Logistieke ketens zijn wereldwijd met elkaar verbonden. Een probleem in een enkele schakel heeft vaak grote gevolgen voor de hele keten. Dit geldt ook voor de militair-logistieke ketens. Daarom is kennis over de logistieke ketens van de tegenstander van grote waarde wanneer zijn voorzettingsvermogen gebroken moet worden. Als dat lukt wordt het moeilijker voor de tegenstander om militaire operaties uit te voeren. Inlichtingenvragen over voortzettingsvermogen zijn daarom van belang voor militaire (strategische) besluitvorming. Het proces dat hieruit volgt wordt Logistics Intelligence (LOGINT) genoemd. Vooralsnog is diepgaande logistieke kennis doorgaans slechts beperkt aanwezig bij inlichtingenfunctionarissen, terwijl het verstoren en uitschakelen van de bevoorradingsketens van de tegenstander steeds belangrijker wordt bij het beslissen van oorlogen.

In 1943 werd in Schweinfurt de kogellagerfabriek van Fichtel&Sachs gebombardeerd, waardoor de Duitse productie van de kogellagers met 66 procent afnam. De Duitse minister van Bewapening en Munitie, Albert Speer, onthulde later aan zijn Britse ondervragers in Neurenberg dat de productie van vliegtuigen, tanks en andere voertuigen volledig zou zijn stilgevallen als de geallieerde bombardementen op de kogellagerfabrieken waren voortgezet.[1] De fabriek in Schweinfurt was een cruciale schakel in de bevoorradingsketen van de Duitse oorlogsproductie. De onthulling van Speer geeft aan dat als de geallieerden dit hadden geweten, het voortzettingsvermogen van het Duitse leger eerder had kunnen worden gebroken. Het ontbrak de geallieerden aan inlichtingen over het belang van de kogellagerfabrieken in de Duitse bevoorradingsketens.

Het belang van Information en Intelligence over de tegenstander zal iedereen erkennen. Deze twee joint functions van militair optreden richten zich op het ondersteunen van commandanten bij hun beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming tijdens het commandovoeringsproces.[2]

Inlichtingen zijn pas inlichtingen nadat daar een proces aan vooraf is gegaan van vragen stellen en richtinggeven, verzamelen, analyseren en uitgifte. Naast de functies Information en Intelligence kennen we de functies Command and control, Manoeuvre, Fires, CIMIC, Sustainment en Force protection.[3] Het samenspel van deze functies bepaalt het succes van de militaire operatie. Logistiek valt binnen de functie Sustainment.[4] Binnen de militaire logistiek draait het om het genereren van voortzettingsvermogen en de instandhouding van de eigen gevechtskracht. Voortzettingsvermogen is een van de grondbeginselen van militair optreden die de commandant en zijn staf toepassen bij het ontwerpen van een operatieconcept en het maken van een operatieplan.

Als de commandant wil weten hoe het netwerk van vijandelijke bevoorradingsketens in elkaar steekt, dan komt deze vraag terecht bij de stafsectie Inlichtingen. Bij een brigade van de landmacht is dat de Sectie G2. Die verzamelt inlichtingen op het tactische niveau. Om de vraag van de commandant te kunnen beantwoorden is logistieke kennis nodig. Kennis die ook nodig is op de inlichtingenafdelingen van de andere Operationele Commando’s van de krijgsmacht. Verder doen inlichtingenfunctionarissen op strategisch en operationeel niveau onderzoek naar de bevoorradingsketens van de tegenstander.[5] Dit past vooral bij hybride oorlogvoering, een onderwerp dat in dit artikel niet verder wordt uitgediept. Bijvoorbeeld het NATO Intelligence Fusion Center en de MIVD opereren op strategisch niveau. In dit artikel komt vooral de toepassing van LOGINT binnen een inlichtingensectie op tactisch niveau terug.

Ook de tegenstander wil weten hoe onze logistiek georganiseerd is om de bevoorradingsketens te kunnen uitschakelen. Daarbij komt dat meer dan ooit bevoorradingsketens mondiaal met elkaar verbonden zijn. Om tijdens een grootschalig conflict de battle of logistics te winnen, is kennis en inzicht over hoe de tegenstander zijn logistieke ketens heeft georganiseerd cruciaal.

