De oorlog in Oekraïne laat duidelijk zien dat krijgsmachten tegenwoordig smartphones kunnen bestoken met informatie om de tegenstander te beïnvloeden. Aan dit informatiewapen kleven ethische en juridische bezwaren, maar toch zal iedere militaire organisatie zich hier op moeten voorbereiden.

In de vroege avond van 6 augustus 2024 kregen Russische militairen in de oblast Koersk in de Russische Federatie op hun smartphone de volgende berichten: ‘Vandaag hebben de oorlogsvlammen die zijn ontketend door Poetin en de zijnen zich verspreid naar de regio Koersk. Het Kremlin, dat een zinloos bloedbad aanrichtte tegen Oekraïne en probeerde Oekraïne in een paar dagen te veroveren, had duidelijk niet verwacht dat hun grensregio’s in vuur en vlam zouden staan’ en ‘Wij roepen Russische militairen op, die nu koortsachtig worden ingezet om dit vuur te blussen, zich vrijwillig over te geven via het ‘Ik wil leven’-project’.[1]

Screenshot van een socialmediabericht van het Oekraïense project ‘Ik wil leven’, gepubliceerd tijdens de start van de Oekraïense operatie in de Russische oblast Koersk

De medewerkers van het Oekraïense project ‘Ik wil leven’ zetten deze berichten online kort na de start van het verrassende Oekraïense offensief in de regio Koersk. Deze actie laat zien hoe de digitale oorlog tussen Rusland en Oekraïne een behoorlijke wending heeft doorgemaakt. Het bijzondere hiervan wordt pas duidelijk bij een blik terug in de tijd. Tien jaar geleden, tijdens de Russische inval in de Donbas, was de situatie namelijk totaal anders. Toen waren de Oekraïense militairen aan het front volop het doelwit van Russische digitale aanvallen. Russische troepen zetten hiervoor het elektronische oorlogvoering (EOV) systeem Leer-3 in. Dit systeem, bestaande uit Orlan-drones en een controlepost, was ontworpen om civiele mobiele telefoonnetwerken te onderscheppen, te verstoren en te manipuleren. [2] Hiermee konden de Russische strijdkrachten niet alleen communicatie verstoren, maar ook doelgericht desinformatie verspreiden. Het doel was het ondermijnen van het moreel van de Oekraïense troepen en het zaaien van verwarring onder zowel militairen als hun families.

Een effectieve tactiek was het versturen van valse berichten naar familieleden van Oekraïense soldaten, waarin werd gemeld dat hun dierbaren waren omgekomen. Dit veroorzaakte paniektelefoontjes naar het front.[3] De Russische EOV benutte dit telefoonverkeer om Oekraïense posities te lokaliseren, waarna deze met artillerie werden beschoten: een directe koppeling tussen psychologische oorlogvoering en tactisch militair voordeel.

Doorontwikkeling project

In de afgelopen tien jaar heeft Oekraïne echter niet stilgezeten. Ze hebben deze tactieken bestudeerd en doorontwikkeld naar een eigen aanpak. Het ‘Ik wil leven’-project (xочу жити in het Oekraïens en xочу жить in het Russisch), gelanceerd in september 2022, staat centraal in deze nieuwe strategie. Dit initiatief van de Oekraïense militaire inlichtingendienst HUR biedt Russische militairen een veilige manier om zich over te geven via verschillende kanalen, waaronder een 24/7-hotline, socialmedia-accounts en een Telegram-chatbot. In tegenstelling tot het willekeurig versturen – als een schot hagel – van demoraliserende sms-berichten, richten de Oekraïense psychologen en analisten van het project zich nu op een-op-een communicatie met Russische militairen. Hun doel is deze soldaten te overtuigen de wapens neer te leggen en zich over te geven aan de Oekraïense strijdkrachten. [4]

De tactiek van het project is veelzijdig. Tijdens het recente Oekraïense offensief in de oblast Koersk speelde het project in op interne spanningen binnen het Russische leger, met name tussen reguliere eenheden en Tsjetsjeense troepen, de zogeheten Kadyrovtsi, vernoemd naar hun leider Ramzan Kadyrov, het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek in de Russische Federatie. Het project toonde op socialemediakanalen beelden van tientallen krijgsgevangen Kadyrovtsi met smalende boodschappen dat de moeders van Russische dienstplichtigen deze mannen mogen ‘bedanken voor hun geringe inzet’. De Oekraïners speelden met dit soort boodschappen in op twee thema’s. Allereerst ligt de aanwezigheid van jonge dienstplichtigen aan het front gevoelig in Rusland en verder speelt de berichtgeving in op het vergroten van de animositeit richting Tsjetsjeens troepen, die zich vooral in het achtergebied zouden ophouden en daarbij de Russische burgerbevolking lastigvallen.

Een ander aspect van het project is het interviewen van jonge Russische krijgsgevangen dienstplichtigen. In deze opgenomen gesprekken met Oekraïense medewerkers van het project ‘Ik wil leven’ bekritiseren zij hun officieren en benadrukken ze dat ze zich in de steek gelaten voelen. De medewerkers van het project verspreiden vervolgens deze interviews online om verdere twijfel te zaaien en desertie aan te moedigen.[5] Verder is de directe coördinatie tussen het ‘Ik wil leven’-project en fysieke militaire operaties opvallend. Nog voordat Oekraïense troepen Russisch dorpen binnentrokken, communiceerde het project al met de inwoners met het verzoek de locaties van de ‘bendes’ van Kadyrov te melden. Ook berichtten de medewerkers van het project op sociale media over dreigende omsingelingen door het Oekraïense leger en spoorde Russische militairen aan contact te maken als een mogelijkheid om uit de oorlog te stappen.[6]

