesteld, deden zij al een oproep aan samenleving en kennisinstellingen: ‘Absolute veiligheid bestaat niet; dreigingen kunnen niet volledig worden weggenomen. Wel zetten we in op het verminderen van de kans dat een dreiging zich voordoet, het verminderen van de mogelijke impact van die dreigingen en op het benutten van kansen voor het proactief bevorderen van onze nationale veiligheidsbelangen. Daarmee ligt de focus op risicobeheersing, en niet op risico-uitsluiting. Dit vraagt van ons allemaal dat we voorbereid zijn. Ook als het onverhoopt toch fout gaat’.[7]

De Veiligheidscampus als voorbeeld in Europa?

Het initiatief past bovendien binnen een bredere trend: op Europees niveau groeit de aandacht voor het versterken van weerbaarheid door samenwerking tussen civiele en militaire instanties. De oprichting van de Veiligheidscampus vond plaats in dezelfde periode dat in Brussel een agenda vorm kreeg om de militaire paraatheid en maatschappelijke weerbaarheid van Europese samenlevingen te vergroten en de kloof tussen civiele en defensiecompetenties te dichten. Ook op Europees niveau leeft een besef dat de uitdagingen ‘grensoverschrijdend’ moeten worden aangepakt, en dat lokale initiatieven hierbij cruciaal zijn, zo blijkt uit de EU-strategie voor een weerbare Unie. Toen vertegenwoordigers van de gemeente Assen in maart 2025 Brussel bezochten, merkten zij dat de Veiligheidscampus precies het soort initiatief is dat de EU voor ogen heeft: geworteld in lokale geschiedenis en behoeften, maar vandaag de dag relevant binnen de grotere Europese strategische agenda.

In 2024 bracht de voormalige Finse president Sauli Niinistö op verzoek van de EU een rapport uit getiteld Safer Together – Strengthening Europe’s Civilian and Military Preparedness and Readiness.[8] Hierin werd opgeroepen tot een mentaliteitsverandering: Europa moest zich beter voorbereiden op crises en daarbij civiele en militaire middelen geïntegreerd inzetten. Deze aanbevelingen vormden de basis voor de eerder al kort genoemde nieuwe EU-strategieën in 2025 onder voorzitter Ursula von der Leyen, met twee kernbegrippen: de Union of Skills en de Preparedness Union.

Het versterken van het menselijke kapitaal speelt een essentiële rol in het vergroten van de paraatheid en de veiligheid in de huidige geopolitieke situatie (Union of the Skills – 5 maart 2025). In geval van rampen en crisis signaleert de Europese Commissie (EC) een tekort aan vaardigheden in kritieke sectoren (zoals die van defensie en cyberveiligheid), onvoldoende transformatiesnelheid en een versnipperde governance. Het is eveneens een groeiende uitdaging om te voldoen aan de vraag naar geschoold (technisch) talent in strategische sectoren als defensie.[9] Even belangrijk is het om inwoners uit te rusten met de vaardigheden die nodig zijn om dringende maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden (EU Preparedness Union Strategy – 26 maart 2025): ‘It requires a new preparedness mindset. Raising awareness and empowering all stakeholders, including citizens, to take care of their individual and collective preparedness is critical’.[10]

Brussel pleit voor een geïntegreerde aanpak waarbij overheden (lokaal, regionaal, nationaal en Europees), onderwijs, bedrijven en maatschappelijke en sociale partners (inclusief onderwijs- en onderzoeksinstellingen) samenwerken. En waarbij rekening wordt gehouden in het crisismanagement met een scenario waarbij tegelijkertijd meerdere dreigingen tegelijk optreden (integrated all-hazards approach).[11]

Uit bovenstaande zal duidelijk zijn dat het ‘dna’ en de ambities van de Veiligheidscampus goed passen bij wat Brussel voorstaat: de campus biedt een innovatief platform voor hybride onderzoeks- en samenwerkingsvormen, brengt diverse expertises en stakeholders bij elkaar, leidt veiligheidsexperts op en maakt werk van het betrekken en weerbaar maken van burgers en lokale gemeenschappen. Het is daarom niet verwonderlijk dat in Brussel met belangstelling naar Assen wordt gekeken. Eurocommissaris Roxana Minzatu en haar team  zagen ook mogelijkheden om het concept van de Veiligheidscampus breder in Europa toe te passen.[12] In het vervolg van dit artikel zal worden toegelicht wat precies de ambities in het Noorden zijn en wat er al in gang is gezet.

