Na de Pax Romana, Pax Britannica en Pax Americana breekt binnenkort ontegenzeggelijk de Pax Sinica los: de Eeuw van China. Het laatste Chinese Defence White Paper stelt dat landen in de Asia-Pacific-regio zich er in toenemende mate van bewust zijn dat ze deel uitmaken van een ‘community of shared destiny’.[1] Een veranderende internationale rechtsorde heeft implicaties voor Nederland. Moeten we ons zorgen maken over deze veranderende wereld waarin China de boventoon voert?

Dat hangt af van ons perspectief. Een perspectief dat wordt gevormd door onze beleving en normen en waarden, die heel anders zijn dan de Chinese. China is een wereldspeler van formaat, waarvan we op veel verschillende manieren afhankelijk zijn. Zowel in Nederland als in de EU worstelen we met de vraag hoe we ons moeten verhouden tot China. Bij de presentatie van de EU-China-strategie in 2019 werd China een ‘systeemrivaal’ genoemd.[2] Wanneer we onze toekomstige rol in de Pax Sinica willen bepalen, moeten we eigenlijk eerst bij onszelf beginnen: wat vinden wij belangrijk? Wat vinden wij in Nederland onze kernwaarden die we voor iedere prijs willen bewaren? Zijn dat onze grondrechten, onze veiligheid, onze zelfstandigheid, onze eigenrichting, onze democratische waarden, of onze economie? Wat is in de militaire termen van het operationele planningsproces ons ‘centre of gravity’, dat we primair en ten koste van alles willen verdedigen? En hoe verhouden de Nederlandse waarden zich tot de waarden van de Pax Sinica?

Militaire parade in Beijing. In 2049, honderd jaar na de oprichting van de Volksrepubliek China, moet het tijdperk van de Pax Sinica zijn aangebroken. Foto ANP, Imagine China, Stringer

Zonder antwoord op deze laatste vragen te geven, probeer ik uitleg te geven aan de zorgen die we ons kunnen maken bij een veranderende internationale rechtsorde waarin China de hegemonie opeist. Ik licht een aantal aspecten uit vanuit mijn analyse van de Chinese positie. Voor het bredere geostrategische perspectief behandel ik eerst een aantal zaken waarin het Chinese denken echt anders is dan het onze, om duiding te geven aan de term systeemrivaal.

Centre of gravity

In het militaire operationele planningsproces is een van de eerste stappen immer een van de moeilijkste: het bepalen van de centres of gravity van de tegenstander en de eigen kant. Maar bij de analyse van China en de Pax Sinica is het centre of gravity direct duidelijk: de macht van de Communistische Partij China (CPC). In China staat alles, maar dan ook alles, in het teken van het behoud van de macht door de CPC.

De CPC heeft ongeveer 92 miljoen leden, gepositioneerd over heel China en op alle strategische posities in de maatschappij. Het hoogste bestuursorgaan van de CPC is het Nationaal Congres, bestaande uit circa 2.300 leden. Dit Partijcongres komt ‘democratisch’ voort uit de 92 miljoen leden en vertegenwoordigt het gehele volk van 1,3 miljard mensen. De leden van het Nationaal Congres kiezen uit hun midden de 300 leden van het Centraal Comité van de Communistische Partij van China, die op hun beurt de 25 leden van het Politbureau kiezen. Dit schimmige proces lijkt afhankelijk te zijn van de status en macht van deze leden binnen de CPC. Het Politbureau is het hoogste leidinggevende orgaan van de partij. Hieruit wordt het Staand Comité van momenteel 7 leden gevormd voor de dagelijkse leiding van de CPC, beslissingsbevoegd voor alle staatszaken wanneer het Politbureau niet in zitting is. De voorzitter is de secretaris-generaal van de CPC. Het vormen van het Staand Comité van 7 leden uit het bestand van 92 miljoen leden van de CPC noemt China een democratisch proces.

