Op 28 februari presenteerde de schrijfgroep de herziene Nederlandse Defensie Doctrine aan de CDS en de Krijgsmachtraad. Zes collega’s sloten daarmee een project van een jaar af waarin zij het gedachtegoed, de denkmodellen en de daarbij behorende terminologie over de inzet van de Nederlandse krijgsmacht op het militair strategisch niveau opnieuw tegen het licht hielden. De NDD 2025 vormt de basis van gereedstelling, werving en verwerving en operationele inzet van de krijgsmacht. Na drie decennia vredesoperaties was een correctie in beeld en tekst in de NDD nodig ter ondersteuning van de strategische koerswijziging van de krijgsmacht als reactie op de geopolitieke verschuivingen. We leven niet meer in de tijd van wereldvrede na het vallen de Berlijnse Muur. Autocratieën zijn bepalender geworden voor het politieke klimaat. De tijden zijn veranderd, maar de tijdgeest vangen in doctrine, hoe doe je dat?
Aanleiding
De opdracht was de NDD 2019 te actualiseren. De directe aanleiding vormde het door Nederland geratificeerde militair-strategische document van de NAVO, AJP-01 (F) Allied Joint Doctrine. In het kader van het doctrinaire uitgangspunt ‘NAVO, tenzij…’ worden de wijzigingen in het nevengeschikte strategische NAVO-document grondig onder de loep genomen. Sommige van onze collega’s vinden het onzin om er naast de AJP-01 nog een NDD bij te hebben. Maar de Nederlandse krijgsmacht treedt niet alleen in NAVO-verband op; zij vervult ook nationale taken en missies voor de EU, VN, OVSE, et cetera. Dit zijn andere contexten, met andere accenten qua geweldsinzet en daar horen andere denkmodellen en vocabulaire bij. De schrijfgroep heeft vervolgstappen gezet om dichter bij de NAVO-terminologie te blijven.
De lastigste opgave voor de schrijfgroep was het afbakenen van de indirecte aanleiding van het project, namelijk ‘het actualiseren van de NDD’. Doctrine zou in de ideale situatie toch een bepaalde ‘eeuwigheidswaarde’ moeten hebben? Doctrine is toch een robuust blok kennis, gestolde ervaring van de inzet van een krijgsmacht, bestand tegen de waan van de dag? Niettemin was de overheersende opvatting dat de NDD 2019 niet meer aansloot bij de huidige tijd en bij de doorontwikkeling van de Nederlandse krijgsmacht sinds de vorige bijstelling.
In de versie van 2019 had de schrijfgroep al een aanzet gegeven op basis van de strategische wending van de Nederlandse krijgsmacht sinds 2014 naar aanleiding van geopolitieke ontwikkelingen. Maar in de discussies tijdens de totstandkoming van de NDD 2019 accepteerde de toenmalige klankbordgroep het niet om termen als geweld, gevechtsbereidheid, warrior mindset, warfighting, of de krijgsmacht als machtsinstrument te gebruiken. Tegenwoordig is hierover geen discussie meer. De reeds ingezette wijzigingen met de versie van 2019 richting warfighting zijn in de NDD 2025 verder doorgevoerd.
Proces en product
Doctrineontwikkeling is een cyclisch proces, dat start met het raadplegen van de achterban om te kijken of die zaken wil veranderen: de zogeheten Request for Feedback (RFF). Deze inventarisatie door de Doctrine Commissie Krijgsmacht (DCK) leverde een lijst van 78 relevante opmerkingen op waarmee de schrijfgroep aan de slag kon.
De NDD verenigt diverse kennisgebieden van de hierboven genoemde krijgsgeschiedenis, (inter)nationale veiligheidspolitiek, juridische en operationele aspecten van het optreden van een krijgsmacht. Ieder lid van de schrijfgroep heeft zich ontfermd over een hoofdstuk en daar de tekstvoorstellen voor geschreven en middels een update de recente beleidsdocumenten over de internationale veiligheidsomgeving en de Defensienota 2024 geïncorporeerd. De hoofdstukken zijn achtereenvolgens onderling besproken. Na het bereiken van consensus is het concept aangeboden aan de DCK.
De DCK fungeerde als klankbordgroep. Tijdens DCK-vergaderingen deed de penvoerder verslag over de voortgang van het project. Daarnaast zijn er najaar 2024 twee inhoudelijke sessies belegd met de subject matter experts uit de DCK en de schrijfgroep om nader uitleg te geven of onderwerpen verder uit te diepen. De Doctrineraad Krijgsmacht heeft – als laatste stap in het proces – op 24 februari ingestemd met de inhoud van de nieuwe NDD.
Er zijn inhoudelijk enkele majeure aanpassingen gedaan. De historische bijdrages aan het begin van elk hoofdstuk zijn enorm ingekrompen. De vertegenwoordiger van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie is er in geslaagd om het evenwicht tussen de omvang van de historische bijdrages en de overige tekst van een hoofdstuk te herstellen. Ook hij heeft met het oogmerk van de actualisering in gedachten wijzigingen aangebracht in woordkeuze en de behandeling van warfighting-thematieken.
Hoofdstuk 4 over militair vermogen, de kern van de NDD, is het grondigst aangepakt. Allereerst is de verwevenheid van de componenten anders weergegeven. De gebruikte afbeelding (zie figuur 1) laat zien dat militair vermogen wordt versterkt door de force multipliers, geeft aan dat militair vermogen in de praktijk zichtbaar wordt in de vorm van krijgskunst, gevechtskracht en gevechtsbereidheid, en toont de verwevenheid van de drie componenten goed aan door het in elkaar laten draaien als bij een touw.
Figuur 1
Een uitdagende aanpassing is het introduceren van de ‘morele component’ ter vervanging van de doctrineterm ‘mentale component’. Generaties Nederlandse militairen zijn opgevoed met de ‘mentale component’ als één van de drie onderdelen van het militair vermogen. De Engelstalige NAVO-doctrine en specifiek de AJP-01 gebruikt echter de term moral component. De morele component is een combinatie van moraliteit en moreel. Na raadpleging van het Talencentrum Defensie werd besloten om dichter bij de NAVO-term te blijven en de term morele component te introduceren.
Tot slot
De actualisering heeft de NDD enerzijds meer in lijn gebracht met de AJP-01 en anderzijds meer aandacht gelegd op Hoofdtaak 1: warfighting. Met name de aanpassingen in woord en beeld hebben als doel de CDS te ondersteunen in zijn beleid met relevante doctrine. De doctrineschrijvers zijn er in geslaagd om met een dunner document beter tot de kern van het militair-strategische niveau door te dringen en beter aan te sluiten bij de geopolitieke ontwikkelingen en de NAVO-doctrine. Of een AI-tool deze actualisering ook had kunnen schrijven? Nee, daarvoor is en blijft – in de woorden van de CDS – de menselijke factor de kern van ons militaire vermogen.