‘Political power grows out of the barrel of a gun’, zei Mao Zedong aan het begin van de Chinese burgeroorlog in 1927. Cadet-vaandrig der Cavalerie J.M.J. Bosch haalde de quote aan in zijn analyse voor de Militaire Spectator over ‘China’s werkelijke militaire macht’.[1]
Bosch schreef het artikel in 1970 en verschillende krijgsmachtdelen komen aan bod in de analyse. Het is duidelijk dat China er toen, een halve eeuw geleden, heel anders voor stond dan nu. Zo bestonden de Noordzeevloot, Oostzeevloot en Zuidzeevloot waar Jeroen Franken in zijn recente artikel over de Pax Sinica[2] aan refereerde toen ook al, maar de Chinese marine was in 1970 ‘gezien de huidige sterkte, niet in staat het gevecht op open zee aan te gaan.’
Ook wat betreft airpower had China in 1970 nog een lange weg te gaan, ondanks ‘de indrukwekkende sterkte van de Chinese luchtmacht, zowel qua materieel als personeel’. Het was destijds de vraag of China zelf vliegtuigen kon produceren. Over andere capaciteiten was Bosch stelliger: ‘zeker is, dat een operatie als “Big Lift” voor de Chinese luchtmacht niet uitvoerbaar is. Military Balance schatte dat max. 2 brigades in één vlucht door de lucht kunnen worden verplaatst.’
‘China als kernmogendheid’ komt ook aan de orde. Opvallend is de snelheid waarmee China zijn krijgsmacht en nucleaire capaciteiten ontwikkelde: ‘Mogelijk weet China ons nog met bepaalde resultaten te verrassen. Men moet niet vergeten dat de tijdruimte tussen de A- en H-bom in China slechts 2 jaar en 8 maanden bedroeg. Ter vergelijking: in de VS 7 jaar en 4 maanden; Rusland kostte het 3 jaar en 11 maanden en Engeland 4 jaar en 8 maanden.’
Jeroen Franken maakte duidelijk dat China geduldig is en ruim de tijd neemt om zijn strategische doelen te bereiken. Dat besef was in 1970 ook aanwezig: ‘Men heeft China wel eens een “slapende reus” genoemd. Ik geloof dat wij de activiteiten van slapende reuzen niet te vlug moeten onderschatten’, aldus cadet-vaandrig Bosch.
[1] J.M.J. Bosch, ‘China’s werkelijke militaire macht’, Militaire Spectator 139 (1970) (8) 364-369.
[2] Jeroen Franken, ‘De Pax Sinica en het Nederlandse veiligheidsbeleid’, Militaire Spectator 191 (2022) (5).