Alle organen van de CPC worden ondersteund door diverse administratieve organisaties. Een van de belangrijkste van deze organisaties is de Centrale Militaire Commissie (CMC, 7 leden) die feitelijk de leiding heeft over de krijgsmacht en defensie. De secretaris-generaal van de CPC is voorzitter van de CMC en heeft zich in 2016 uitgeroepen tot (militair) Commander-in-Chief, net als Mao was. Een bijzonderheid in onze westerse ogen is dat China wel een ministerie van Defensie (Ministry of National Defence) heeft onder leiding van een minister, maar dit ministerie bestaat alleen voor de contacten met buitenlandse militairen en heeft geen commandoautoriteit. De minister van Defensie is een van de leden van het CMC, waardoor hij statuur en macht heeft, maar hij is zeker niet de hoogstgeplaatste persoon bij Defensie. Toen ik het bezoek van onze minister van Defensie aan China in 2014 mocht voorbereiden, kostte het me wat moeite ons eigen ministerie ervan te overtuigen dat het gesprek van de minister met de vicevoorzitter van het CMC veel belangrijker was dan het gesprek met de collega-minister van Defensie, die slechts de leiding had over het Foreign Affairs Office en het Information Office.

De Chinese president Xi Jinping tijdens het Volkscongres in 2022. Xi is, net als vroeger de keizers dat waren, het middelpunt van de macht in het ‘Rijk van het Midden’. Foto ANP, EPA, Alex Plavevski

Een ander aspect van verwarring over de Chinese bestuursstructuur is dat er twee parallelle besturen van het land bestaan, vaak met dezelfde namen en bemand door dezelfde personen, zeker in de top: het bestuur van de CPC versus het openbaar bestuur/de regering. De beide CMC’s zijn twee identieke organen, een van de CPC en een van het landsbestuur, met dezelfde leden. Deze vaak identieke organen hebben wel een eigen administratieve ondersteuning. Zo is Xi Jinping secretaris-generaal van de CPC (zijn belangrijkste functie), president van China, voorzitter van de beide CMC’s, Commander-in-Chief en voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad. Hij werd eerst in november 2012 door het Partijcongres tot secretaris-generaal gekozen voordat hij in maart 2013 tot president werd uitgeroepen door het Volkscongres. Voor iedere functie heeft hij een apart bureau of organisatie dat het ambt ondersteunt. Voor het gemak zou je kunnen zeggen dat de CPC en het Partijcongres beleid maken en het Volkscongres (de Staat) het beleid uitvoert.

Een belangrijke rol voor de CPC is de vier kardinale principes te bewaken, zoals vastgesteld door Mao’s opvolger Deng Xiaoping (1979). Deze regels zijn niet bespreekbaar binnen de CPC en in de Volksrepubliek China. Dit zijn daarom piketpalen, ook voor het buitenlandbeleid van China:

  • het blijven volgen van het socialistische pad (dat wil zeggen communistisch met Chinese karakteristieken);
  • vasthouden aan de democratische dictatuur van het volk;
  • vasthouden aan het leiderschap van de CPC;
  • vasthouden aan het gedachtegoed van Mao Zedong en het marxisme/leninisme.

Na alle kritiek in binnen- en buitenland op Mao na diens dood heeft Deng erkend dat er tijdens het bewind van Mao dingen minder goed zijn gegaan. Hij stelde dat je misschien op 30 procent van Mao’s daden kritiek kunt hebben, maar dat Mao toch voor 70 procent een fantastische leider is geweest als grondlegger van de Volksrepubliek China. In China weigert men eraan herinnerd te worden dat Mao naar schatting 72 miljoen burgerslachtoffers onder de Chinese bevolking op zijn geweten heeft en daarmee met kop-en-schouders uitsteekt boven Stalin (23 miljoen burgerslachtoffers) en Hitler (17 miljoen).[3]

Met de macht van de CPC als centre of gravity doet men er in China alles aan om het volk tevreden te houden. Het volk accepteert de macht van de CPC zolang er vooruitzichten blijven op verbetering van de levensstandaard. Men vergoelijkt de schendingen van mensenrechten door de staat en het gebrek aan inspraak door het volk, zolang die de individuele burger in de grote massa niet treffen. Secretaris-generaal Xi Jinping speelde in 2012 handig in op deze algemene acceptatie van de CPC door de amorfe volksmassa door de introductie van de Chinese Droom.