Wat gebeurt er concreet op de campus?

Op de Veiligheidscampus vinden onderwijs, training en onderzoek al plaats in nauwe samenhang met de praktijk. Studenten vanuit de drie onderwijsinstellingen volgen er meerjarige opleidingen die direct inspelen op actuele veiligheidsthema’s. Zo lopen er doorlopende leerlijnen op het gebied van veiligheid en weerbaarheid, variërend van de defensiegerichte mbo-opleiding Veiligheid & Vakmanschap (VeVa), via hbo-minoren voor reservisten en een universitaire ‘career’-specialisatie Vrede en Veiligheid tot (de ontwikkeling van) een universitaire master en de start van een nieuwe Associate Degree in Cyber Safety. Vanuit de instellingen hebben zich dit jaar ook al ruim 100 studenten aangemeld voor de Initiële Militaire Opleiding in het kader van de Nationale Weerbaarheidstraining.

De campus bereidt leerlingen en studenten voor op functies en een carrière in het werkveld van de openbare orde en veiligheid, de democratische rechtsorde, het cyberdomein, de persoonlijke en maatschappelijke weerbaarheid of de (internationale) veiligheid. Zij worden opgeleid tot bijvoorbeeld militair, politieagent, beveiliger, inlichtingenspecialist, crisismanager, cyberspecialist of diplomaat in een omgeving waarin zij hun vaardigheden praktijkgericht kunnen oefenen. De verschillende onderwijstrajecten worden zo op elkaar afgestemd dat een student uit het mbo binnen het veiligheidsdomein eenvoudig kan doorstromen naar hbo en van daaruit met een premaster zelfs naar de universiteit. En nog belangrijker, het doel is studenten met zowel een praktische als theoretische achtergrond meer samen te laten leren en werken, zodat ze elkaars inzichten en vaardigheden kunnen benutten. Door ook verder in te zetten op post-master trajecten met professionals uit het veld kan de wisselwerking op kennisvlak ook life long worden geborgd. Ook technische opleidingen en bedrijven zijn betrokken om te werken aan innovaties op het vlak van veiligheid, bijvoorbeeld met drones en geavanceerde systemen op terreinen als logistiek, kunstmatige intelligentie, sensortechnologie en slimme materialen.

Daarnaast ontwikkelt de campus gezamenlijke onderzoeksgroepen. Bij de respectievelijke instellingen worden op het vlak van weerbaarheid een hoogleraar, een lector en een practor aangesteld. Hbo-docenten, wetenschappers en mbo-practoren gaan nauw samenwerken aan toegepast onderzoek omtrent crisisbeheersing en weerbaarheid. Dergelijke hybride onderzoeksteams zorgen dat kennis direct vertaald wordt naar opleidingsprogramma’s en andersom dat praktijkervaringen worden onderzocht en gedeeld. Er is overigens al ruime ervaring met kortlopende onderzoeksprojecten in samenwerking met lokale overheden en andere partners: bijvoorbeeld onderzoek naar ondermijning op bedrijventerreinen, naar de normalisering van drugsgebruik onder jongeren (beide voor de gemeente Groningen); of hoe het belang van internationale samenwerking (voor Cordaid en Oxfam Novib) – denk aan de aanpak van onrecht, klimaatdreiging, migratieproblematiek, voedselonveiligheid – weer op het netvlies van jonge mensen te krijgen. Kwesties die in Noord-Nederland, maar ook elders spelen, en waar de campus met studenten en onderzoekers op basis van wetenschappelijke inzichten en best practices tot resultaten en aanbevelingen kwam.

In dezelfde setting zijn er eerder al andere actuele maatschappelijke onderzoeken uitgevoerd, onder meer voor het ministerie van Buitenlandse Zaken naar de stand van zaken van de materieel-militaire samenwerking in Nederland en elders in Europa.[13] Los van bovenstaande voorbeelden zijn er bij de betrokken instellingen tal van dossiers (bijvoorbeeld op het vlak van cyber, vitaal bestuur, online bedreigingen) waar nauw wordt samengewerkt met externe partners. Het mes snijdt vaak aan twee kanten. Aan de ‘vragende’ kant voorzien zulke samenwerkingsprojecten in een behoefte aan ‘handjes’ en outside the box-denken. Dit soort projecten leidt vaak tot kruisbestuiving en verfrissende inzichten, terwijl studenten, trainees, maar ook promovendi en junior en senior onderzoekers praktijkervaring kunnen opdoen.