LOGINT binnen de intelligence cycle

De aanwezigheid van logistieke kennis binnen de inlichtingenafdelingen van Defensie zorgt ervoor dat de vijandelijke bevoorradingsketens goed in kaart kunnen worden gebracht en daarmee ook het voortzettingsvermogen. Met informatie over bijvoorbeeld de kwaliteit en kwantiteit van de onderhoudsketen kan een analyse worden gemaakt over het voortzettingsvermogen van vijandelijke wapensystemen. Logistieke kennis over de materiële gereedheid van de tegenstander kan bijdragen aan het beantwoorden van de inlichtingenvragen van de commandant. Deze inlichtingenvragen worden vertaald naar logistieke inlichtingenvragen. Hierna volgt een analyse van de verzamelde vijandelijke logistieke data, die wordt verwerkt tot een logistiek inlichtingenproduct. Dit proces vormt de intelligence cycle (zie Figuur 1).[6] Voor het stellen van logistieke inlichtingenvragen en het uiteindelijk komen tot een logistiek inlichtingenproduct is de term Logistics Intelligence (LOGINT) bedacht.

Figuur 1 De Intelligence Cycle

Militair-strategische besluitvormers en commandanten bepalen de Direction binnen de intelligence cycle. In deze eerste fase van de cyclus geven de inlichtingenvragen van de commandant, de Commanders Critical Intelligence Requirements (CCIR’s), richting aan het inlichtingenproces. Op tactisch niveau kan een CCIR gaan over de locaties van de logistieke installaties van de tegenstander in de Area of Operations. Op militair-strategisch en operationeel niveau kan een commandant een vraag hebben over de bevoorradingsketen voor specifieke wapensystemen van een vijandelijke statelijke actor. Denk hierbij aan het eerder genoemde voorbeeld over het bombardement op de kogellagerfabriek in Schweinfurt.

Inlichtingenfunctionarissen gebruiken de Intelligence Preparation of the Environment (IPOE) als werkmethode waarmee ze de operatieomgeving voor de commandant in kaart brengen. De uitkomsten van het onderzoek geven de commandant inzicht in de kansen en mogelijkheden die de operatieomgeving biedt en de risico’s en bedreigingen die hij hierin met zijn missie of operatie loopt. Daarom worden alle actoren en factoren van de operatieomgeving in beschouwing genomen. Dit geldt ook voor de manieren waarop zij elkaar mogelijk kunnen beïnvloeden en welke mogelijke ontwikkelingen zich in die omgeving voor kunnen doen. Aan de hand van de conclusies van de IPOE is de commandant in staat doelen te formuleren waarop hij zijn vermogen wil concentreren en te bepalen met welke middelen hij dit wil doen. Dit valt onder de ontwikkeling van de eigen Course of Action (COA). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de doctrine, capaciteiten, mogelijkheden en kwetsbaarheden van de tegenstander van Combat en Combat Support (CS)-eenheden. Echter, de analyse van de vijandelijke Combat Service Support (CSS)-eenheden blijft vaak achterwege tijdens de ontwikkeling van de Adversary Course of Action (ACOA). Als de commandant het voortzettingsvermogen van de tegenstander wil uitschakelen, kunnen de vijandelijke CSS-eenheden een aanvalsdoel worden. Kennis over het optreden van deze CSS-eenheden is dan belangrijke informatie bij de COA-ontwikkeling.

Logistieke installaties bevinden zich normaal gesproken in het achtergebied van de tegenstander. De commandant heeft dan wapensystemen nodig die deze installaties kunnen aangrijpen. Deze logistieke doelen komen uit het (tactisch) Targeting-proces naar voren. Targeting heeft een relatie met zowel Inlichtingen als Operaties en is de verbindende schakel tussen beide functionaliteiten.[7] Dit artikel gaat daar verder niet op in. Het uitschakelen van de logistieke installaties van de tegenstander is een onderdeel van de eerder genoemde battle of logistics.

ACOA’s formuleren met behulp van LOGINT

Om de vragen van de commandant over de tegenstander te beantwoorden wordt het Intelligence Requirements Management&Collection Management (IRM&CM)-proces gebruikt door de inlichtingenfunctionarissen. De IRM&CM-manager maakt een onderverdeling in de vragen van de commandant. De vragen worden vastgelegd in het Intel Collection Plan (ICP) Het gaat dan om de hoofdvragen (Priority Intelligence Requirements), de subvragen (Specific Intelligence Requirements) en de locaties (Named Areas of Interest). Bij laatstgenoemde wordt gezocht naar de antwoorden op deze vragen. LOGINT heeft een plek in dit proces. Door vragen te stellen over de logistiek van de tegenstander en de locaties van logistieke activiteiten vast te stellen, kunnen sensoren aan de slag om informatie te verzamelen waarmee de inlichtingensectie het logistieke inlichtingenproduct maakt voor de commandant.