China Dream en ‘100 Year Marathon’

China heeft een andere kijk op de wereld dan de oude koloniale en huidige westerse mogendheden. Deze kijk in de huidige Volksrepubliek China is niet veel anders dan tijdens de diverse keizerrijken uit het verleden en komt al tot uitdrukking in de eigen naam voor China: 中国 Zhong Guo, Rijk van het Midden. China lijkt niet de intentie te hebben de wereld aan zich te willen onderwerpen zoals de Romeinen of Britten nastreefden, maar het wil het middelpunt van de wereld zijn, waar iedereen respect voor heeft en toont, zoals men vroeger met de koutou (kowtow, een zeer diepe buiging) respect moest tonen naar de Chinese keizer in het middelpunt van de macht. In de Chinese geschiedenis is er immer een interne strijd geweest om de hegemonie binnen China, om als keizer het middelpunt van de macht te zijn. Hoe verder verwijderd van dit middelpunt, des te minder belangrijk het volk of land. Met de komst van Portugezen en Hollanders in de 17e eeuw kon men de dreiging van deze ‘barbaren’ nog aardig buiten de deur houden. Maar met de komst van de Britten en hun machtspolitieke ‘Opiumoorlogen’ (1839-1842 en 1856-1860), en met de bezetting door handelsconcessies van diverse westerse[4] mogendheden en Japan werd de Chinese eigenwaarde de grond ingetrapt en begon halverwege de 19e eeuw de vernedering van het Rijk van het Midden. De eerste Sino-Japanse oorlog (1894-1895), waarbij China zijn macht over Korea en Taiwan aan Japan verloor en Japan het noordoosten van China bezette, de Bokseropstand (1899-1901), waarna China gedwongen werd tot het betalen van grote schadevergoedingen, ook aan Nederland(!), de tweede Sino-Japanse oorlog, waarna de bezetting door Japan (1931-1945) en de slachting van Nanjing (1937-1938) volgden, vergrootten deze vernedering. De Chinese Droom moet deze eeuw van vernedering uitwissen. Xi Jinping sprak deze droom uit in 2012, terwijl weinigen nog begrepen wat die inhield. Maar de haviken van het communistische regime kenden al vanaf de oprichting van de Volksrepubliek China de ‘100-jarige marathon’, waarin China in honderd jaar weer de hegemonie als Rijk van het Midden moest bereiken.[5] Later[6] verduidelijkte Xi de doelen van de Chinese Droom:

  • in 2021, 100 jaar na de oprichting van de CPC, moet China een ‘moderately well-off society’ zijn, waarin het inkomen per hoofd van de bevolking 10.000 USD zal zijn;
  • in 2049, 100 jaar na de oprichting van de Volksrepubliek China, moet China één sterk, democratisch, geciviliseerd, harmonieus en modern socialistisch land zijn.

Dit betekent dat China in 2049, verenigd in één China inclusief Hong Kong en Taiwan, de hegemonie van de Verenigde Staten op alle fronten (economisch, militair, technisch, in de ruimte, op IT-gebied, …) heeft doorbroken, China terug is gekeerd in het middelpunt van de wereld en iedereen in de wereld respect heeft voor en toont aan China. Het tijdperk van de Pax Sinica moet zijn aangebroken.

Belt & Road Initiative: de moderne zijderoute

Voor de verwezenlijking van de 100-jarige marathon en de Chinese Droom is China al lange tijd een duidelijk pad ingeslagen. De economie groeit al vele jaren, tot de coronapandemie toesloeg, met spectaculaire cijfers van jaarlijks 6 tot 10 procent, China heeft zich opgewerkt tot de tweede economie ter wereld en ontwikkelt zich als een supermodern land, tenminste in de grote steden, met een hightech-industrie en een uitstekend functionerend mobiel en digitaal netwerk. De People’s Liberation Army (PLA) heeft zich sterk gemoderniseerd en gaat verder op dat pad, ook op het gebied van ‘informationized military’, cyber en in de ruimte.[7]