Studenten tijdens de NAVO-top simulatie in mei. Foto Harry Blokzijl

Een belangrijk kenmerk van het campusprogramma is het organiseren van realistische oefeningen en simulaties. Een goed voorbeeld is de recente NAVO-top simulatie (mei 2025). Studenten van de betrokken instellingen namen daarin de volledige veiligheidsorganisatie rondom een nagebootste NAVO-conferentie voor hun rekening. In samenwerking met de gemeente Assen, de Veiligheidsregio Drenthe, Defensie en de politie maakten studenten gedetailleerde beveiligingsplannen, voerden die uit (zo beschermden zij deelnemers en gebouwen) en onderhandelden zij in een tweedaagse conferentie over budgetten, Artikel 5-normen, steun aan Oekraïne en militair-materiële samenwerking. Deze oefening bood alle betrokkenen – van de klaslokalen tot de crisiskamers – praktische lessen in hoe complexe veiligheidsvraagstukken interdisciplinair aan te pakken. In de toekomst zullen nieuwe gedeelde faciliteiten op de Johan Willem Friso-kazerne het mogelijk maken om meerdere keren per jaar met strategische partners scenario’s op deze wijze te oefenen, en zelfs een Artikel 5-scenario te simuleren. Concreet beschikt de fysieke campus het komende jaar al over een internationale crisissimulatieruimte waar in nauwe samenwerking met de veiligheidsregio Drenthe, het RIEC en de Duitse politie onder meer grensoverschrijdende cyber- en veiligheidsoefeningen zullen plaatsvinden.

Verder worden op de Veiligheidscampus verschillende educatieve programma’s en cursussen aangeboden en ontwikkeld om kennis over veiligheid bij een breder publiek te vergroten. Zo verzorgt de campus deeltijdonderwijs, informatie- en expertisesessies voor professionals bij politie, Defensie en andere overheidsdiensten, zodat zij zich continu kunnen bijscholen. Op civiel niveau richt de campus zich eveneens op de burger. Op mbo-niveau is er bijvoorbeeld een cursus Burgerschapsvorming geïntroduceerd die leerlingen bewuster maakt van hun rol in noodsituaties en de weerbaarheid van hun gemeenschap. Er liggen plannen om dergelijke weerbaarheidsmodules ook op middelbare scholen in de regio aan te bieden, zodat jongeren al vroeg kennis opdoen over (digitale) veiligheid en crisisvaardigheden. Hiermee haakt de campus in op het idee dat weerbaarheid bij de bevolking begint – iets dat ook door de Europese Commissie wordt benadrukt.

Ten slotte vervult de campus een rol als innovatieplatform. In samenwerking met Defensie is onlangs een MINDbase geopend in Noord-Nederland, een dependance van het Militair Innovatieprogramma door Doen (MIND). Via deze MINDbase speurt men in de regio naar technologische innovaties die zowel civiel als militair toepasbaar zijn (dual-use). Een van de campusbedrijven, Omnidrones BV, ontwikkelt bijvoorbeeld dronetechnologie die bruikbaar is voor zowel veiligheidstoepassingen in de regio als voor Defensie. De campus fungeert zo als broedplaats waar ondernemers, technici en militairen elkaar treffen om nieuwe oplossingen te testen. Door de ligging in het Noorden – met relatief veel ruimte en diverse testlocaties – kunnen bijvoorbeeld droneproeven of veldexperimenten plaatsvinden die elders lastig uitvoerbaar zijn. De geleerde lessen zien we in de toekomst hopelijk terug in het onderwijs en het beleid.

