Deze editie van de Militaire Spectator is een special over weerbaarheid. Een actueel thema en in ‘beleidsland’ een buzzword waar iedereen een mening over heeft. Dit gaat gepaard met het veelvuldig verwijzen naar gidslanden, zoals de Scandinavische landen, en Oekraïne, waar de samenleving na de Russische invasie snelle stappen heeft gezet om weerbaarder te worden.
Maar wat betekenen begrippen als weerbaarheid, total defence en whole-of-society nu eigenlijk? In hoeverre kunnen we leren van andere landen of uit ons eigen verleden? En hoe kan Nederland stappen zetten om de weerbaarheid van de samenleving te vergroten?
Daarbij moeten we beseffen dat het streven om de samenleving weerbaarder te maken tot dilemma’s leidt. Ten eerste de verdeling van verantwoordelijkheden. Veiligheid is een kerntaak van de overheid, maar de overheid streeft naar meer zelf- en ‘samenredzaamheid’ van burgers en doet een groter beroep op de samenleving. Wat mag de overheid van de burger verwachten en omgekeerd? Een deel van de bevolking (circa 20 procent volgens onderzoek) is niet zelfredzaam en zal dus altijd een beroep doen op ondersteuning. En wie draait op voor de kosten van een weerbare samenleving?
Een volgend dilemma doemt op in het spanningsveld tussen bewustwording en angst. Een voorwaarde om weerbaar te worden is dat we ons bewust zijn van de dreiging en de mogelijke impact, en als gevolg daarvan de noodzaak inzien en de urgentie voelen om te werken aan weerbaarheid. Maar die bewustwording moet niet doorschieten naar angst, want angst werkt verlammend. De communicatie naar de burger luistert dus nauw en daarbij is het belangrijk concrete handvatten te bieden hoe men zich kan voorbereiden. Ook de krijgsmacht kan vanuit haar expertise een rol spelen, al moet er ook oog zijn voor de grenzen van die betrokkenheid.
Een laatste dilemma gaat over het spanningsveld tussen geheimhouding en openheid. De secretaris-generaal van Defensie pleitte recent in de Militaire Spectator voor meer geheimhouding over de Nederlandse kwetsbaarheden, om de tegenstander niet wijzer te maken dan noodzakelijk.[1] Een begrijpelijke oproep. Tegelijkertijd is openheid een belangrijk kenmerk van een democratische rechtsstaat en des te meer van belang in een samenleving waarin het vertrouwen in de overheid onder druk staat, zoals in Nederland. Op dit punt kunnen we wellicht leren van Finland. In zijn recente Security Strategy for Society staat: ‘Openness increases and harmonises individuals’ security awareness, promotes commitment to security measures and strengthens psychological resilience. It also contributes to preventing threats. Information related to preparedness and security should be as open as possible, although for security reasons, not all information can be extensively shared.’[2]
Open waar het kan dus (met het oog op bewustwording en weerbaarheid), en geheim waar het moet (om veiligheidsredenen). Voor vrije meningsvorming over de dilemma’s wil de Militaire Spectator graag een platform zijn.
[1] Maarten Schurink, ‘Bambi en de koplampen’, Militaire Spectator 194 (2025) (1) 42-43.
[2] The Security Committee, Security Strategy for Society. Government resolution (Helsinki, 2025) 1-152.