Met het Belt&Road-initiatief wil China zijn achterlanden ontsluiten en zijn macht in de wereld uitbreiden op eigen voorwaarden. Foto Belt and Road Research Platform

China kijkt met een langetermijnblik naar de wereld over 50 jaar met een wereldbevolking van 10 miljard mensen, tekorten aan water, grondstoffen, energiebronnen en landbouwproducten, en meer onveiligheid en conflicten. Een van de wegen om voor te sorteren voor een antwoord op deze bedreigingen en het waarmaken van de Chinese Droom voor de eigen bevolking, die straks geen honger mag leiden, is de moderne zijderoute over land en over zee: het ‘Belt & Road Initiative’ (BRI). Met het BRI wil China zijn achterlanden ontsluiten, alternatieve transportroutes creëren om de, voor China kwetsbare, maritieme route door de Straat van Malakka te kunnen omzeilen, en zijn macht in de wereld uitbreiden, op Chinese voorwaarden. Het is voor China een tegenzet tegen de gepercipieerde omcirkeling van China door andere wereldspelers. Met pijpleidingen vanuit Rusland en door Myanmar vanuit de Indische Oceaan, spoorlijnen vanuit Europa en door Pakistan vanuit de haven Gwadar aan de Golf van Oman, en maritieme verbindingen met contractuele havenfaciliteiten in Pakistan, de Maldiven, Djibouti, Piraeus, Zeebrugge en straks ook in Triest en Genua, verzekert China zich van de toevoer van alle producten die het Chinese volk nu en in de toekomst nodig heeft. Hiermee bindt de CPC het volk verder aan zich en zal het Chinese volk als laatste last moeten krijgen van de tekorten in de wereld. De vrije markt wordt buitenspel gezet. Inmiddels passeren de Chinese investeringen in BRI het bedrag van 720 miljard USD en hebben zich al meer dan 70 landen verbonden aan BRI onder de Chinese voorwaarden en spelregels.[8]

De sea lines of communication van het BRI vereisen beveiliging door de Chinese marine, de PLA Navy (PLAN). Het Chinese Defence White Paper van 2014 voorzag in een duidelijke beleidswijziging van focus op verdediging van het moederland en de kustwateren, naar verdediging van Chinese belangen, ook overzee. Sinds 2017 heeft China zijn eerste basis in het buitenland: Djibouti, om zijn belangen in de belangrijke Hoorn van Afrika beter te kunnen verdedigen.[9] Deze basis is primair een steunpunt van de PLAN, niet alleen voor de antipiraterij-operaties, maar veel breder, bijvoorbeeld ook voor evacuatieoperaties bij crises voor de vele Chinese onderdanen die werken in Afrika. Deze beleidswijziging was al jaren ophanden gezien de enorme ontwikkeling van de PLAN in het laatste decennium, van een kustverdedigingszeemacht tot een wereldwijd opererende marine, met het tweede vliegkampschip operationeel en het derde en vierde carrier in aanbouw. Zo bezochten een Chinees smaldeel in begin 2015 en een moderne kruiser van de PLAN in 2019 Rotterdam. Het laatste rapport van het Pentagon geeft aan dat de vloot van de PLAN nu groter is dan die van de U.S. Navy.[10]

Culturele aspecten

In de beoordeling van China meten we altijd met onze westerse maatstaf, zoals democratische waarden en mensenrechten. Maar als we wat van China willen vinden, moet we ons ook verdiepen in de Chinese maatstaf, gevormd door een 5.000 jaar oude geschiedenis en een zeer rijke cultuur, verder vormgegeven in de huidige tijd door een socialistische ‘democratie’ en ‘communisme met Chinese karakteristieken’. Dat is een heel ander perspectief.

