Bereid u voor op oorlog. De recente boodschap van NAVO-chef Mark Rutte was glashelder en schokte veel mensen. Hebben die dan de voorgaande boodschappen van diverse hooggeplaatste militairen en de recente ‘weerbaarheidsbrief’ van het kabinet gemist? Het leidde tot veel aandacht voor het in huis hebben van een noodpakket met onder meer water, voedsel, batterijen, kaarsen en een radio. Een run op supermarkten en op prepperstores voor overlevingsmiddelen was het gevolg. Menig kerstpakket werd een noodpakket. Op sociale- en mainstreammedia was er veel aandacht voor de zin en onzin van een noodpakket en dan moet de landelijke campagne nog starten. Het lijkt alsof we met een eigen noodpakket collectief weerbaar zijn tegen iedere dreiging. Het is tekenend voor ons individualisme en kortetermijndenken om het afvinken van een eigen noodpakket te zien als de ultieme voorbereiding op rampen en crises.
De aandacht is nu voornamelijk gericht op de oplopende militaire dreiging, maar een goed verstaander begrijpt dat er meer dreigingen zijn. Persoonlijk geloof ik dat de kans op een gewapend militair conflict op vaderlandse bodem kleiner is dan dat we geconfronteerd gaan worden met een volgende pandemie, langdurige uitval van energievoorziening of de gevolgen van klimaatverandering. Het is goed dat u en ik 72 uur zelfvoorzienend zijn. De vraag is of we als maatschappij goed voorbereid zijn op de ingrijpende en langdurige effecten van verschillende soorten rampen en crises. Hebben we voldoende reserves? Kunnen we die ook effectief activeren en inzetten? Kortom, hoe staat het met ons maatschappelijk noodpakket?
De huidige maatschappij is gericht op efficiency. We houden nauwelijks enige reserves aan. Productieprocessen rekenen op just in time. We vertrouwen op ongestoorde wereldwijde beschikbaarheid en aanvoer van grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten. Zelfs als de beschikbaarheid van goederen niet het probleem is, dan is het wel het op de juiste locatie krijgen daarvan. Kijk maar wat een blokkade van distributiecentra al snel tot gevolg heeft voor de beschikbaarheid van melk, groenten en fruit in de supermarkten. Maar misschien nog zorgelijker is voldoende menskracht. In de huidige situatie zonder ramp of gewapend conflict is het al lastig om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden. Essentiële kennis of expertise wordt in sommige gevallen al uit het buitenland gehaald. Bij een maatschappij-ontwrichtende ramp of crisis zijn hulpdiensten snel uitgeput, het voortzettingsvermogen is beperkt. Nederland is kwetsbaar. Ons maatschappelijk noodpakket is matig gevuld.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zegt daarover: ‘Vergroting van de paraatheid van de Nederlandse samenleving vraagt een majeure, veelzijdige, langjarige inspanning. In aanvulling op hogere defensie-uitgaven zijn financiële middelen nodig voor economische en civiele weerbaarheid’, en ‘Denk aan keuzes voor het aanleggen van strategische reserves in plaats van louter te rekenen op just in time-levering.’[1]
We moeten dus gaan investeren in noodvoorraden, reserves en netwerken. Denk bij het eerste bijvoorbeeld aan de beschikbaarheid van voedsel, brandstof, transport en logistiek, medische voorzieningen en communicatiemiddelen. De rol van het bedrijfsleven kan daarbij niet onderschat worden. Het bedrijfsleven beschikt over deze capabilities en zal betrokken moeten worden bij de voorbereiding en daadwerkelijke gereedstelling. Daarnaast zijn voldoende mensen en expertise nodig om deze middelen effectief in te kunnen zetten. We kunnen gebruik maken van ad-hoc en georganiseerde vrijwilligers via bijvoorbeeld het Rode Kruis, Leger des Heils, Veterans Search Team of Burgerreserve. Daar komen we een heel eind mee, maar het is niet voldoende. Tijdens rampen en crises zijn extra mensen nodig met kennis en ervaring op gebieden als ICT, transport, logistiek, bewaken, beveiligen, medische verzorging, leidinggeven en coördinatie en ga zo maar door. Defensie kan terugvallen op reservisten en sinds kort beschikken we over een Nationale Zorgreserve, maar verder zijn we nog steeds behoorlijk afhankelijk van vrijwilligers. Het is ook belangrijk dat tussen overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen, hulpverleners en vrijwilligers netwerken gevormd worden. Elkaar kennen, weten wat elkaars mogelijkheden zijn en gezamenlijk optreden zorgt voor effectieve hulpverlening wanneer dat nodig is.
Het is dus belangrijk ons voor te bereiden op verschillende soorten rampen en crises en collectief te investeren in algemene en specialistische reservecapaciteit, strategische voorraden, training en oefening. Daarvoor moeten ook financiële keuzes gemaakt worden. Nu lijkt in de planvorming en begroting alle aandacht uit te gaan naar het vergroten van militaire slagkracht. Meer geld en aandacht zijn nodig voor het gelijktijdig versterken van civiele slagkracht. Werken aan maatschappelijke weerbaarheid is meer dan het zelf vullen van een noodpakket. Het vereist langdurig investeren in zowel militaire als civiele capabilities. We zijn wakker geschud, ons individuele noodpakket is afgevinkt. Laten we nu gezamenlijk ons maatschappelijk noodpakket gaan vullen.
[1] Nederland in een fragmenterende wereldorde (Den Haag, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 21 juni 2024) 19, 115, 126.