Dit wordt vervolgens gebruikt bij het formuleren van de ACOA. Dit gebeurt met name op tactisch niveau bij landoperaties. Bij LOGINT wordt gekeken hoe de tegenstander zijn operatie logistiek ondersteunt. In de oriëntatiefase voert de staf een onderzoek uit naar de actoren en factoren die invloed hebben op de opdracht van de commandant. Een van de dominante actoren is de tegenstander. De Sectie G2 zoekt uit wat de meest waarschijnlijke en meest gevaarlijke wijze van optreden van de tegenstander is. Deze Most Likely (ML) en Most Dangerous (MD) ACOA wordt gepresenteerd aan de commandant. Om de MLACOA en MDACOA zo volledig mogelijk te maken kan LOGINT worden toegepast. Zoals eerder aangegeven is logistieke kennis over het optreden van de tegenstander dan noodzakelijk. Deze kennis moet met name aanwezig zijn binnen de All Sources Intelligence Cell (ASIC) van de Sectie G2.[8] In deze analysecel verwerken analisten de informatie tot inlichtingenproducten voor de commandant.

Bespreking ACOA’s bij 1(German/Netherlands) Corps. Foto Koninklijke Landmacht

Nadat de ACOA’s zijn gemaakt, gaat de staf verder met het ontwikkelen van het Concept of Operations (CONOPS). Dit is een volgende fase in het besluitvormingsproces van de commandant. Het CONOPS is afhankelijk van de ACOA’s. De logistieke functionarissen baseren de logistieke CONOPS hierop. Zoals zij dit doen voor hun eigen eenheid, zo doen de logistieke functionarissen van de tegenstander dat ook. LOGINT richt zich op dit laatste.

LOGINT over de Technische Toestand Materieel

In de vorige paragrafen ging het over de rol van LOGINT binnen de stappen van de intelligence cycle en het besluitvormingsproces van de commandant. Zoals eerder genoemd heeft LOGINT ook een plaats binnen het IRM&CM-proces. Tijdens, of voorafgaand aan, een gevechtsoperatie zullen de vragen in het ICP gaan over intent, capabilities, activities en vulnerabilities (ICAV) van de tegenstander. Logistieke activiteiten van de tegenstander verraden vaak zijn ICAV. Door vragen over deze logistieke activiteiten op te nemen in het ICP wordt de informatiepositie van de commandant over de ICAV van de tegenstander verbeterd. De antwoorden worden verzameld door de inlichtingensensoren die opdrachten krijgen in overstemming met het Collection Exploitation Plan.[9]

Een van de opdrachten aan de sensoren kan gaan over de Technische Toestand Materieel (TTM) van de tegenstander. De TTM zegt iets over de status van de joint functie Sustainment. De inlichtingenfunctionaris met materieel- en systeemlogistieke kennis verzamelt hier dan inlichtingen over om zo het voortzettingsvermogen te kunnen analyseren. Binnen de inlichtingensectie is dan specifieke kennis nodig. Deze kennis is een onderdeel van LOGINT. Een concreet voorbeeld hiervan is de analyse van de TTM van Russische voertuigen in de oorlog in Oekraïne. In een artikel in de Straturka beschrijft Trent Telenko aan de hand van foto’s de bandenschade van een Pantsir-S1, een mobiel luchtverdedigingssysteem van miljoenen euro’s.[10] Voor zo’n duur apparaat had hij verwacht dat de staat van onderhoud uitstekend zou zijn. Toch kwamen er in de banden van veel voertuigen al na een paar oorlogsweken scheuren. Als vrachtwagens niet regelmatig worden verplaatst, wordt het rubber van de banden broos. Hierdoor scheuren de wanden van de banden sneller.