Cultuurverschillen spelen een grote rol in de vergelijking. De leer van Confucius (551 – 479 v.Chr.) is vaak maatgevend in China en bij het Chinese volk: ‘Wees vergevingsgezind’ en ‘Wat u voor uzelf niet wenst, wens dat een ander niet’. De zes deugden van Confucius – menselijkheid, gehoorzaamheid door kind aan ouders, rechtvaardigheid, fatsoen, trouw, wederkerigheid – klinken in onze oren niet vreemd. Maar het oosterse concept van voorkomen van gezichtsverlies is ons wel vreemd; wij zeggen liever direct de waarheid en willen zaken zwart-wit geregeld zien. Daarbij accepteren we makkelijk dat een partij de verliezer is. We hebben weinig met open eindjes en grijze gebieden, waarbij iedereen zijn gelijk en zijn gezicht kan houden. Wanneer je zo kijkt naar de uitspraak van het Internationale Hof van Arbitrage in 2016 over de Chinese claim[11] over een zeer groot deel van de Zuid-Chinese Zee, dan heeft dit hof een duidelijke zwart/wit uitspraak gedaan waarmee de Volksrepubliek China, die het hof toch al niet erkende, groot gezichtsverlies leed. Daarmee werd deze uitspraak van verwerping van de claim op circa 85 procent van de Zuid-Chinese Zee extra onaanvaardbaar voor China.

Schilderij van een zeeslag tijdens de Eerste Opiumoorlog. Vernederingen in de 19e eeuw liggen in China nog vers in het geheugen. Afbeelding MIT

Ons gevoel van tijd is ook anders. De Tweede Wereldoorlog dreigen we nu, 75 jaar later, al te vergeten nu de laatste soldaten van die oorlog bijna uitgestorven zijn. Maar in de Chinese tijdspanne in relatie tot 5.000 jaar geschiedenis blijven de lessen uit de tijd van de ‘strijdende staten’ van de 5e tot de 3e eeuw voor Christus bepalend in het Chinese denken over hegemonie,[12] liggen de vernederingen door het Westen tijdens de Opiumoorlogen en de Bokser-opstand in de 19e eeuw nog vers in het geheugen en vormen deze de basis van de 100-jarige marathon en de Chinese Droom van partijvoorzitter Xi Jinping.

De Chinese militair strateeg Sun Tzu van het Chinese koninkrijk Wu ten tijde van de Periode van Lente en Herfst (771 - 476 v.Chr.) is nog altijd belangrijk voor het Chinese militair denken.[13] Dit denken gaat uit van een geïntegreerd beleid, waarbij je de economische macht wel degelijk kan inzetten voor je militaire strategie en omgekeerd het militaire beleid ten dienste staat van het algemene beleid; veel duidelijker dan bij ons.[14] In het Westen zien we Defensie meer als een gereedschapskist dan als basisonderdeel van strategisch denken. Voor China geldt heel duidelijk het adagium van Sun Tzu: ‘In peace prepare for war, at war prepare for peace’. Daarbij predikte Sun Tzu dat je je kaarten bedekt moet houden en slimmer moet zijn dan je tegenstander, onder andere door spionnen te gebruiken en misleiding uit te buiten. Daarmee komen (bedrijfs-)spionage, copyright, intellectueel eigendom, et cetera in China in een ander daglicht te staan.

Toekomstperspectief

Hoe nu verder, China ‘bashen’ of accepteren, welke balans vinden we tussen onze normen en waarden en de realiteit van de Pax Sinica? Wij staan ons voor op het Mare Liberum van Hugo de Groot; laten we de flagrante schendingen van het zeerecht in de Zuid-Chinese Zee door China gewoon maar gebeuren, bang voor economische implicaties? Net zoals de flagrante mensenrechtenschendingen door China in eigen land, terwijl we ons niet mogen bemoeien met Chinees interne zaken maar we wel het recht om te beschermen (R2P) verdedigen binnen de VN? Ik ben van mening dat we ons veel beter in China, de Chinese geschiedenis en cultuur moeten verdiepen om ons een goed oordeel te kunnen vormen over het Chinese handelen in de internationale politiek. We moeten de Chinese maatstaf beter doorgronden om onze eigen doelen te kunnen bereiken.[15] Daarbij moeten we de lessen van Sun Tzu toepassen: de eigen strategische doelen duidelijk vaststellen en de ‘tegenpartij’ goed analyseren. We moeten ons voorbereiden op confrontatie bij de verdeling van schaarse goederen (in times of peace, prepare for war) en tegelijkertijd de vrede te bewaren. En dat vanuit een waarlijk geïntegreerd beleid, waarin duidelijke keuzes worden gemaakt richting eenduidige strategische doelen.[16] Helaas is de laatste beleidsnotitie ‘Nederland-China: een nieuwe balans’[17] vlees noch vis, vooral door het gebrek aan analyse van onze eigen doelstellingen en toekomstvisie. We moeten bijvoorbeeld nadenken over onze opstelling in het te verwachten conflict bij de inlijving van Taiwan door China. Het inlijven van Taiwan is onderdeel van de Chinese Droom en wordt zeer duidelijk genoemd in het Chinese Defence White Paper.

