De primaire taak van de staat is het beschermen van zijn inwoners tegen geweld van buiten. Het ultieme middel daarvoor is oorlog. Vroeger was oorlog een aan/uit-schakelaar. Tegenwoordig is het een dimmer. Feit is namelijk dat sommige landen, zoals Noord-Korea, China, Iran, Belarus en Rusland, ons de hybride oorlog hebben verklaard. Dit hebben ze niet schriftelijk gedaan, maar dit blijkt al jaren uit hun dagelijkse handelen.
De aanpak verschilt nogal. De Chinezen bijvoorbeeld sturen jaarlijks duizenden studenten hierheen die de opdracht meekrijgen om niet op te vallen, vriendelijk te lachen en vooral technische kennis mee te nemen. Met die kennis maken ze de Chinese economie en de Chinese defensie iedere dag sterker. Daarnaast probeert China al jaren wereldwijd de hand te leggen op grote hoeveelheden essentiële grondstoffen. Ik vermoed dat wij op de lange termijn van dit Chinese streven naar economische en militaire dominantie veel last gaan krijgen. Maar op het moment is de overlast nog te overzien, want China pakt het voorlopig heel slim en geduldig aan. China is dus een langeretermijnprobleem.
Anders is dat met sommige van de andere landen en vooral Rusland. Sinds jaren faciliteert de overheid daar hackersgroepen, die in actieve samenwerking met de Russische geheime dienst het Westen aanvallen. Dat doen ze bijvoorbeeld door het plaatsen van ransome-software bij bedrijven en overheden. Ook zijn ze druk met het stelen van data en het ontregelen van digitale en fysieke infrastructuur. Jaarlijks richten Russische hackers voor honderden miljoenen euro’s schade aan en zorgen voor heel veel overlast. Ik kan hier hele opsommingen geven, maar u leest ze zelf dagelijks in de krant en dat is waarschijnlijk slechts het topje van de spreekwoordelijke ijsberg. Veel organisaties die hierdoor getroffen worden zwijgen er namelijk angstvallig over.
Daarnaast zijn er in Rusland enorme trollenfabrieken actief waar tienduizenden mensen fulltime bezig zijn om de kwetsbare ‘open’ westerse samenleving te bestoken met valse informatie om zo onze democratie te ondermijnen. Ze doen dit door manipulatie van data en beelden. Ze maken daarbij handig gebruik van het feit dat in onze samenleving mensen met een afwijkende opvatting niet gelijk in een werkkamp of de gevangenis verdwijnen. Tienduizenden zogeheten ‘nuttige idioten’ geloven deze misleidende informatie, die doorgaans een knappe mix is van halve waarheden en op angsten en misvattingen inspelende leugens.
Daarnaast worden actief datakabels vernield (bijvoorbeeld op de Noordzee) en wordt ons westerse datanetwerk minutieus in kaart gebracht, zodat bij een opschaling van het conflict vrij eenvoudig onze communicatie kan worden platgelegd. Sinds enkele jaren worden langs de grenzen van de NAVO navigatiesatellieten actief gestoord om bewust het westerse luchtverkeer in gevaar te brengen. Recent kwam hiervan een voorbeeld in het nieuws toen het toestel van de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen urenlang niet kon landen omdat de navigatieapparaten vanuit Rusland werden misleid. Maar dit gebeurt al jaren. In het fysieke domein deinzen de Russen er niet voor terug geheime agenten naar westerse landen te sturen om mensen te liquideren, instanties af te luisteren en als agitators op te treden. Deze acties worden met de dag brutaler en agressiever.
Als klap op de vuurpijl sturen de Russen nu ook drones, kruisraketten en zelfs straaljagers het NAVO-luchtruim in. Zo draait de Russische leider Vladimir Poetin de oorlogsdimmer stap voor stap steeds verder open.
Goed beschouwd bevindt Nederland (en tal van andere Europese staten) zich dus in een eenzijdig afgekondigd grijs gebied tussen oorlog en vrede met Rusland, waarbij we langzaamaan dichter bij oorlog dan bij vrede komen.
Wat doen we daaraan? Ik vrees te weinig! Natuurlijk zijn we dagelijks bezig met defensieve acties om hackers af te weren, spionnen in de gaten te houden en misinformatie tegen te spreken. Maar dat is allemaal dweilen met de kraan open. Iedereen die verstand heeft van militaire operaties weet dat een aanvaller meer kan aanrichten dan duizend verdedigers. Ons rest niets anders dan onze belagers met gelijke munt terug te betalen. Iets wat nu nog nauwelijks gebeurt.
Want het lijkt me dat wanneer je doelbewust met bepaalde middelen wordt aangevallen, je ook mag reageren met vergelijkbare middelen om je tegenstander af te schrikken en te laten merken: wat jullie doen, dat kunnen wij ook. Wat kan helpen om juridische hindernissen te overwinnen is bijvoorbeeld gebruik te maken van Oekraïne als platform van waaruit de ‘boodschap’ wordt verzonden. Net zo goed als door ons geschonken hardware door hen in oostelijke richting wordt ‘verplaatst’.
Ik pleit dus voor het direct of indirect (veel meer) uitvoeren van offensieve cyberoperaties tegen een land als Rusland, dat ons (aantoonbaar) vrijwel dagelijks actief aanvalt. Desgevraagd weten Nederlandse bewindslieden te melden hoe goed onze Nederlandse data-infrastructuur is en dat we heel veel know-how hebben op het gebied van cyber. Zou het dan niet verstandig zijn om daar dan ook eens wat meer mee te doen? Natuurlijk is het beter dat gemeenschappelijk te doen met andere NAVO-partners. Ik ben er ook van overtuigd dat landen als de VS, Engeland en Frankrijk hierin al veel verder gaan dan wij, maar in deze business is kwantiteit net zo belangrijk als kwaliteit. Hoe meer cyberaanvallen de Russen en hun vrienden moeten afweren, hoe minder capaciteit ze overhouden om ons lastig te vallen. Daarnaast doen we op die manier heel veel waardevolle ervaring op, die we in de toekomst nog wel eens hard nodig zouden kunnen hebben.
Dus los van het feit dat we, na tientallen jaren van verwaarlozing, de komende jaren onze defensie-inspanningen vergroten om een beter leger met meer soldaten, grotere munitievoorraden en meer materieel op te bouwen, lijkt het minstens zo belangrijk om (liefst met anderen samen) aan de actieve niet-kinetische kant van de hybride oorlogvoering wat terug te doen tegen de mensen die ons dagelijks aanvallen en onze welvaart en vrijheid proberen te saboteren. Dat zijn die verworvenheden namelijk best waard. Laten we bij elke verraderlijke tik die ons wordt toegebracht vooral denken aan het oudhollandse gezegde: ‘Wie kaatst moet de bal verwachten’. Een paar stevige tikken terug zijn volgens mij namelijk een veel duidelijker boodschap dan slappe papieren protesten, diplomatieke reprimandes en het 97e halfzachte sanctiepakket. De Russen hebben namelijk al lang laten zien daar niet gevoelig voor te zijn.