Telenko geeft aan dat dit probleem zich vooral voordoet wanneer met een te lage bandenspanning wordt gereden. De Russen hebben dit in de lente van 2022 moeten doen om door het modderige Oekraïense terrein te kunnen rijden. Rijden met een lage spanning over een aanzienlijke afstand zorgt er voor dat de banden sneller kapot gaan. De vraag naar reservebanden zal hierdoor gaan toenemen. Dit betekent dat er meer banden door de bevoorradingsketen gaan, wat gevolgen heeft op tactisch niveau. Ten eerste, als de bevoorradingsketen van deze banden wordt uitgeschakeld, heeft dit grote gevolgen voor het voortzettingsvermogen van het Russische leger. Ten tweede, door het tekort aan reservebanden is het Russische leger off-road verplaatsingen gaan mijden. Hierdoor worden de voertuigen kwetsbaarder. Het Oekraïense leger heeft dit uitgebuit, gezien de vele uitgeschakelde voertuigen op de verharde wegen. Bovenstaand voorbeeld is een analyse die de inlichtingenanalist met kennis over de TTM van de tegenstander zou kunnen maken. Rapportages hierover zijn ondersteunend bij het formuleren van de ACOA’s en horen daarom thuis binnen LOGINT.

Een Russisch Pantsir-S1 luchtverdedigingssysteem. De banden van deze voertuigen bleken in Oekraïne snel te slijten, wat extra druk opleverde voor de Russische bevoorradingsketens. Logistics Intelligence kan deze kwetsbaarheden blootleggen. Foto Dmitriy Fomin

LOGINT door logistieke berekeningen

Een ander voorbeeld van LOGINT zien we in een artikel van Alex Vershinin. Hij heeft een analyse gemaakt aan de hand van de logistieke basisberekeningen over de inzet van Russische vrachtauto’s van het merk Kamaz. Zo wees hij op de beperkte actieradius van de vrachtwagens van het Russische leger in Oekraïne. Hij berekende de onderhoudstijd voor gebruik, de gemiddelde snelheid, de tijd voor het laden/lossen en wanneer het voertuig weer moest worden afgetankt. Aan de hand van deze berekeningen analyseerde Vershinin dat het Russische leger onvoldoende vrachtwagens heeft om te voldoen aan de eigen logistieke eis om op meer dan 150 kilometer voorbij het Supply Centre (SC)[11] te kunnen bevoorraden.[12] Vrachtwagens kunnen doorgaans tot 145 kilometer rijden vanaf hun SC, maar Oekraïne is bijna 1.287 kilometer breed en 563 kilometer lang. Dat betekent dat Rusland talloze SC’s in Oekraïne zou moeten ontplooien om het voortzettingsvermogen van het leger op het gewenste niveau te houden.[13] Deze SC’s kunnen niet zonder bescherming en moeten over een Main Supply Route (MSR) worden herbevoorraad als ze leeg raken.

Vershinins analyse zou ook binnen een inlichtingensectie kunnen worden gedaan. De uitkomsten kunnen dan gebruikt worden bij het maken van de ACOA. De commandant kan op basis van deze informatie besluiten hoe de middelen van zijn eenheid worden ingezet. Daarnaast zou hij kunnen besluiten om deze informatie op het niveau te leggen waarin de High-Value Target List (HVTL) wordt gemaakt. Een MSR of SC kan dan een High-Payoff Target (HPT) voor de commandant worden. Verder kan het hogere niveau de commandant een opdracht geven om inlichtingen te verzamelen over de logistieke HPT’s. In dat geval gaat de inlichtingensectie deze HPT’s opnemen in het IRM&CM-proces. De HVTL en de HPT zijn resultaten van het Targeting-proces.

LOGINT implementeren binnen de ASIC

De ASIC is een onderdeel van een inlichtingensectie. De analyses die Telenko en Vershinin hebben gedaan moeten daar plaatsvinden. Binnen de ASIC is een groot aantal specialisten aanwezig die ieder voor zich een voor hen specifiek en bekend vakgebied onderzoeken. Het zijn veelal academisch opgeleide functionarissen die onderzoek doen naar de doctrine en de ICAV van de tegenstander. Deze functionarissen hebben vaak een studie Geschiedenis, Sociale Geografie of Internationale Betrekkingen gedaan. Daarnaast zitten er militair analisten in de ASIC met vaak een achtergrond bij de gevechtseenheden of gevechtsondersteunende eenheden.[14] Analisten met een achtergrond bij de logistieke eenheden vind je zelden in de ASIC. Het is daarom niet verwonderlijk dat een logistieke bril ontbreekt bij het opstellen van de ACOA’s. Hierdoor kan er een blinde vlek ontstaan in het inlichtingenproduct waarmee de ACOA’s worden gemaakt.