De Chinese Droom komt uit, en is essentieel voor het behoud van de dictatuur van de CPC. China zal zorgen dat de eigen bevolking niets tekort komt zodat de passieve steun aan de CPC niet in gevaar komt. Het belang van de internationale rechtsorde is voor China volledig ondergeschikt. Daarbij vindt China dat de internationale rechtsorde te veel is vormgegeven naar westerse modellen en ideeën.

Het eerste Chinese vliegkampschip, Liaoning, arriveert in Hongkong in 2017. Het vliegkampschip moet de ruggengraat vormen van de PLAN. Foto ANP, Polaris Images

Het laatste Chinese Defence White Paper geeft een duidelijke ondersteuning aan het verwezenlijken van de Chinese Droom door de PLA: ‘The Chinese Dream is to make the country strong. China’s armed forces take their dream of making the military strong as part of the Chinese Dream. Without a strong military, a country can be neither safe nor strong.’ China claimt zich vredelievend te willen ontwikkelen maar hangt het beleid aan van een ‘actieve defensie’ als essentie van het defensieve denken, dat wil zeggen. strategisch defensief met de bereidheid en capaciteit van operationeel en tactisch offensief. ‘We [China] will not attack unless we are attacked, but we will surely counterattack if attacked.’ China heeft zijn beleid in de loop van de tijd aangepast van louter zelfverdediging naar het winnen van lokale oorlogen tot het bieden van voldoende afschrikking.

Een sprekend voorbeeld is de ontwikkeling van het vliegkampschip als ruggengraat van de PLAN. Het eerste Chinese vliegkampschip is de Liaoning, een oorspronkelijke Sovjet-carrier van de Kuznetsov-klasse uit 1988. Het schip werd aangekocht van Oekraïne in 1998 en met een list ter omzeiling van de Montreux Declaratie[18] vervoerd door de Bosporus en de Dardanellen naar China. Daar werd het verbouwd, in dienst genomen in 2012 en in 2016 formeel operationeel gereed verklaard. Geen enkel land zal China bijbrengen hoe met een vliegkampschip om te gaan, wat meer is dan slechts het opstijgen en landen van vliegtuigen. China heeft de Liaoning aangemerkt als experimenteel platform om het opereren met carriers en een carrier battlegroup te ontwikkelen en lessen te leren voor de bouw van vliegkampschepen voor de toekomst. China heeft het Shenyang J-15 ‘Flying Shark’-gevechtsvliegtuig ontwikkeld voor operaties vanaf de carrier met skyjump.

Inmiddels is het tweede vliegkampschip, een aangepaste en verlengde versie van de Liaoning, operationeel en zijn de derde en vierde in aanbouw, waarschijnlijk zonder skyjump. De verwachting is dat China een vijftal vliegkampschepen operationeel wil hebben, voor ieder van de drie vloten een, met een voor opwerken en een in onderhoud.[19] China heeft in minder dan 20 jaar tijd een bijzondere capaciteit opgebouwd die past in zijn beleid van actieve defensie ter ondersteuning van het geïntegreerde Chinese beleid voor binnenland, buitenland, economie en veiligheid en ter verwezenlijking van de Chinese Droom. Een droom waarvoor China alle tijd heeft en neemt, een tijd die we ons in westerse democratieën niet gunnen met verkiezingen iedere 4 tot 6 jaar.

