De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) verenigt de 35 onafhankelijke staten op het Amerikaanse continent. Tegenwoordig richt de OAS zich vooral op economische samenwerking en democratisering. Zij begon echter, in 1948, als middel om invloed van buitenaf te beknotten. De VS nam hierbij een leidende rol, voortbouwend op de Monroedoctrine van 1823 die stipuleerde dat Europese bemoeienis met soevereine staten op het Westelijk Halfrond taboe was.
De Militaire Spectator hield vanzelfsprekend ook in 1948 internationale verdragen in de gaten. Kapitein (r) J.N. van den Houten schreef een beschouwing over onder andere het ‘Panamerikaans veiligheidsstelsel’.[1] De oprichting van de OAS verliep niet vlekkeloos: ‘De practische militaire uitwerking werd bewaard voor de conferentie, welke op 30 Maart 1948 te Bogota in Columbia aanving en door een typisch Zuid-Amerikaanse revolutie werd verstoord, tengevolge waarvan alle bescheiden en de gehele uitrusting verloren ging.’ Niettemin lukte het de delegaties overeenstemming te bereiken. Het verdragsgebied, waarvoor ook een (niet al te dwingende) militaire bijstandsclausule is opgenomen, is nauwkeurig omschreven en ‘gaat veel verder dan het territoir van de betrokken staten en strekt zich uit van de Noord- tot de Zuidpool’. Voor de goede verstaander: dit is dus met inbegrip van ‘niet-Amerikaanse gebieden als: Groenland, de Bermudas, de Antillen en de Guyana’s’.
Nederlandse F-16 boven Groenland. Foto Beeldbank NIMH
Zou president Trump voldoende historisch besef hebben? Want, zoals Van den Houten schreef, ‘Senator Vandenberg mag nu wel hebben verklaard, dat het Deense gezag over Groenland geen punt van discussie is, hetgeen mutatis mutandis wellicht ook als geruststelling voor andere landen is bedoeld, doch niettemin schuilt hier een gevaarlijke adder onder het gras, in het bijzonder ook voor Nederland met zijn Amerikaanse gebiedsdelen en het groeiend Zuidelijk nationalisme.’ In 1948 hield de VS zich in ieder geval nog enigszins op de vlakte. De conferentie zag Europese koloniën en niet-zelfstandige gebiedsdelen op het Westelijk Halfrond als groot probleem, wat leidde tot ‘een resolutie, waarin het bestaan dezer koloniën en gebiedsdelen werd veroordeeld en tot oprichting werd besloten van een speciale commissie, welke naar vredelievende middelen moet zoeken om tot opheffing van de bestaande ondergeschiktheidsverhouding te geraken.’ De VS onthield zich van stemming over deze resolutie.
[1] J.N. van den Houten, ‘Regionale verdragen (I)’, Militaire Spectator 117 (1958) (6). Zie: https://militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1918/1948/1948-0348-01-0095.PDF.