Russische Kamaz-vrachtwagens arriveren op de Krim. Vershinin berekende dat de bevoorrading met deze voertuigen niet zou kunnen voldoen aan de eisen die het Russische leger zichzelf stelde. Foto ANP, AFP, Yutiy Lashov

Daarom is een juiste balans van verschillende vakgebieden in de ASIC belangrijk. Kennis hebben van het optreden van manoeuvre- en logistieke eenheden zorgt voor de juiste balans. Hierdoor is een integrale benadering mogelijk, wat ten goede komt aan het formuleren van de ML- en MDACOA. Dit is te realiseren door logistieke deskundigen toe te voegen of door de functionarissen die al werkzaam zijn in een ASIC logistiek op te leiden. Het is een manier om LOGINT in te bedden binnen de ASIC en daarmee ook binnen de inlichtingensectie.

De logistieke analysecapaciteit toevoegen aan een ASIC is van meerwaarde bij het beantwoorden van de vragen van de commandant. Denk hierbij aan analisten met een wetenschappelijke opleiding Transport, Infrastructure&Logistics (TIL), Operations Management&Logistics (OML) of Supply Chain Management (SCM).[15] De ASIC zit in de inlichtingensectie van een brigade, maar er zitten ook analisten in de inlichtingensectie van een divisie of legerkorps. Op alle niveaus is kennis over de logistiek van de tegenstander van belang. Naast het toevoegen van inlichtingenfunctionarissen met een wetenschappelijke opleiding aan een inlichtingensectie kunnen ook logistiek opgeleide militairen van meerwaarde zijn als zij vijandelijke logistieke inlichtingen gaan analyseren. Voor deze functionarissen is de nieuw te ontwikkelen functie van Military Logistics Analyst (MILOGAN) bedacht. Het Kenniscentrum Logistiek en het Joint Kenniscentrum I&V zouden hier gezamenlijk een kwalificatieprofiel voor kunnen schrijven. De MILOGAN dient vervolgens te worden opgeleid. Dezelfde kenniscentra schrijven dan een kwalificatiebehoefte, waarna een opleiding LOGINT kan worden ontwikkeld.

Alle functionarissen die zich bezighouden met inlichtingen over de tegenstander hebben baat bij een opleiding LOGINT. Op de Intelligence&Security Academy (ISA) worden mensen opgeleid op het gebied van Inlichtingen en Veiligheid. De ISA kan voor het vakgebied tactische inlichtingen en de vaktechnische opleiding Inlichtingen&Veiligheid van de landmacht de opleiding LOGINT ontwikkelen en daarna opnemen in het curriculum. De ontwikkeling van deze opleiding zal een gezamenlijke inspanning moeten zijn van de ISA en het Opleidings- en Trainingscentrum Logistiek (OTCLog). ISA levert de specialisten op het gebied van de inlichtingenanalyse en -operatie. Het OTCLog levert de logistieke professionals, eventueel aangevuld vanuit de NLDA. Daarnaast is LOGINT op alle niveaus van militair optreden toe te passen. Op strategisch niveau kan wat eerder de civiele kennis op het gebied van SCM en engineering worden ingeroepen. Op tactisch niveau moet de kennis in beginsel binnen Defensie zelf worden gezocht. Kennis van de logistiek staat echter niet op zichzelf, het overlapt met andere vakgebieden binnen een ASIC.[16]

Conclusie

Wanneer inlichtingenfunctionarissen logistieke kennis bezitten, zijn zij beter in staat om inlichtingenproducten over de logistieke ketens van de tegenstander te maken. In dit artikel hebben we dat proces LOGINT genoemd. Met logistieke inlichtingen kan de inlichtingensectie de commandant informeren over het voortzettingsvermogen van de tegenstander. De commandant kan dan besluiten om het voortzettingsvermogen te breken en de battle of logistics te winnen. Het eerdergenoemde Targeting-proces hoort hierbij. LOGINT speelt bij de doelbepaling een belangrijke rol.[17]

Satellietopname van een door Oekraïense drones getroffen Russisch munitiedepot (februari 2025). Door logistieke kennis binnen inlichtingen te vergroten komt er meer focus te liggen op de logistieke capaciteiten en kwetsbaarheden van de tegenstander. Foto ANP, AFP, Maxar Technologies

Door de logistieke kennis binnen de inlichtingensectie te vergroten zal de focus ook meer komen te liggen op de logistieke capaciteiten, mogelijkheden en kwetsbaarheden van de tegenstander. Denk hierbij aan de analyse van Telenko over de banden van de Pantsir-S1 of de logistieke berekeningen van Vershinin over de vrachtauto’s van Kamaz. Deze analyses geven inzicht in het voortzettingsvermogen van het Russische leger. Het analyseren van de vijandelijke logistiek is van toegevoegde waarde binnen de inlichtingensectie bij het maken van een IPOE en de ACOA.