Tot slot

Mijn boodschap is dat we in het Westen veel te naïef zijn in onze opstelling richting China en ons veel beter op de hoogte moeten stellen van de Chinese positie, gebaseerd op het politieke systeem, de geschiedenis en cultuur. Laten we onze veiligheidsbelangen, niet zozeer militair maar ook op het gebied van kenniscentra, bedrijfsleven, infrastructuur, en breder, beter in het oog houden en afstappen van de waan dat er zonder level-playing-field economisch zoveel te halen valt in China. Laten we ons eigen centre of gravity vaststellen en daarmee anticiperen op onze opstelling in het waarschijnlijke scenario van de inlijving van Taiwan door China, eerder kwaadschiks dan goedschiks. Wanneer de Verenigde Staten en de westerse wereld niet opstaan voor de huidige internationale rechtsorde en ónze democratische waarden bij de verovering van Taiwan door China, markeert dat het einde van de Pax Americana. Zonder onze kernwaarden vast te stellen kunnen we geen balans opmaken of we net zo goed blijven gedijen in de Pax Sinica als we nu doen in de Pax Americana, met de nieuwe internationale rechtsorde van een ‘community of shared destiny’ en Chinese normen en waarden.

 

[1] The State Council Information Office of the People’s Republic of China, ‘China’s National Defence in the New Era’, Defence White Paper, juli 2019.

[2] Europese Commissie, ‘EU-China. A strategic outlook’, 12 maart 2019.

[3] Schatting 40 tot 78 miljoen burgerslachtoffers tijdens het bewind van Mao Zedong (1949-1976) te destilleren uit verschillende bronnen. Zij bijvoorbeeld: https://historiek.net/mao-zedong-china-communistisch-dictator/64840/ en Jung Chang en Jon Halliday, Mao. The unknown story (Londen, Jonathan Cape, 2005).

[4] De volgende westerse landen hadden handelsconcessies in de 19e en begin 20e eeuw aan het Chinese keizerrijk opgedrongen: Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije, Italië, België, Rusland en de Verenigde Staten. Ook Japan had handelsconcessies in China. De buitenlandse handelsdelegaties bevonden zich onder andere in Shanghai, Peking, Tianjin en Qingdao.

[5] Michael Pillsbury, The Hundred-Year Marathon (New York, Henry Holt&Company, 2015.

[6] In zijn eerste toespraak als voorzitter van de CPC noemde Xi de China Droom. Als je Chinese stukken leest, staat de inhoud vaak tussen de regels en blijft er ruimte voor eigen interpretatie. Vele westerlingen dachten aan en vergeleken met de American Dream; zij sloegen de plank enorm mis. In de loop van zijn presidentschap zinspeelde Xi op steeds meer invulling van de Chinese Droom: eerst was het de ‘verjonging van de Chinese staat’, daarna de twee centenniumdoelstellingen in 2021 en 2049. ‘Later’ was een proces van bijna een jaar waarin de Chinese Droom steeds meer expliciete invulling kreeg in de diverse redevoeringen en uitspraken van president Xi, zonder, typisch oosters, ooit een precieze invulling van de betekenis te krijgen. Zie bijvoorbeeld ook: https://www.dw.com/en/xi-jinping-and-the-chinese-dream/a-43685630 en https://www.theatlantic.com/international/archive/2017/05/what-china-wants/528561/. De gelijkenis tussen de twee centenniumdoelstellingen van de Chinese Droom en het gedachtegoed van de 100-jarige marathon is frappant.

[7] The State Council Information Office of the People’s Republic of China, ‘China’s National Defence in the New Era’.

[8] Zie onder andere ‘The Belt and Road Initiative: Views from Washington, Moscow, and Beijing’, Carnegie-Tsingua paper,  8 april 2019. Zie: https://carnegietsinghua.org/2019/04/08/belt-and-road-initiative-views-from-washington-moscow-and-beijing-pub-78774.