Ambities en maatschappelijke impact

De bundeling van krachten in Assen, Emmen, Leeuwarden en Groningen – met continu nieuwe studenten en jonge onderzoekers die kunnen bijdragen aan onderzoeks- en praktijkopdrachten – en nauwe samenwerking met het werkveld is bij het leren en toepassen van lessen een groot voordeel. De mogelijkheid om samen te werken in een ‘consortium’ van kennisinstellingen en strategische partners uit het publieke en private domein verschaft de campus eveneens een sterke uitgangspositie om mee te dingen naar fondsen in nationale en Europese onderzoekprogramma’s. Het zal, echter vooral bestuurlijk, financieel en ook organisatorisch nog een hele uitdaging zijn om dit soort samenwerking goed af te stemmen, verder te verruimen en een vast loket te worden waar overheden en bedrijven niet enkel met hun vraagstukken terecht kunnen, maar ook snel kunnen worden bediend met de juiste expertise. Temeer daar niet enkel de vraag naar onderzoek en advies vanuit die hoek toeneemt, maar we tegelijk moeten werken aan een solide en verdere borging van de Veiligheidscampus. Vooral ook omdat we al samen met onze partners een aantal stevige ambities hebben geformuleerd.

Een eerste ambitie is de ontwikkeling van een volwaardig Weerbaarheidscentrum in Assen, met verschillende pijlers. Er wordt gedacht aan een informatie- en belevingscentrum gericht op positieve beeldvorming van Defensie en andere veiligheidsorganisaties, om zo de maatschappelijke weerbaarheid te verhogen. Hier kunnen burgers laagdrempelig kennismaken met bijvoorbeeld vraagstukken als ‘Wat te doen bij digitale sabotage?’ of ‘Hoe werkt crisismanagement in mijn gemeente?’. Scholieren uit de regio zouden dit centrum kunnen bezoeken als onderdeel van een weerbaarheidsmodule op school. Dergelijke initiatieven vergroten niet alleen de kennis bij het brede publiek, maar enthousiasmeren wellicht ook jongeren om een rol te gaan spelen in het veiligheidsdomein, bijvoorbeeld als toekomstig cyberanalist, officier of crisiscoördinator. Ook komt er een Cybersafety en Security centrum voor overheids(diensten) DICTU, RVO en breder met Samenwerking Rijk Noord.

Staatssecretaris Gijs Tuinman (tweede van rechts) noemde de Veiligheidscampaus bij de ondertekening in augustus een 'Papendal voor reservisten'

Een tweede ambitie is om  onder de paraplu van het Weerbaarheidscentrum en in samenwerking met strategische partners een Reservistencentrum Noord-Nederland op te zetten. Assen zou ook kunnen  uitgroeien tot het ‘Papendal voor reservisten’, zoals demissionair staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman dit noemt (een referentie aan het nationale trainingscentrum voor sporters). Door de mix van civiele en militaire leertrajecten op één plek ontstaat voor reservisten een leeromgeving waar hun dubbele rol (burger én militair) helemaal tot zijn recht komt. Het idee voor nu is dat werkende en studerende reservisten uit de noordelijke regio lokaal kunnen worden getraind, opgeleid en bijgeschoold, zodat reistijden beperkt blijven en de drempel om reservist te worden lager wordt. In samenwerking met Defensie, de noordelijke Veiligheidsregio’s en de onderwijsinstellingen wordt ook gekeken hoe reservisten in vredestijd kunnen bijdragen aan civiele taken bij crises, en welke aanvullende scholing daarvoor nodig is. Zo’n  reservistencentrum dient als koppeling tussen burgermaatschappij en krijgsmacht: het geeft invulling aan het adagium ‘a reservist is twice a citizen’ (citaat ontleent van Winston Churchill) – iemand die zowel met beide benen in de civiele samenleving staat alsook in militaire dienst paraat is.

Een derde ambitie is om de campus uit te bouwen met een onderzoeks- kennis- en innovatiecentrum voor vraagstukken op het vlak van safety en security, met goed geoutilleerde ruimtes voor multidisciplinaire projectteams.[14] Dit betekent dat de Veiligheidscampus niet enkel de noordelijke provincies bedient, maar een plek wordt waar partners uit heel Nederland (en daarbuiten) samenkomen. De campus wil zich positioneren als een natuurlijke ontmoetingsplaats en innovatieve hub voor veiligheidsprofessionals, onderzoekers en studenten. Met bijvoorbeeld jaarlijks conferenties en summer- en winterschools over veiligheidsthema’s, waarbij ook deelnemers van buiten Nederland welkom zijn. In 2026 zal in samenwerking met experts en practioners uit de Baltische staten, de Balkanregio en Oekraïne al een meerdaagse expertmeeting plaatsvinden met interactieve werkvormen en simulaties, waar kennis, lessons learned en succesvol beleid op het vlak van weerbaarheid worden gewisseld met veiligheidspartners in Noord Nederland.