LOGINT is geen game changer binnen het inlichtingenproces, maar maakt een IPOE en de ACOA completer. Doordat LOGINT op alle niveaus van militair optreden het beeld over de intenties van de tegenstander vergroot, hebben commandanten op alle niveaus baat bij het toevoegen van logistieke kennis aan de inlichtingensectie. Een volgend artikel gaat in op hoe LOGINT is te gebruiken op strategisch en operationeel niveau. Op deze niveaus speelt het hebben van kennis over de werking van mondiale bevoorradingsketens een grote rol. Hybride oorlogvoering hangt hier nauw mee samen, evenals supply chain management. De kennis kan op niveau worden gebracht door het volgen van opleidingen. In de opleiding LOGINT leren inlichtingenfunctionarissen niet alleen hoe deze ketens werken, maar vooral hoe inlichtingen zijn te genereren uit logistieke data over de tegenstander. Ook over de opleiding LOGINT zal in de toekomst een apart artikel verschijnen.

LOGINT kan een robuuste plaats krijgen binnen het vakgebied Inlichtingen. Dit artikel is een eerste aanzet om LOGINT te positioneren. De genoemde vervolgartikelen zullen hier verder aan bijdragen. Tot slot is het de stellige overtuiging van de auteur dat het verstoren en waar nodig uitschakelen van de bevoorradingsketens van de tegenstander steeds belangrijker wordt bij het beslissen van oorlogen, nu en in de toekomst. Hiervoor zijn logistieke inlichtingen nodig, dus: LOGINT.

 

[1] T. Trachet en J. Ouvry, (2020, 04 april). ‘Mythes en misvattingen van de Tweede Wereldoorlog: hebben de bombardementen op Duitsland geholpen de oorlog te winnen?’, VRT NWS. Dossier: Van D-day tot V-day, 4 april 2020. Zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/drafts/jan-ouvry/mythes-en-misvattingen-van-de-tweede-wereldoorlog-hebben-de-bom/.

[2] Ministerie van de Defensie, Joint Doctrine Publicatie 2. Inlichtingen, 13.

[3] Koninklijke Landmacht, Land-CA-01. Handbook Tactical Operations, 2-48.

[4] NATO Standard, Allied Joint Doctrine for Land Operations 3.2, 25: ‘Sustainment relates to the joint function, which is the comprehensive approach of personnel, logistics, medical, military engineering, finance and budget support necessary to maintain combat power throughout all phases of operation. The capability to sustain a land operation is essential to both the physical and moral components.’

[5] De drie niveaus van militair optreden zijn: strategisch, operationeel en tactisch.

[6] NATO Standard, Allied joint doctrine for intelligence, counter-intelligence and security, AJP-2 edition B version 1 (NATO unclassified), juli 2020.

[7] Doctrinebulletin C-LWC 03, Het (Land) Tactisch Targeting Proces, februari 2014, 2.

[8] Binnen 106 Inlichtingencompagnie van het JISTARC zit ook een ASIC. LOGINT binnen de JISTARC-structuur wordt in een volgend artikel beschreven.

[9] Inlichtingensensoren zijn middelen om informatie en inlichtingen te verzamelen, zoals drones met camerasystemen of EOV-middelen.

[11] Voorheen ‘voorraadcentrum’ genoemd. Tegenwoordig wordt gesproken over Forward, Main of Rear Supply Centre. De Russen hanteren de term ‘distribution hub’.

[12] A. Vershinin, ‘Feeding the Bear: A Closer Look at Russian Army Logistics and the Fait Accompli’, War on the Rocks, 23 november 2021. Zie: https://warontherocks.com/2021/11/feeding-the-bear-a-closer-look-at-russian-army-logistics/.

[13] Vershinin, ‘Feeding the Bear’.

[14] Gebaseerd op de achtergrond van de analisten die werkzaam zijn binnen de ASIC’s van het JISTARC.

[15] Supply Chain Management (SCM) omvat alle activiteiten die grondstoffen omzetten in afgewerkte producten en deze in handen van klanten plaatsen.

[16] Z. Kallenborn, ‘InfoSwarms: Drone Swarms and Information Warfare’, The U.S. Army War College Quarterly: Parameters 52 (2022) (2) 87-101, 99.

[17] In de toekomst wordt hieraan een nieuw artikel gewijd.

Over de auteur(s)