[9] Een recente opmerkelijke ontwikkeling is de strategische veiligheidsovereenkomst die China heeft gesloten met de Solomon Eilanden. Dit pact staat China toe militairen te stationeren op ongeveer 1.000 nautische mijlen ten noordoosten van Australië en onderschrijft de expansiedrift van China in de Grote Oceaan.

[10] ‘China Has World’s Largest Navy With 355 Ships and Counting, Says Pentagon’, USNI News, 3 november 2021.

[11] In 1958 gaf (communistisch) China een verklaring uit over zijn claim op het grootste deel van de Zuid-Chinese Zee en schetste het de ‘nine-dashed-line’ op de zeekaart; deze omspande 85 procent van de Zuid-Chinese Zee maar is nooit duidelijk gedefinieerd. In 2015 vroeg de Filipijnse regering bij het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag te oordelen over de rechtmatigheid onder UNCLOS van de Chinese nine-dashed-line en claims op de verschillende eilandengroepen in de Zuid-Chinese Zee. China erkende en erkent van zijn kant arbitrage door het Hof niet en vindt dat geschillen direct tussen de betrokken partijen moeten worden opgelost, zonder tussenkomst van een derde partij. De uitspraak van het Hof in 2016 laat niets aan duidelijkheid te wensen: de Chinese claim binnen de nine-dashed-line is onrechtmatig. Zie ook Jeroen Franken, ‘De Pax Sinica in de Zuid-Chinese Zee’, in: Marineblad 129 (2019) (5).

[13] Sun Tzu, The Art of War, in diverse bewerkingen.

[14] Als voorbeeld van geïntegreerd beleid dient het Chinese marinesteunpunt in Djibouti, dat in 2017 geopend werd. Naast militair steunpunt voor antipiraterij-operaties in de Hoorn van Afrika, dient het een veel breder doel, onder andere beschreven in het Chinese Defence White Paper van 2019 onder ‘Missions other than war’. Het ondersteunt het BRI en alle Chinese ontwikkelingssamenwerking projecten in Afrika. Een belangrijke aanleiding voor het inrichten van het steunpunt in Djibouti was de volledig inadequate evacuatie van Chinese burgers uit Libië in 2011, na het uitbreken van de Arabische Lente. De onmacht van China zijn eigen burgers toen in veiligheid te stellen, bracht veel onvrede bij de bevolking in China. Het installeren van dit steunpunt moet dit gezichtsverlies van de CPC in de toekomst voorkomen: een militaire oplossing voor een breder doel; zie ook lkol R. Saathof, ‘Chinese oorlogvoering met hybride karakteristieken’, in: Militaire Spectator 187 (2018) (5). Uit de conclusie: ‘[De Chinese manier van] Oorlogvoering is generiek en wordt niet of nooit meer gewonnen op het traditionele gevechtsveld met militaire middelen alleen.’

[15] Zie ook: lezing door René Cuperus op 3 juni 2019 bij publieksdebat ‘Talking China Strategy’, georganiseerd door Instituut Clingendael en het Leiden Asia Centre. Zie: https://www.clingendael.org/nl/publicatie/met-china-bashen-alleen-komen-we-er-niet.

[16] Zie de aanbevelingen van HCSS, ‘China’s Military Rise and the Implications for European Security’, 10 november 2021.

[17] Ministerie van Buitenlandse Zaken, ‘Nederland-China: een nieuwe balans’, mei 2019.

[18] De Montreux Declaratie is een internationale overeenkomst uit 1936, die nog immer van kracht is en Turkije controle geeft over de passage van marineschepen door de Bosporus onder duidelijke voorwaarden.

[19] De drie vloten van de PLAN zijn: de Noordzeevloot (hoofdkwartier: Qingdao), de Oostzeevloot (hoofdkwartier: Ningbo) en de Zuidzeevloot (Zuid-Chinese Zee, hoofdkwartier: Zhanjiang). Als DEFAT heb ik de kans gehad alle drie de vloten te mogen bezoeken, de Oostzeevloot met de toenmalige minister van Defensie Hennis-Plasschaert in Shanghai in 2014.

Over de auteur(s)