Defensie groeit en verandert en richt zich de komende jaren primair op hoofdtaak 1: de bescherming van het Nederlandse grondgebied en dat van bondgenoten. Ogenschijnlijk duidelijk, maar helpt het ook om prioriteiten te stellen? Het is begrijpelijk dat beleidsmakers ingesleten begrippen gebruiken, maar dat wil nog niet zeggen dat een begrip als hoofdtaak 1 overal toepasbaar is.

Defensie wil duidelijk maken dat het huidige en mogelijk toekomstige conflict met Rusland veel dieper zal ingrijpen in krijgsmacht en samenleving. Die boodschap is veel duidelijker dan ‘prioriteit geven aan hoofdtaak 1’. De huidige beleidsdocumenten laten zien dat een oorlog op NAVO-grondgebied niet denkbeeldig is, dat gereedheid en weerbaarheid moeten verbeteren en dat dit van de hele samenleving offers vraagt.

Het begrip ‘hoofdtaak’ is voor het overbrengen van deze boodschap niet nodig, sterker nog, het vertroebelt de vereiste acties omdat een conflict met Rusland alle hoofdtaken aangaat. In het meest waarschijnlijke scenario gaat Rusland geen directe militaire confrontatie met Europa aan, maar onderneemt acties onder het niveau van oorlog om de cohesie en effectiviteit van het bondgenootschap aan te tasten. Het Kremlin ondermijnt door het  beïnvloeden van verkiezingen, cyberoperaties, schendingen van het luchtruim en dwang naar staten aan de grenzen van Europa. Dit alles gaat om het handhaven van de internationale rechtsorde, ofwel hoofdtaak 2. Vóór februari 2022 leek hier ook overeenstemming over te bestaan, maar dat zijn we vergeten. Door vredesoperaties is het verkeerde beeld ontstaan dat internationale rechtsorde en stabiliteit synoniem zijn. Daarnaast is bij het voorkomen van ondermijnende acties samenwerking met civiele autoriteiten essentieel. Terroristische aanslagen zijn een onlosmakelijk onderdeel van het huidige dreigingsbeeld. De binnenlandse first responders zijn in dit geval civiele autoriteiten, zoals de kustwacht en de NCTV. Doordat binnen- en buitenlandse veiligheid verweven zijn speelt Defensie hierbij een belangrijke rol en dit is vooral hoofdtaak 3.   

Door de samenhang van de verschillende taken bestaat het gevaar dat de nadruk op hoofdtaak 1 dit begrip synoniem maakt met inzet. De gewenste verandering zit er echter niet in dat inzet nu belangrijker is dan vroeger, maar dat de nu verwachte inzet veel meer zal lijken op de scenario’s waar we altijd voor getraind hebben – oorlog – en daarmee staat juist de gereedstelling centraal. De grens tussen oorlog en vrede is geen scherpe lijn; het zijn beperkte conflicten en kleine crises in een schemergebied, waardoor de scheidslijn tussen gereedstelling en inzet vervaagt. Iedere oefening is ook een boodschap naar mogelijke tegenstanders en vindt plaats in situaties die kunnen escaleren naar een crisis. Dit maakt gereedstelling belangrijker.

Wat is dan wél een goed begrip om de veranderingen voor Defensie te verwoorden? Het gaat vooral om groeien en opschalen, wat vooralsnog niet zo goed gaat. Gereedstelling draait niet alleen om geoefendheid, maar ook om materieel, personeel en andere ondersteuning. Defensie is als een sterke boom die lang slecht weer kan verdragen, maar om te groeien is water en voeding nodig. Door prioriteit te geven aan de bloesem groeit de boom niet sneller. Het Nederlandse volk wil snel resultaten zien voor de verhoogde begroting, maar Defensie moet reële verwachtingen scheppen. Groei kost minimaal vijf jaar en misschien richten we ons dan niet meer op Rusland, maar op Afrika. Als we nu goed investeren in gereedstelling en ondersteuning zullen we ook daar klaar voor zijn.

Over de auteur(s)