Oekraïense militairen op weg naar het front bij Koersk: sinds kort leren zij enkele zinnen Koreaans (zoals: ‘Geef je over’) omdat zij in de regio mogelijk op door de Russen ingezette Noord-Koreaanse troepen zullen stuiten. Foto ANP/Redux, Alessio Mamo

Ethische en juridische vragen

Deze ontwikkelingen roepen echter belangrijke ethische en juridische vragen op. Hoe ver mogen deze beïnvloedingsoperaties gaan? Wat betekent dit voor de bescherming van krijgsgevangenen? Artikel 13 van de Geneefse Conventie verbiedt het onderwerpen van krijgsgevangenen aan ‘beledigingen en publieke nieuwsgierigheid’. Of het interviewen van Russische militairen en het gebruik van deze beelden op sociale media hieronder valt, is onderwerp van discussie onder juristen.[7] Bovendien rijst de vraag hoe het zit met repercussies voor de Russische militairen die zich negatief hebben uitgelaten over hun leiderschap. Wat gebeurt er als deze militairen na een uitwisseling met Oekraïense krijgsgevangenen terugkeren in eigen land en zich moeten verantwoorden voor uitspraken over hun commandanten?

De impact van het project

Ondanks deze juridische en ethische overwegingen lijkt de impact van het project aanzienlijk. In december 2023 had ‘Ik wil leven’ meer dan 26.000 telefoontjes verwerkt en naar verluidt meer dan 48 miljoen websitebezoeken ontvangen, voornamelijk vanuit Rusland. Verder heeft het project de overgave van meer dan 220 Russische soldaten gefaciliteerd, met naar verluidt nog eens duizend gevallen in behandeling.[8] Deze ontwikkelingen illustreren een verschuiving in de moderne oorlogvoering. De grenzen tussen strikt militaire en civiele domeinen vervagen nu elke bezitter van een smartphone een doelwit kan zijn van een beïnvloedingsoperatie. Oekraïne heeft in die zin in tien jaar tijd een opmerkelijke transformatie doorgemaakt: van vooral slachtoffer van Russische informatieoperaties naar pionier in digitale beïnvloeding.

In deze realiteit van hedendaagse oorlogvoering is informatie niet slechts ondersteunend, maar een wapen op zich, zowel in strategische zin als zeer concreet in tactische omstandigheden. Of de activiteiten van het project ‘Ik wil leven’ een voorbeeld kunnen zijn voor Nederlandse of NAVO-informatieoperaties blijft een open vraag. Maar duidelijk is dat het niet langer de vraag is óf, maar hóe krijgsmachten zich hierop kunnen voorbereiden. Het openingsvoorbeeld laat zien dat de digitale frontlinie overal is – dus ook op de smartphones van Russische dienstplichtigen, die zich lang veilig voelden in het tot augustus 2024 relatief rustige grensgebied van de oblast Koersk.

 

[1] Zie: Проект «Хочу жить» [@hochuzhit_com], ‘❗️Призываем российских военнослужащих, которых сейчас бросят лихорадочно тушить этот пожар, добровольно сдаваться в плен через проект «Хочу жить» https://t.co/tvAS1nZ872’, Tweet, Twitter, 6 augustus 2024, zie: https://x.com/hochuzhit_com/status/1820871083878142146.

[2] ‘The Fall and Rise of Russian Electronic Warfare – IEEE Spectrum’ (28 March 2023) zie: https://spectrum.ieee.org/the-fall-and-rise-of-russian-electronic-warfare.

[3] Vladimir Sazonov and Igor Kopõtin, ‘Russian Information War Against Ukrainian Armed  Forces In 2014-2015: The Ukrainian Point of View’, Estonian Journal of Military Studies Volume 2 (2016) 76.

[4] Christopher Miller en Polina Ivanova, ‘War Unfiltered. How Telegram Straddles the Ukraine Frontline’, 29 augustus 2024. Zie: https://www.ft.com/content/aa08a157-3369-4d5f-bf01-a50bb089152c.

[5] ‘Проект «Хочу Жить» on X: “Встретил Свои 19 в Украинском Плену Попавшие в Плен в Курской Области Срочники Уже Вовсю Рассказывают, Как ‘Родина’ Бросила Их На Произвол Судьбы. Ярослава и Еще 2 Десятка Таких Же Как Он Пацанов Поставили с Тремя Автоматными ‘Рожками’ На Каждого Встречать Атаку На Их Позиции⤵️ Https://T.Co/PK0kaOYrw6” / X’, accessed 9 september 2024, zie: https://x.com/hochuzhit_com/status/1822940757755367462.

[6] Проект «Хочу жить» [@hochuzhit_com], ‘❗️❗️ Вниманию российских военнослужащих, находящихся в Глушковском районе Курской области! Все мосты через реку Сейм в данном районе (с. Глушково, с. Званное, с. Кариж) уничтожены. Вы уже отрезаны от путей снабжения. Понтонная переправа в Званном уничтожена в первый же день⤵️ https://t.co/b3NNUlIIL0’, Tweet, Twitter, 20 augustus 2024, zie: https://x.com/hochuzhit_com/status/1825794156507095193.

[7] TenthJustice, ‘Answer to 'According to the Geneva Conventions, When Can a Prisoner Of War Give an Interview on Camera?'’, Politics Stack Exchange, 7 april 2022, zie: https://politics.stackexchange.com/a/72436.

[8] Christopher Miller, ''I Want to Live': Russians Defect to Ukraine by Calling Army Hotline’', Financial Times, 4 january 2024, zie: https://www.ft.com/content/d7f60a01-57e0-4b6a-b845-fcc420c2280f.

Over de auteur(s)

Peter Schrijver MA

Peter Schrijver is promovendus aan de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie.