De krijgsmacht lijkt de draai naar de eerste hoofdtaak te hebben gemaakt: verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied is weer een prioriteit. De andere twee hoofdtaken – vredesmissies en ondersteuning van civiele autoriteiten in crises – blijven belangrijk, maar de focus ligt op het kunnen optreden in het hoogste geweldsspectrum. In september kwam de Defensienota 2024. Sterk, slim en samen uit, met grote investeringen in gevechtskracht. De landmacht krijgt weer tanks, de luchtmacht breidt de vloot van F-35’s verder uit en de marine krijgt extra fregatten voor onderzeebootbestrijding. Na de tweede Russische invasie van Oekraïne in februari 2022 richtte de NAVO zich weer op collectieve verdediging, en op de top in Vilnius in 2023 namen de regeringsleiders de regionale verdedigingsplannen aan. Deze plannen geven aan wat het bondgenootschap nodig heeft in een zelfverdedigingsscenario. Niet alle benodigde capaciteiten zijn voorhanden, en enkele categorieën – zoals luchtverdediging en enablers – vereisen langdurige investeringen. Maar rustig wachten totdat de 32 lidstaten de tekorten hebben ingelopen zit er niet in. Afschrikken betekent nu al paraat zijn voor mogelijke inzet. Bij het concept Fight Tonight, een prioriteit van SACEUR, ligt de nadruk op readiness, om in een noodgeval het bondgenootschap te kunnen verdedigen met de middelen die beschikbaar zijn. Dit betekent wat voor de inrichting, uitrusting en cultuur van de Nederlandse krijgsmacht.
De krijgsmacht goed inrichten voor de eerste hoofdtaak is niet eenvoudig. Tijdens de Koude Oorlog was alles hierop ingesteld, maar dat is de afgelopen dertig jaar grondig afgebroken. Even 280.000 soldaten oproepen, zoals Finland (met een bevolking van 5,5 miljoen) kan, zit er niet in. De Nederlandse landmacht telt zo’n 17.000 beroepsmilitairen en de krijgsmacht heeft in totaal 7500 reservisten. Daar vul je geen stadion mee. Voor de toekomst moeten we denken hoe we meer gevechtskracht kunnen genereren; voor een Fight Tonight-scenario dient in een noodgeval iedereen goed uitgerust, getraind en inzetbaar te zijn. Zijn de reservisten überhaupt wel goed bereikbaar, en zullen we dat niet eens op grote schaal testen? Ook andere aspecten van de inrichting van de krijgsmacht kan men even tegen het licht houden. Afgelopen jaren zijn veel kazernes samengevoegd op enkele locaties, onder het mom van schaalvergroting. Efficiency was immers leidend. In Oekraïne is snel duidelijk geworden dat het principe van dispersal ook nuttig kan zijn in conflict. Grote locaties zijn prachtige doelwitten in oorlog – of zelfs in vredestijd, voor bijvoorbeeld GRU-sabotageteams. Tot slot is een Whole-of-Society-benadering essentieel. Andere ministeries en bedrijven zijn onmisbaar in een crisis, en samenwerkingsverbanden en voorbereidingen dienen nu getroffen te worden.
De uitrusting van de krijgsmacht is momenteel niet ideaal voor een Fight Tonight-scenario. De marine en luchtmacht hebben weliswaar zeer hoogwaardige platforms en wapensystemen, maar met geluk liggen er enkele ladingen kapitale munitie in de opslag. Meer raketten nodig? De levertijden bedragen meestal jaren en de fabrieken in de VS hebben wellicht ook andere klanten die plotseling willen bijbestellen. Voor niet-kapitale munitie is het goed dat de budgetten voor sommige categorieën zijn verdrievoudigd. Dat de prijzen van munitie afgelopen jaren verviervoudigd zijn wordt er niet altijd bij vermeld. Fight Tonight heeft weinig zin als de ochtend erna de munitievoorraden op zijn. Hiernaast is enige reflectie rond de strijd in Oekraïne op zijn plaats. Zowel Rusland en Oekraïne heeft ontdekt dat moderne, vijfdegeneratiewapensystemen effectief zijn, maar na enkele weken op kunnen raken. Dan moet de strijd verder worden gevoerd met wat nog in de opslag ligt, of gedoneerd wordt door vrienden en partners. De Nederlandse opslagen waren grotendeels al leeg, en wat overbleef is inmiddels in Oekraïne beland. Overigens beginnen de enorme Russische opslagen ook leeg te raken. Dit neemt niet weg dat kwantiteit ook een kwaliteit is, en dat oorlog inmiddels op een andere manier wordt gevoerd. Ter illustratie: Oekraïne produceert inmiddels meer dan 100.000 drones per maand voor de strijd.
Voor het Fight Tonight-concept zal ook een andere cultuur en mindset nodig zijn. Een organisatie gereed krijgen voor inzet – op grote schaal, met een korte reactietijd – vereist een bepaalde mentaliteit. Voor de samenleving lijkt het conflict in Oekraïne ver weg en is een oorlog met Rusland ondenkbaar. Toch kent de geschiedenis veel oorlogen die ondenkbaar werden geacht – en die niemand wilde – maar die wel zijn uitgevochten. Fight Tonight is wat dat betreft een terugkeer naar de paraatheid van de Koude Oorlog, waarbij de soldaat precies wist wat hij/zij moest doen als er op de knop gedrukt werd. Nu worden de plannen hiervoor weer geschreven en de oefeningen gepland. In sommige gevallen betekent het oude lessen van de Koude Oorlog opnieuw leren, in andere moet men terug naar de tekentafel en inbeelden wat een groot conflict kan betekenen voor de huidige krijgsmacht en maatschappij. Het conflict in Oekraïne toont wederom aan dat de mens in oorlog de doorslaggevende factor is, waarbij innovatie, dapperheid en doorzettingsvermogen het verschil maken.
Er zijn geen indicaties dat Rusland op korte termijn NAVO-bondgenoten wil aanvallen, maar escalatie in de toekomst is alles behalve ondenkbaar. Het vermogen om een goede verdediging te kunnen voeren is de beste vorm van afschrikking. De krijgsmacht herijken voor de eerste hoofdtaak zal jaren in beslag nemen. De weg is goed ingeslagen en de langetermijnplannen en – niet onbelangrijk – het geld, zijn er. De stip op de horizon is gezet, maar tegelijk vereist de internationale situatie dat de krijgsmacht nu gereed wordt gesteld voor een mogelijk Fight Tonight-scenario. Om de voormalige Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld te parafraseren: je moet helaas altijd de oorlog in met de krijgsmacht die je hebt, niet met de krijgsmacht die je zou willen hebben. Dit betekent dat naast het plannen voor de toekomst er ook maatregelen moeten worden genomen voor het geval dat het nu misgaat. Als basis geldt gereedheid, een goed overzicht van wat beschikbaar is en een rudimentair plan. Daarna zal improvisatie het moeten overnemen. Een combinatie van twee Engelse uitdrukkingen vat het goed samen: ‘If the balloon goes up, don’t get caught with your pants down’.