Ter gelegenheid van de uitfasering van de F-16 bij de Koninlijke Luchtmacht is Vederlicht zwaargewicht samengesteld, dat de belangrijke rol onderzoekt van het toestel binnen de Nederlandse krijgsmacht en tegelijk een mooie herinnering vormt aan zijn 45-jarig dienstverband.

De vraag die de auteurs zich stellen is hoe het kon dat de F-16 zich ‘zo lang op het voorste plan kon manifesteren en een iconische status wist te bereiken’. In de studie ligt de nadruk op de operationele inzet van F-16. Belangrijke onderwerpen als de aanschaf, het onderhoud, opleiding en training komen wel aan bod, maar alleen voor zover nodig om de operationele inzet (beter) te kunnen begrijpen. Voor een bredere of diepere analyse van de geschiedenis van de F-16 bij de luchtmacht zal de lezer te rade moeten gaan bij andere auteurs waarnaar in de tekst en het uitgebreide notenapparaat wordt verwezen.

Swing role

De studie ontleedt – geheel in stijl onder de hoofdstuktitels ‘Pre-, Thru- en Post-Flight’ – chronologisch de geschiedenis van de F-16 bij de luchtmacht. Die begon in 1975 toen na veel politiek getouwtrek besloten werd tot de aanschaf van 213 F-16’s. Na hun indiensttreding in 1979 zagen de vliegtuigen vrijwel onafgebroken inzet. In de Koude Oorlog werd de F-16 en zijn bemanning voorbereid op een grote diversiteit aan taken als luchtverdediging, luchtsteun aan grondtroepen, recce (verkenning) en de nucleaire aanvalstaak. Mede door Nederlandse inbreng tijdens de ontwikkelingsfase beschikte de F-16 namelijk over de mogelijkheid om snel te wisselen tussen deze taken, zelfs tijdens de uitvoering van een missie: het zogenoemde swing role-concept. Hierin verschilde de F-16, naast zijn ongekende vliegeigenschappen, duidelijk van zijn voorgangers. Na de Koude Oorlog volgden tussen 1993 en 2024 snel na elkaar missies op de Balkan, in Afghanistan en boven Libië en het Midden-Oosten. Niet minder inspanningen vereisend was ondertussen de nationale luchtruimbewakingstaak die tot maart 2024 met de F-16 werd uitgevoerd. De continue gereedheid gesymboliseerd door de QRA (Quick Reaction Alert) van de Koude Oorlog werd een gezamenlijke taak met België toen in Beneluxverband tot samenwerking werd besloten (2015). Al eerder was de F-16 de grens overgestoken voor luchtruimbewaking, namelijk naar de Baltische staten na hun toetreding tot de NAVO in 2004. De nucleaire aanvalstaak van de F-16 bleef na de Koude Oorlog gehandhaafd. Opvallend zijn de details die over de voorbereiding op deze taak genoemd worden, volgens een collega-recensent een unicum. Wat over deze taak geschreven wordt, betreft overigens alleen de periode van de Koude Oorlog.

Dat de F-16 aan al deze missies kon deelnemen was, zoals al aangegeven, te danken aan de vroegtijdige betrokkenheid van de luchtmacht bij de ontwikkeling van het toestel, maar ook aan de voortdurende modernisering daarna. Naast de vele incidentele verbeteringen was de Mid-Life Update (MLU) uitgevoerd in de periode 1997-2003 van cruciaal belang. Deze ingrijpende ‘verbouwing’ van de F-16 verzekerde namelijk de aansluiting van het vliegtuig op de steeds weer veranderende operationele eisen van de missies van na de Koude Oorlog. Naast hogere effectiviteit en inzetbaarheid in het algemeen waren de MLU en daarop volgende verbeteringen vooral gericht op precisie om burgerslachtoffers en ongewenste schade (collateral damage) te voorkomen. Verder moest toenemend aandacht geschonken worden aan het verhelpen van de slijtage waaraan de F-16 begon te lijden vanwege het veel grotere aantal gerealiseerde vlieguren dan bij aankoop voorzien was.

Professionalisering

Naast de instandhouding van de luchtwaardigheid en uitrusting van de F-16 was ook de vaardigheid en geoefendheid van de vliegers belangrijk. Voortbouwend op de ervaringen met eerdere vliegtuigtypes ontwikkelde de luchtmacht voor de F-16 het concept van de fighter weapon instructor. De opleiding voor deze ‘wapenmeesters’ was bedoeld om de kennis en vaardigheden van ervaren vliegers op nog hoger niveau te brengen. Terug op de thuisbasis brachten zij hun kennis en kunde over op de rest van het squadron. De opleidingen hiervoor groeiden vanuit een ad-hocstructuur naar een staande organisatie: het Tactess (Tactisch Training, Evaluatie en Standaardisatie) squadron. Waar zoveel kennis bij elkaar werd gebracht, fungeerde deze omgeving ook als bron voor ideeën hoe het nog beter zou kunnen. Het resultaat werd zichtbaar in zowel verbeterde en gestandaardiseerde tactische en technische procedures als voorstellen tot de vliegtechnische verbetering van de F-16 of verbetering van het wapenpakket. Door hun kennis, reputatie en leiderschap kregen de weapon instructors een voortrekkersrol. De inzet tijdens de vele missies na de Koude Oorlog was zonder deze professionaliseringsslag, zoals een van de geïnterviewden het noemt, niet zo succesvol geweest.

Voorgaande vereiste een enorme inspanning van de luchtmacht. De beleids-, operationele en logistieke processen die ten grondslag lagen aan de inzet(baarheid) van de F-16’s waren complex en voortdurend in beweging, kenden veel stakeholders (nationaal en internationaal) en vergden daardoor veel en langdurige planning en voorbereiding. De alsmaar terugkerende bezuinigingen stelden planners en werkvloer steeds weer voor nieuwe uitdagingen. De benodigde investerings- en exploitatiekosten waren bovendien enorm. Om de juiste keuzes te kunnen maken, was top-down en bottom-up afstemming nodig, over diverse disciplines heen. Hoewel geen expliciet onderwerp van de studie, is tussen de regels door te lezen hoe dit ‘raderwerk’ op de achtergrond meedraaide. Het ging natuurlijk niet alleen om de inzetbaarheid van de F-16 sec: nauw ermee verweven was relevantie en de borging als volwaardige luchtmacht en coalitiepartner. Met dit doel voor ogen zocht de Koninklijke Luchtmacht altijd naar mogelijkheden voor internationale samenwerking. Door de prominente rol die zij met ideeën en daadkracht in dit soort samenwerkingsverbanden innam, heeft zij hieruit altijd veel meer resultaat en voordeel weten te halen dan met alleingang mogelijk zou zijn geweest.

In eigen woorden

Doorslaggevend voor het succes van de F-16 was de grote groep luchtmachters, ‘zowel in de cockpit als ernaast’, die de operationele inzet mogelijk maakten en droegen. Dit komt in het boek niet alleen tot uiting in de feitelijke beschrijvingen en analyses; de auteurs laten ‘hoog en laag’ veelvuldig zelf aan het woord komen en in eigen woorden vertellen hoe zij hun werk ervoeren en wat zij meemaakten. Het gaat over spanning tijdens aanvalsvluchten of zware trainingsvluchten, de bevlogenheid om verbeteringen door te voeren in opleidingen, het onderhoudsproces of het verbeteren van procedures. Maar ook om het verlies van echtgenoten en vrienden als gevolg van vliegtuigongevallen. Individueel en collectief zijn de inspanningen en de offers die men bracht ook te herkennen in de in de afgelopen jaren uitgereikte dapperheids- en herinneringsmedailles en vaandelopschriften. Het technische imago waarmee airpower nogal eens vereenzelvigd wordt hebben de auteurs in dit boek met de pakkende getuigenissen kundig vermeden.

Rond de F-16 liep vanzelfsprekend niet altijd alles naar wens. Een herinneringsboek, wat deze uitgave vooral is, is nu eenmaal niet de meest geschikte plaats voor een uitgebreide kritische beschouwing. Afhankelijk van wat de lezer verwacht van dit boek, kan dit een gemis zijn. Toch zien ook de schrijvers dat juist vanwege de inzet van F-16 in oorlogsomstandigheden ‘het niet alleen een juichverhaal’ kan zijn. Het bombardement op Hawija dat zij beschrijven laat zien dat ondanks technologie, training en procedurele voorzorgsmaatregelen burgerslachtoffers niet waren te voorkomen. Dit is het dubbele beeld van de F-16: een prachtig vliegtuig en uiterst effectief wapenplatform tegelijk.

Ten slotte verdient de vormgeving van het boek de aandacht. De schrijvers willen, zo geven zij aan, de lezer het gevoel geven mee te kijken over de schouders van de luchtmachtmilitairen die werkten met de F-16. Woord én beeld hebben zij hieraan ten dienste gesteld. Het levert een op kwaliteitspapier gedrukt boek van fors formaat op, dat de geraffineerde en dynamische close-up fotografie de kans geeft haar werk te doen: de F-16 vliegt het boek als het ware uit. In zijn soort daarom een geslaagd boek, waarin het evenwicht tussen feiten en beleving mooi gestalte is gegeven.

LtKol b.d. drs. Jan-Leendert Voetelink

 

Vederlicht zwaargewicht

De F-16 in dienst van de Koninklijke Luchtmacht 1979-2024

Door Quirijn van der Vegt, Erwin van Loo, Frank Visser en Rolf de Winter

Zutphen (Walburg Pers) 2024

448 blz. – ISBN 9789464564815

Vederlicht zwaargewicht

Over de auteur(s)

Luitenant-kolonel b.d. drs. Jan-Leendert Voetelink

Jan-Leendert Voetelink is luitenant-kolonel b.d. van de Koninklijke Luchtmacht.