Een vierde ambitie is om, meer dan nu al het geval is, tailor-made trainingsmodules op te zetten of te faciliteren voor allerlei disciplines – van brandweer tot politie, van defensie tot bedrijfsleven – in nauwe samenwerking met bestaande expertisecentra zoals het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en andere strategische partners. Daarmee wil de campus functioneren als brug tussen strategisch beleid en operationele praktijk: goede voornemens, nieuwe veiligheidsconcepten en best practices kunnen in Assen worden getoetst en omgezet in concrete trainingsprogramma’s.[15]

Van pionier tot model?

Overkoepelend wil de Veiligheidscampus een proeftuin zijn waar inzichten uit onderzoek en beleidsideeën (bijvoorbeeld rond hybride oorlogsvoering, ondermijning, bedreigingen van de democratische rechtsorde, migratiecrises of klimaatrampen) in samenwerking met studenten en experts worden getoetst, verfijnd en geoperationaliseerd. Daarmee wil de campus bijdragen aan het strategisch denken over veiligheid: het leert een nieuwe generatie (studenten én professionals) om bedreigingen in een brede context te zien en ook oplossingen te zoeken vanuit een multi- en transdisciplinaire benadering. De Veiligheidscampus wil bijdragen aan de ‘buitenwereld’, ook buiten Nederland, maar wil ook faciliteren dat die ‘wereld’  waardevolle best practices op het veiligheidsvlak met ons kan delen en terug kan geven.

Denk bijvoorbeeld aan de (helaas) nuttige ervaringen van autoriteiten en veiligheidsactoren in Oekraïne; of aan het cybersecurity-systeem in Estland waar burgers een cruciale rol spelen in de strijd tegen de desinformatie uit Rusland; of de goed voorbereide Finse samenleving, waar veerkracht diepgeworteld is in de gemeenschap. Ook kunnen we leren van de ervaringen met vraagstukken op het vlak van ‘menselijke veiligheid’ en veerkracht elders, in conflictgebieden en op andere continenten. We moeten derhalve samenwerken met internationale stakeholders, hopelijk op vergelijkbare veiligheidsplatforms. En tegelijkertijd internationale studenten, experts en practioners de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan onze programma's, trainingen en cursussen en samen te werken op de campus aan projecten die bijdragen aan een veiligere en weerbare omgeving, bij ons en elders. Als deze formule slaagt, kan zij dienen als inspirerend model voor andere regio’s in binnen- en buitenland.

Dit bredere Europese perspectief biedt zowel een kader als een kans voor de Veiligheidscampus. Enerzijds legitimeren de Union of Skills en de Preparedness Union de koers die in het Noorden is ingezet. Anderzijds opent het deuren: EU-steun of -financiering zou de campus kunnen helpen opschalen, en initiatieven van de campus kunnen elders leiden tot pilotprojecten. In een tijd waarin Brussel actief zoekt naar manieren om de ‘weerbaarheidssamenleving’ vorm te geven, heeft de Veiligheidscampus zich gepositioneerd als pionier. De komende jaren zal moeten blijken in hoeverre deze Noord-Nederlandse aanpak daadwerkelijk model kan staan voor samen sterker en een meer parate en weerbare overheid en samenleving  in Nederland en Europa.

[1] Dit citaat is afkomstig uit een beleidsnotitie, waaraan de auteur een belangrijke bijdrage heeft geleverd, die namens de gemeente Assen en de drie betrokken onderwijsinstellingen begin april is aangeboden aan het kabinet van Eurocommisaris Roxana Minzatu: Security and Safety Campus Assen. Our contribution to enhancing EU resilience (Assen, april 2025).

[2] Zie ook de analyse van René Moelker, universitair hoofddocent Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie bij een hoorzitting van de Tweede Kamer Commissie voor Defensie op 5 juni 2025.

[3] De Universiteit van het Noorden (UvhN) is een kennis- en innovatienetwerk van Noordelijke onderwijs- en kennisinstellingen in de drie noordelijke provincies. De UvhN heeft de samenwerking in Assen op het vlak van veiligheid tussen drie onderwijsinstellingen  als positief bestempeld en het ‘label’ campus toegekend. Het doel is om deze campus een centrale rol te geven in de Noord-Nederlandse activiteiten in het veiligheidsdomein en – in samenwerking met andere strategische partners – een belangrijke rol te vervullen in het, ook nationaal en internationaal, zichtbaar maken van de kwaliteit en kunde op dit thema. Zie: https://universiteitvanhetnoorden.nl/over-uvhn/.

[4] Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029 (Den Haag, 2023) 5.

[5] Het centrum ligt in Assen, maar de Veiligheidscampus van de Universiteit van het Noorden omvat alle mbo- en hbo-instellingen op het gebied van (integrale) veiligheid en weerbaarheid in de drie Noordelijke provincies en de vestigingen van de Rijksuniversiteit Groningen, inclusief de koppeling met Defensie zoals in Leeuwarden, de Eemshaven, de Johannes Post Kazerne en op Terschelling.

[6] In deze en de volgende alinea zijn enkele passages letterlijk overgenomen (maar vertaald) uit het al eerder genoemde stuk, dat begin april 2025 door de stuurgroep van de Veiligheidscampus naar Brussel is gestuurd: Security and Safety Campus Assen. Our contribution to enhancing EU resilience (Assen, april 2025).

[7] Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029 (Den Haag, 2023) 5.

[8] Zie: https://commission.europa.eu/document/5bb2881f-9e29-42f2-8b77-8739b19d047c.

Sauli Niinistö, Safer Together – Strengthening Europe’s Civilian and Military Preparedness and Readiness (2024).

[9] European Commission – High Representative of the Union for Foreign Affairs and Security Policy, Communication from the Commission to the European Parliament, The European Council, the Council, The European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions. The Union of Skills, COM 90 (Brussel, 5 maart 2025) 1-4.

[10] De Europese Commissie refereert aan een breed palet aan dreigingen (geopolitieke spanningen, cyberaanvallen en desinformatie, klimaatverandering & natuurrampen en ‘crises’ veroorzaakt door menselijk handelen zoals pandemieën) waartegen de EU zich moet wapenen, zie: European Commission – High Representative of the Union for Foreign Affairs and Security Policy, Joint Communication from the Commission to the European Parliament, The European Council, the Council, The European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions on the European Preparedness Unions Strategy, Join 130 (Brussel, 26 maart 2025) 2.

[11] European Commission, the European Preparedness Unions Strategy, 2.

[12] Tijdens een bestuurlijk bezoek van de gemeente Assen aan Brussel eind maart 2025 bleek enthousiasme over het model in Assen. De ervaringen van de Nederlandse Veiligheidscampus kunnen dienen als blauwdruk voor zulke academies. Denkbaar is bijvoorbeeld dat in andere landen of regio’s vergelijkbare veiligheidscampussen ontstaan, afgestemd op lokale omstandigheden, maar met dezelfde filosofie van samenwerking. De Veiligheidscampus zelf heeft, bij monde van haar bestuurders, uitgesproken graag een voortrekkersrol te spelen bij het vormen van een Europees netwerk van veiligheidscampussen, samen met Nederlandse ministeries en internationale partners.

[13] Bovengenoemde onderzoeken zijn uitgevoerd door interdisciplinaire groepen van studenten binnen de Career Minor – specialisatie Vrede en Veiligheid – die 10 weken fulltime onderzoek deden in opdracht van stakeholders in het veiligheidsdomein.

[14] Op 25 augustus zijn de handtekeningen gezet door verschillende ministeries en de gemeente Assen, waardoor we in 2026 ook daadwerkelijk fysiek faciliteiten op de kazerne krijgen.

[15] Deze ambitie sluit – waar men dat op het eerste gezicht misschien niet zou verwachten – ook goed aan bij de visie op de rol van academia, de zogeheten “vijfde generatie universiteit”: een hogere onderwijsinstelling die actief meebouwt aan oplossingen voor maatschappelijke problemen in plaats van zich uitsluitend op onderzoek en onderwijs te richten.

Over de auteur(s)

Dr. S. de Hoop

Dr. Sipke de Hoop is hoofddocent Eigentijdse Geschiedenis en Zuidoost-Europaspecialist aan de Rijksuniversiteit Groningen en namens de betrokken onderwijsinstellingen en de gemeente Assen Kwartiermaker Veiligheidscampus.